Bijna vier eeuwen na Luther ondernamen twee Joodse geleerden een nieuw, en al even ambitieus vertaalproject. Zij hadden kritiek op Luthers bijbel, maar zijn werk was voor hen tegelijkertijd een voorbeeld. Franz Rosenzweig en Martin Buber wilden de Hebreeuwse bijbel beter in de Duitse taal tot klinken brengen dan Luther had gedaan, met meer respect voor de joodse traditie en het eigene van het Hebreeuws.

Nieuwe taal

Maar net als Luther wilden ze óók de Duitse taal vernieuwen en verrijken. En ook voor hen was dit niet alleen een talig, maar tegelijk een culturele en politieke onderneming. Ze wilden twee culturen opnieuw met elkaar verbinden. Hun Verduitsing van de schrift moest zowel de Duitse taal als het Duitse Jodendom veranderen.

Hun opzet was niet minder revolutionair dan die van Luther, sommigen zeggen utopisch: want in een tijd dat Europa door de Eerste Wereldoorlog verwoest, verweesd  en geestelijk gebroken was, hadden zij niet minder op het oog dan een renaissance. Van het jodendom wel te verstaan. Zij wilden voluit Jood én helemaal Duits zijn.

Je zou kunnen zeggen dat hun project is mislukt; de catastrofe van de Tweede Wereldoorlog en de Shoah vaagde het weg. Toch heeft hun bijbel grote invloed uitgeoefend, ook in protestantse kringen; de sporen zijn tot in sommige passages van de Nederlandse Nieuwe Bijbelvertaling uit 2004 zichtbaar. (Ex. 3:14)

Vreemde stem

Een van hun vertaalprincipes kan ons een sleutel geven in de omgang met taal en cultuur in het huidige Europa, dat opnieuw verwarrende tijden beleeft die vooral voor minderheden ook een dreiging inhouden.

Rosenzweig schreef in 1924 het volgende: “de taak van de vertaler is niet om de kloof te dichten tussen de talen, zodat deze wordt gedicht, en, zeg maar, dichtgesmeerd. Het gaat er integendeel om de afstand open te houden, en er zelfs uitdrukkelijk op te wijzen. Het Duits moet vreemd klinken, om zo de vreemde stem van de andere taal hoorbaar te maken. Als die ‘vreemde stem’ ook maar iets te betekenen heeft, dan moet deze de taal waarin wordt vertaald, veranderen.”

Een jaar eerder had zijn vertaalcompaan Martin Buber zijn beroemde boek Ik en Jij gepubliceerd. Daarin waait dezelfde geest. Voor Buber gebeurt het beslissende in een mensenleven in de ontmoeting, waarin de ander een vreemde blijft, een tegenover, die toch zo dichtbij kan zijn dat hij of zij je voorgoed verandert. Buber spreekt daarbij ook over de relatie met de Eeuwige.

Nieuwe vragen

Lutherbibel
Luther bijbel Beeld door: Wikimedia

De vragen die ik op tafel zou willen leggen, zijn de volgende: is er in onze wereld nog ruimte voor dergelijke ontmoetingen? En hoe kunnen we die ruimte voor de vreemde stem openen?

Er zijn ontwikkelingen die de ruimte voor ontmoeting kleiner maken of dichtsmeren. Ik noem er een paar:

  • De manier waarop door de markt gestuurde technologische vernieuwingen ons bestaan steeds sterker beheersen;
  • De wijze waarop het marktdenken de illusie van het autonome individu versterkt en iedereen voortdurend opjaagt om zichzelf te ontplooien en waar te maken door middel van prestaties.
  • De tendens om de meerderheidscultuur als de enige ware in te zetten tegen minderheden door middel van identiteitspolitiek die uitgaat van voor eens en voor altijd vastgelegde identiteiten. Waarbij de term ‘joods-christelijk’ van zijn context wordt ontdaan en wordt misbruikt.
  • En tenslotte over taal: het dichtsmerende effect van het Engels als lingua franca in Europa en in het Nederlandse onderwijs.

Toch denk ik dat ze altijd en overal kunnen plaatsgrijpen, ontmoetingen die je wereld doen kantelen. Want elke vraag, elke vertwijfelde schreeuw opent een ruimte, waarin de mogelijkheid van een radicaal andere wereld ligt.

Kunstenaars – of liever: iedereen die uit is op het scheppen van het ongehoorde ongeziene– zijn misschien vandaag het best toegerust om de open ruimtes – met hun afstand en nabijheid – tussen culturen zichtbaar te maken. En daarmee zijn ze dan in mijn ogen waardige erfgenamen van Luther, die de ruimte van de hemel, dichtgesmeerd door de rooms-katholieke hiërarchie,  openwrikte voor gewone gelovigen.

Erica Meijers sprak deze tekst uit voor het project On Friendship / (Collateral Damage) II – The Guardians of the Door – over 500 jaar reformatie en de invloed van Luther op de kunsten en cultuur, toen en nu. Meer informatie vindt u hier.

Erica Meijers

Erica Meijers

Universitair docent

Erica Meijers (1966) is universitair docent Diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU) voor de vestiging Groningen. …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.