In de wetenschappelijke wereld wordt gewerkt aan een nieuw wetenschapsgebied, dat van de planetaire gezondheid [1]. Tot nu toe werken daar medici, psychologen, milieukundigen en aardwetenschappers samen. Zoals de gezondheid van de mens niet alleen over lichaam, geest en sociale context kan gaan, maar ook de dimensie van de ziel, de zin en betekenisgeving moet bevatten, zo is dat voor de gezondheid van de aarde niet anders. Hans Alma pleit er voor daar ook de spirituele dimensie bij te betrekken en noemt dat ecospiritualiteit.
In haar boek onderbouwt ze dat pleidooi en werkt ze dat concept van ecospiritualiteit verder uit. Zes punten springen er daarbij voor mij uit: het open stellen voor hoop, bescheidenheid en terughoudendheid, diep luisteren, loslaten van de IK-gerichtheid en aandacht en compassievolle betrokkenheid op onszelf en anderen in al hun verschijningsvormen. [2]
Het lezen van het boek wilde in het begin niet vlotten. Heel veel voor mij abstracte begrippen kwamen langs en een hele reeks van voor mij onbekende auteurs, die Hans aanhaalt om haar pleidooi mee te schragen. Maar ik heb gelukkig doorgezet en ik kwam in de loop van het boek in een stroom terecht. Er zijn zoveel bruggetjes naar mijn persoonlijke weg in het leven, zoveel herkenning en inspiratie voor vervolgstappen.

Hans Alma beschrijft haar ervaring bij het bezoek in 2022 van een tentoonstelling van de Duitse kunstenaar Anselm Kiefer in het Palazzo Ducale in Venetië: “Zoals vaak in een tentoonstelling die me raakt, roept het werk iets in me wakker, dat ik door het schrijven van dit boek als heilige onrust kan herkennen. Ik wil iets maken, het appel dat dit werk op me doet beantwoorden, iets bewerkstelligen in een wereld waarin de dood niet het laatste woord mag hebben” (pag. 186). Het lezen van Ecospiritualiteit riep bij mij een vergelijkbare reactie op.
Hans Alma begint haar boek met een afbeelding van het kunstwerk ‘Bronze Circle’, dat een plek heeft in haar appartement in Bussum en dat zij ‘Gaia’ noemt. Het eind van het boek zet zij haar bevindingen tijdens het schrijven van het boek op een rij in de vorm van een brief aan Gaia. Daardoor geïnspireerd schrijf ik mijn persoonlijke reflectie op het boek in de vorm van een brief van mij aan Hans Alma:
Geesteren (Gld), februari 2025
Beste Hans,
Afgelopen kerst lag jouw nieuwste boek voor mij onder de kerstboom. Een cadeau van onze jongste dochter Anne. Wij beiden werden geprikkeld door de titel van jouw boek ‘ecospiritualiteit’, zoals we ook werden aangetrokken door het nieuwste boek van Karen Armstrong (‘De heilige natuur’). Voor ons heeft religie alleen toekomst als het helpt bij de noodzakelijke transformatie in de samenleving.
Net als jij vind ik mijn inspiratie en motivatie om keuzes te maken die goed zijn voor mij zelf, voor anderen en voor de Aarde in een religieus- humanistische levenshouding. En net als jij behoor ik tot een generatie, die gevangen zit/zat in een antropocentrisch wereldbeeld met een groot geloof in economische groei en technologische innovatie. Natuurlijk wist ook ik, dat verduurzaming nodig was. Het rapport van de Club van Rome kwam bij mij binnen destijds en in mijn studie (‘stedebouw: de bouw van de menselijke stede’) ben ik afgestudeerd op een ontwerp voor de Randstad op het raakvlak van ecologie en planologie. En toch.. In het nazien blijkt dat vooral denkwerk te zijn geweest, zonder de diepte laag van mijn ziel en dus de oorzakelijke wereld van mijn handelen te bereiken.
In mijn jonge jaren was ik vooral hoofd en heb ik moeite gedaan om mijn plek in mijn lijf en op Aarde in te nemen. Daarbij hielpen dagelijkse rituelen, zoals heel vroeg het hele jaar rond eerst een duik in de zee te nemen (we woonden toen in Den Haag). Ook had ik een klein altaartje in mijn studiekamer ingericht met prominent een mooi glaswerk, gekregen van Deense collega’s ruimtelijke ordening. ‘Mijn Gaia’ staat nog steeds naast mijn bed, maar ben ik nu door het lezen van jouw boek weer met nieuwe ogen gaan bekijken. Mijn glazen vaasje is een prima metgezel voor de verdere transformatie naar echte verbinding met mezelf en alle andere levende wezens. Een reisgenoot bij het dansend samen bouwen aan een Heel- Al! Hier een foto van ‘Mijn Gaia’:
Sinds tien jaar wonen wij met de gezinnen van onze beide dochters op een boerderij in de Achterhoek. Hier ervaar ik aan den lijve wat een slag ik nog moet maken naar werkelijke verbondenheid, weg van dominant ego en mens gerichtheid naar eco bewustzijn. Tijdens een jaarcursus ‘Permacultuur ontwerp’ werd ik mij bewust hoe ik ook beroepsmatig vast zat in het maakbaarheidsidee. ‘Wat wil de natuur hier eigenlijk?’ is zo’n goede vraag! Wat zit dat alles willen controleren en baasje spelen toch diep in mij… Wat is stilte en niet-weten toch belangrijk. Mooi te lezen, dat jij ook langs deze thema’s bent gekomen. Ik vraag me (op een boerderij vol met meiden) af, of hier ook de man – vrouw verhouding in onze samenleving niet onderdeel van het ecospirituele onderzoek zou moeten uitmaken.
Door de verhuizing van de zee, naar onze nieuwe woonstede in de Achterhoek moest ik mij weer opnieuw thuis gaan voelen. Voor mij helpt het fysieke werk op het land, de sociale contacten in de buurt (naoberschap!) en verschillende burgerinitiatieven in onze omgeving bij het inburgeren. Bij het lezen van jouw boek kwam één initiatief in het bijzonder naar boven: onze wandeling vorig jaar voor een Drinkbare Berkel. Samen met Li An Phoa liepen wij in twee weken van de bron van de Berkel in Duitsland naar de monding in Zutphen. Heel veel aspecten van wat jij ‘ecopoëtische wetenschap’ noemt kwamen daarbij samen. Allereerst is ‘drinkbare rivieren’ een positief toekomst perspectief waar veel mensen zich makkelijk mee kunnen verbinden. Samen wandelen langs de rivier doet wat met mensen. We hebben veel nieuwe vrienden gemaakt, kunstenaars zijn geïnspireerd tot nieuw werk, we hebben samen kunnen kijken naar wat er niet goed gaat en we konden als Berkel familie afspraken maken om de gezondheid van onze rivier te verbeteren. Een prachtig voorbeeld van een werkplaats van Hoop en van ‘placemaking in plaats van placetaking’, zoals jij dat noemt. Bij elke stap, die we hebben gezet werd het respect voor de rivier groter en werd haar fluistering sterker.
“Aanschouw dit en bemin het altijd! Het is iets zeer heiligs en je dient het dan ook als zodanig te behandelen”. Door het lezen van jouw boek kwam deze uitspraak van een Sioux indiaan weer bij mij naar boven. Het stond ooit op de ‘kalenderagenda 1992’ van het Apostolisch Genootschap. Bij twee indringende foto’s bij de maand februari: een pasgeboren kindje en kinderen bij een wereldbol. Ik heb de kalenderagenda van zolder gehaald en weer onder handbereik gebracht. Dank voor het weer in mij wakker roepen van deemoed!
Bij het lezen van jouw boek zag ik dat jij geïnspireerd wordt door mensen, die ook voor mij inspirerend zijn (zoals Joanna Macy, Robin Wall Kimmerer, Karen Armstrong, Thich Nhat Hanh). Bovenal kwamen bij mij de mensen naar boven, die op mijn persoonlijke weg in het leven heel belangrijk zijn geweest voor persoonlijke groei. Een aantal daarvan is niet meer in leven (zoals mijn eerste baas, directeur van de Rijksplanologische Dienst en hoogleraar in Delft Eo Wijers, Chris van Leeuwen, de toenmalige directeur van het Rijks Instituut voor Natuurbeheer en eveneens hoogleraar aan de TU Delft). Ook moet ik denken aan de veel te jong overleden Tanja Abbas, oprichtster van de Free Forest Foundation. Gelukkig zijn er velen die nog steeds prachtig werk doen en waarvan ik denk, dat een nadere kennismaking voor jou en hen van grote waarde zou kunnen zijn. Ik noem er vier: Maarten Hajer, hoogleraar Urban Futures aan de Universiteit van Utrecht (oa curator van de tentoonstelling ‘Places of Hope’ tijdens Leeuwarden/Friesland Culturele Hoofdstad van Europa). Anne van Leeuwen, boerin van de regeneratieve Lenteland boerderij ’t Gagel (zij gaf ook in haar tijd bij de Ambassade van de Noordzee de niet mensen en de Aarde een stem). De al genoemde Li An Phoa, oprichtster van de Drinkable Rivers Foundation. En Anne Leeflang, onze dochter en sociaal veranderkundige, initiatiefnemer van Fête de la Nature in ons land. Als ik moet verbinden, dan doe ik dat graag.
Beste Hans, ik wens je heel veel succes en plezier met het onder de aandacht brengen in de wetenschappelijke wereld van de spirituele dimensie van planetaire gezondheid. Ik dank je voor jouw aandeel in onze gezondheid. We zijn reisgenoten in de weg naar binnen en naar buiten en komen elkaar vast binnenkort eens live tegen. Intussen de hartelijke groeten, ook van ‘Mijn Gaia’ voor jouw ‘Gaia’.
Hans Leeflang
Hans Alma. ECOSPIRITUALITEIT. Over de weg naar planetaire gezondheid. Ten Have, 2024. ISBN 9789025912505.
Voetnoten:
[1] In 2023 publiceerde de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) het adviesrapport ‘Planetery Health: an Emerging Field to Be Developed’. Planetaire gezondheid wordt daarin omschreven als een nieuw wetenschapsgebied, dat zich richt op de consequenties van globale omgevingsveranderingen voor de gezondheid en het overleven van alle soorten die leven op Aarde. (Ecospiritualiteit, pag. 168).
[2] Mooie opsomming van Hans Alma zelf (Ecospiritualiteit, pag. 178).