Juist wel tussen haakjes
Het komt natuurlijk sympathiek over, die bereidheid tot dialoog. Maar er zit wel een addertje onder het gras.
Uitgangspunt is dat er zoiets als een religieus gelijk bestaat. Jij mag mij uitleggen waarom Mohammed de gezant van God is en ik leg jou uit dat Jezus voor onze zonden is gestorven. Beide aannames worden als een feitelijke waarheid beschouwd.
Geloven wordt zo gereduceerd tot ‘geloven dat’… iets al dan niet waar is. Terwijl geloven van oudsher de betekenis heeft van geloven in – dat wil zeggen: bouwen op, je toevertrouwen aan, relatie. Religie wordt gereduceerd tot mening en als partners in de dialoog reduceer je ook elkaar, namelijk: tot vertegenwoordiging van een dogma.
Het religieuze gelijk valt niet te halen omdat we het hier nu eenmaal over God hebben. En het meest kenmerkende voor God is juist dat hij/zij/het aan al onze waarheidsclaims ontstijgt. Je kunt niets feitelijks over God zeggen.
Met andere woorden: alles wat wij over God beweren zullen we juist wel tussen haakjes moeten zetten. Als er toch iets is wat we allereerst behoren te doen…
Bescheidenheid is de voorwaarde in ieder geloofsgesprek.
Geloofsgesprek: een woord waar ik de voorkeur aan geef, omdat het opener is, minder sturend dan dialoog. Omdat er meer interesse uit spreekt voor de mens achter zijn religie. Het is het gesprek tussen individuen, niet tussen vleesgeworden vertegenwoordigingen van een religie.
Wie?
Een andere vraag is: wie gaat die dialoog voeren? Namens het christelijk geloof: Reitsma of De Lange of Oosterhuis of Van der Staaij…? Maak er maar chocola van. Dat zal me de nodige verwarring opleveren voor de gesprekspartner aan de andere kant van de tafel. Het christendom bestaat niet, net zomin als de islam en het hindoeïsme. De gedeelde geloofskernen, zo die er al zijn, worden totaal anders geïnterpreteerd.
Aanhangers van religies komen er onderling al niet uit om zich in te leven in het standpunt tegenover, laat staan als je iets moet verstaan in de volstrekt vreemde taal van een (andere) religie. Voorbeeld:
De koran is het heilige boek van de moslims – doceerde ooit een goedbedoelende Pabostudent in een van zijn lessen geestelijke stromingen.
Maar meester, wat is heilig? – vroeg een leerling.
Daar stond de student met de mond vol tanden. Het begrip ‘heilig’ paste niet in zijn volstrekt geseculariseerde referentiekader.
Ik wil maar zeggen…

Trouwens, waar zijn zij die zich atheïst noemen in deze dialoog? Het lijkt al met al op een religieus onderonsje uit te draaien. Ik had toch in mijn menswording de seculiere filosofie en literatuur niet graag willen missen! Hoe gezond is juist die inbreng voor religies!
En zij die niet religiegebonden zijn maar wel de transcendente ervaring kennen? Ook zij lijken te worden buitengesloten, terwijl zij, bijvoorbeeld vanuit de religieloze mystiek, wel veel te melden hebben over de geestelijke dimensies.
Vijfhonderd jaar hervorming
En nu hebben we dan ook nog een jubileum…
Wat daaraan te vieren valt is mij een raadsel. Als predikant heb ik altijd geweigerd om er aandacht aan te besteden, of het moet zijn zoals men een ramp herdenkt. Dat ik een vroom jongetje ben gebleven is niet dankzij maar ondanks mijn protestantse opvoeding, vooral omdat mijn ouders die liberaal en liefdevol invulden.
Als er toch één voorbeeld is van de waan van het religieuze gelijk, dan is het wel de repeterende breuk in de geschiedenis van de hervorming. De eindeloze opsplitsingen zijn voortgekomen uit haarkloverijen over de feitelijke hoedanigheden van precies die werkelijkheid die ons te boven gaat.
Hendro Munsterman roept de protestanten op om excuses aan te bieden voor hun verleden. Een collectief, opgebouwd uit zoveel identiteiten, kan dat natuurlijk nooit geloofwaardig doen. Maar als er dan excuus moet worden aangeboden, laat het dan zijn aan de eigen slachtoffers van de religieuze gelijkhebberigheid die het protestantisme zo heeft getekend.
Ik denk aan de velen die in het pastoraat als zodanig op mijn weg kwamen. Maar ook aan wijlen Aleid Schilder met haar Hulpeloos maar schuldig, en in onze tijd aan Inge Bosscha, zo beschadigd dat ze zichzelf als ‘geloofsgetraumatiseerd’ profileert.
Alles is poëzie
De taal van de feitelijkheid, die van de encyclopedie, is niet geëigend om uitspraken over God te doen.
Variërend op Kuitert: alles wat we zeggen over boven kan alleen poëzie zijn.
De dingen van God drukken zich uit in de taal van de verbeelding.
Ook het woord ‘God’ zelf behoort daartoe.
Alleen in die taal kan het geloofsgesprek zuiver worden gevoerd.
In het geloof heeft iedereen gelijk en niemand gelijk. In het geloof de waarheidsvraag stellen lijkt mij net zo zinloos als de vraag of een mens de hele zee kan leeg drinken. Voor mij is geloven een persoonlijke relatie willen hebben met de Eeuwige en waar verder iedereen buiten staat, zoals ik volkomen buiten sta wat anderen voor relatie hebben met God.
Geloven in God lijkt mij in eerste instantie dan ook een individuele zaak.
Het begrip tikoen ha’olam, het heel maken van de wereld, is binnen het jodendom een belangrijk uitgangspunt. Hoe zou de wereld eruit zien wanneer in God gelovigen samen met niet in God gelovigen gezamenlijk in actie zouden komen tegen immorele praktijken als mensen, dieren, het groen economisch uitbuiten ?
Het is wel een erg gelijkhebberig betoog geworden, als ik zo vrij mag zijn dit op te merken. Enkele vragen: is het begrip waarheid slechts gerelateerd aan feitelijkheid? ( ik denk het niet). Is de bewering ‘het christendom bestaat niet’ of ‘de islam bestaat niet’ een feitelijke bewering? Kan ik niet spreken over de stad, omdat Bombay en Breda heel verschillende steden zijn? Is het pleidooi van Jansen niet gebaseerd op een hyperindividualistische ideologie, waaruit wellicht juist veel kerkscheidingen binnen de reformatie zijn voortgekomen?
Ik kan het je nog sterker vertellen, René: volgens koningin Maxima bestaat dè Nederlander niet eens.
Ja, daar kun je natuurlijk op wachten als je in een column iets aan de kaak stelt, dit verwijt van de pot en de ketel. Flauw hoor, René. Natuurlijk schrijft iedereen vanuit de overtuiging het gelijk aan zijn kant te hebben. Wat ik bekritiseer is het religieuze gelijk, het voor feitelijk houden wat niemand kan weten, namelijk de dingen van God.
Verder je vragen:
– nee, waarheid is niet altijd gerelateerd aan feitelijkheid, maar in de religie wordt dit nu juist wel heel vaak gedaan.
– de bewering ‘het christendom bestaat niet’ etc. is inderdaad een feitelijke bewering, maar betreft dan ook een waarneembaar fenomeen.
– in beide steden ben ik geweest. Welnu, ik kan je zeggen dat er wel heel weinig overblijft aan gemeenschappelijks als je ze vergelijkt, net zo weinig als bv. Van der Staaij en ik gemeen hebben.
– mijn pleidooi is niet gebaseerd op een ideologie, maar op de wens als mens met elkaar in gesprek te gaan, niet als exponent van een religieus gelijk.
Als je het religieuze gelijk een misverstand noemt Wim, zaag je meteen ook de poten onder die religie weg, de boel stort in en inspireert niet langer, wordt nostalgie. Volgens auteur Harari (seculiere Jood) in zijn boek Sapiens spreek je pas van een religie als het gaat om een systeem van menselijke normen en waarden, gebaseerd, gelegitimeerd door een bovenmenselijke orde (die dus niet afhangt van menselijke grillen , inzichten, hypes, dus ook niet van overeengekomen mensenrechten). Hij zegt zelfs dat spiritualiteit (achter voordeur beleefd, als individu dus) het tegenovergesteld is van ware religie. Zo heb ik het, vroeger, als gelovig katholiek ook altijd beleefd
Ik dacht dat religie “verbinden” betekent; net zoals yoga. Het hogere verbinden met het lagere en omgekeerd. Zo boven zo beneden zeggen de hermetici. Of zoals christenen zeggen die op weg zijn: uw rijk kome op aarde zoals in de hemel.
Uitgaande van het heilige ( =de heelheid) ofwel; de volle leegte van de mystiek ervaring (sunyata), is er dus geen religieus gelijk. De basis van elke religie is niks. En dat niks is alles.
Interreligieuze dialoog!
Daar kan ik soms met rode wangen van enthousiasme in gaan. Niet om mijn gelijk. (Want er IS geen gelijk!)
“Heilig” betekent immers APART GEZET!
Geen normaal mens weet hoe goddelijke zaken ècht zitten. Het is gewoon geen mensending. Wij kunnen alleen op ons innerlijk kompas vertrouwen en proberen uit te zoeken of de naald een beetje dezelfde richting aangeeft als die van de willekeurige mens van welke geloofsrichting ook, waarmee ik toevallig in gesprek ga.
In dat contact alleen al zit het goddelijke:
“Waar 2 of meer in Mijn Naam tezamen zijn Daar Ben Ik”.
“Ik Ben”, is de godsnaam.
In die naam zit zo’n diepe waarheid!!!
Er is geen onderscheid tussen Jaweh, God, of Allah. (Heb ikzelf verdorie nu tòch een dogma, of wordt dit statement wel aanvaard vanuit de monotheïstische religies?)
Het zijn allemaal namen voor dezelfde Eeuwige, dezelfde “Ik Ben”!!!
Dat de heilige boeken verschillend zijn, ligt aan de tijd en omstandigheden van ontstaan ervan.
Maar “Jij En Ik Zijn Nu!”
Hoog tijd om de universele, tijdloze waarheid in die boeken te blijven handhaven, promoten en onderwijzen.
En tijdgebonden gebruiken zich te laten ontwikkelen naar de huidige omstandigheden.
(Maar wie ben ik helemaal?)
Ik noem mezelf niet vroom, maar ik ben het denk ik wel.
God is het allerbelangrijkste in mijn leven.
Zo vind ik o.a. dat we zuinig moeten omgaan met de planeet. En als me iets niet zint in mijn naaste omgeving, dan kan ik dat tegenwoordig wel zeggen. Ik heb er lang over gedaan om dat naar buiten te brengen.
@Joke: noch in de bijbel, noch in de koran, staat ergens dat we zuinig om moeten gaan met de planeet, dat was trouwens tot pakweg 1950 ook helemaal geen probleem, maar nu ineens wel, maar dat is dus niet door goddelijke ingeving geinspireerd, wel door de noodzaak van de maatschappelijke ontwikkelingen, want we hebben de bijbelse boodschap (-gaat heen en vermenigvuldigt U-) gewoon danig in praktijk gebracht, dat kon God toen natuurlijk ook niet voorzien, toen er nog maar 2 mensen waren in een planeet van wilde dieren, oerwouden, savannes, etc, etc.
Zeg Dirk, waar heb ik dan toch onderweg de term “rentmeester” opgepikt? Dat zou toch onze rol moeten zijn?
In het tweede scheppingsverhaal, dat heel erg speelt met de begrippen aarde, aardman (Adam, uit aarde genomen), leven (Eva), kun je wel degelijk een zorgvuldig omgaan met de aarde afleiden, ook al is het milieu natuurlijk geen expliciet thema. De termen ‘bewerken en bewaren’ zijn zeker ook ecologisch te lezen. Zie ook de ‘heelheid’ waar Binjamin in zijn reactie hierboven op doelt.
Wanneer wij mensen niet inzien dat mensen, dieren en het groen een eenheid vormen die we dienen te hoeden dan kan het natuurlijk niet verbazen dat we met een milieuproblematiek zitten en dieren als industriele wezens worden beschouwd, dus wezens zonder gevoel, dan kan mensen economisch uitbuiten ook geen probleem zijn. Dat dit niet leidt tot tikoen ha o’lam, maar tot tohoe wa vohoe, woest en ledig, is toch een open deur.
Morgen is het dierendag Binjamin, feestdag vd heilige Francisus van Assisie, patroon van de milieu activisten. Hij leefde rond 1200, en preekte niet alleen voor mensen, ook voor vogels, wolven en vissen (ooit zag ik in een Portugese kerk een tegelmozaiek met daarop de heilige, prekend aan een oever, met allerlei visjes met kopjes net boven water, aandachtig luisterend). Hij preekte ook onder de mohammedanen, (toen nog oppermachtig in Spanje), of het veel sukses had betwijfel ik, maar het was te proberen, toch??
Ik houd van Franciscus. Hij was ècht! Naïef, maar ècht.
Hij had heus niet zoveel succes in het katholieke Italië. Ze vonden hem raar. Daarom preekte hij voor de dieren.
Franciscus heeft ook sultan al Kamil van Egypte weten te ontwapenen met zijn naïve geloof.
Ik vind dat ècht zó mooi!
De sultan had veel respect voor Franciscus’ moed om ongewapend, ondanks de kruistochten, maar vertrouwend op God, voor hem te verschijnen.
Volgens mij is dat nog steeds de kern van elke onderhandeling: Wees oprecht. Denk vanuit een eindelijk te bereiken ideaal. ( Niet vanuit kortzichtige winst en eigenbelang.)
Kijk groot!
Wij moeten het SAMEN doen!
Franciscus heeft helaas niet veel bereikt, noch in zijn tijd, noch in onze tijd. De dieren werden tot industriele producten verheven en mogen flink gemarteld worden, mits de prijs gedrukt wordt. Dus ik zou denken zij die dol zijn op Franciscus stop met eten van mishandelde dieren dan heeft zijn prediken van toen, vandaag nog hier en daar betekenis. betekenis.
Wellicht dat deze visie valt onder het begrip de waan van het joods religieuze verbod op dieren mishandelen, zoals door mij geinterpreteerd.
Misschien hebben Franciscus en jij wel meer met elkaar gemeen dan je denkt, Binjamin.
Jullie zijn immers beiden standvastig in jullie strijd voor schepselen en natuur van deze aarde, tikoen ha’olam?!
Het gaat om de intentie, Binjamin!
Louise, ik denk zelf dat er duizenden en duizenden Franciscussen zijn, zowel vrouwelijk als mannelijk en wel dan niet christen.
Opkomen voor mens, dier en milieu binnen ieders mogelijkheden is niet iets typisch voor welke godsdienstige stroming dan ook.
Het niet eten van mishandelde dieren zou veel dierenleed voorkomen.
Als beoefenaar van religieloze mystiek voel ik me uiteraard aangesproken door dit stuk. Bij ‘interreligieuze dialoog’ voelt het steeds alsof mijn levensbeschouwing er niet bij mag horen.
Je ziet het denk ik ook terug bij het ongemak als er nieuwe spirituele bewegingen verschijnen, die worden al snel tot sektes bestempeld net zoals men vroeger mensen als heks of ketter buiten de religieuze samenleving duwde.
Terwijl een deel van die bewegingen juist (oh ironie!) het beklemmende sektarische denken dat je binnen een deel van de religies aantreft overstijgt.
Wat er was er nu eerder, de angstvallig begrensde religie of de spirituele beweging?
De reactie op de mega stallen is begonnen. Er is een mishandelde ezeltjes fonds. Er is hier een stichting aap. Een bejaarde paarden opvang. Een dierenbescherming. Een Partij van de Dieren…
Maar inderdaad, Binjamin, er is nog heel veel mis.
Minder vlees eten zou veel schelen.
Of alleen vlees van vrije, blije dieren.
Het vreemde van godsdienst is dat zij zich druk maakt over God die wij in God gelovigen niet kennen en druk in de weer met het hiernamaals, de toekomende wereld en zo. Dan kan het niemand verbazen dat er waandenkbeelden ontstaan en die theologisch verdedigd worden als het beschikken over een goddelijke waarheid en zo. Mij lijkt dat afgodendienst.
Ons denken, voelen en handelen zijn menselijk en voelen in God gelovigen zich geinspireerd, begeleid, bemoedigd, door Zijn openbaringen: wij mensen blijven mensen en ons denken, voelen en handelen is nooit Goddelijk.
Ook al zeggen wij dat wij Gods wil doen is dat toch niet meer dan een menselijke interpretatie die wij geven aan Zijn Woord zoals wij die vertalen in het leven van alledag hier in Nederland, 2017 en alles wat vanuit de wereld op ons afkomt.
Voor mijn menselijke interpretatie voel ik het als mij opdracht binnen alle beperkingen die ik heb, om zo goed mogelijk te zijn voor mensen die ik ontmoet en geen vlees te eten van mishandelde dieren, en gekozen voor vegetarisch voedsel, en in de gaten te houden om niet alles te eten wat mij voor de mond komt.
Wanneer wij beweren God en medemens lief te hebben en de aarde te hoeden, waarom mogen wij dan kennelijk alles eten wat ons voor de mond komt?
Lijkt mij een zinniger vraag dan of God wel, of niet bestaat? Of er na de dood wel dan geen hemel of hel bestaat? Ik geloof in God mijn buurman niet. Ik ga morgen Loofhuttenfeest vieren en waar het omdraait is wat die Joodse man, Jezus van Nazareth, eens vertelde: Aan de vruchten kent men de boom. Dat zou de kern van alle godsdiensten moeten zijn dan hoeven we niemand maar dan ook helemaal niemand te veroordelen, te minachten omdat die bij welke club dan ook hoort.
Heel lang geleden was er op het Nijmeegs Lyceum een debating club.
Daar durfde ik toen niet aan mee te doen.
Dat zelfde gevoel heb ik nu ook bij de soms toch wel agressieve uitingen van wat men van mening is. Daar kan ik slecht tegen.
Heb niet gestudeerd, maar ben o.a. wel vrijwilliger geweest bij de THD (nu sensoor) en de palliatieve afdeling van een verzorgingstehuis of verpleeghuis.
Daar was het dikwijls heel stil.
Beide ouders, broer, zwager, zus zijn overleden.
Ook daar waren niet veel woorden.
Ik weet het, ik kan commentaar verwachten.
Alleen jijzelf kan bepalen of en wat je kwijt wilt in een dialoog. In een religieuze dialoog kan je een mening laten horen. Die is altijd goed, want niemand weet ècht hoe het zit. Hoe een ander op jou reageert, is helemaal voor verantwoording van die ander. Het is namelijk ook maar een mening.
Stilte kan trouwens benauwend zijn, maar kan ook heerlijk zijn voor meditatie of studie of filosofie of creativiteit of genieten van natuur, vogels, je huisdier een maaltijd….
Dus… het is helemaal aan jou.
Je bent vrij!
Ik mis in dit pleidooi de scherpe kantjes van de rationaliteit. Ontkennen van groepsidentiteit en beloningness. De dualiteit die het leven zijn kleur geeft: oorlog en vrede, goed en kwaad.
Ik kan me vinden in de mystieke ondertoon, die heel erg duidelijk is maar toch oh zo verborgen.
Die dualiteit tussen oorlog en vrede, goed en kwaad bestaat helemaal niet, volgens mij, Jan.
Ik zie het “goed” als punt A. Vanaf A loopt een lange, rechte lijn naar punt B, het “kwaad”. Laten we zeggen dat we de lijn in 100 stukjes delen. Als je dan bij 80 bent, overweegt de goedheid, maar is het kwade toch ook al aanwezig.
Ieder van ons beweegt zich voortdurend over die lijn heen en weer.
Ik denk niet dat 0 of 100 bereikt kan worden.
Het yin-yang teken drukt dit idee het beste uit, denk ik: In ieder “goed” is de kiem van het “kwaad” aanwezig; Elk “kwaad” bevat een mogelijkheid tot “goed”.
Is dit misschien een rationele redenering met een zweem mystiek?