De laatste twee eeuwen is de wereld één plek geworden. Vanaf de koloniale tijd heeft iedereen met iedereen te maken. Het economisch-politieke systeem is nu een wereldwijd netwerk.
Maar helaas, die moderne wereld kraakt en piept: klimaat, oorlog, armoede, migratie, pandemie. Mensen voelen zich er niet meer zo thuis. Ze houden de ontwikkelingen niet meer bij. Ze ervaren onzekerheid.
Zekerheid is zodoende een schaars artikel geworden. Dan zit er handel in, economisch, maar ook politiek en religieus. ‘Houd de grote boze wereld buiten de deur. Wij bieden een aansprekend thuisgevoel!’.
Maar wie bieden nieuwe zekerheid aan? Een paar voorbeelden.
- Sommige Haagse politici doen alsof de wereld niet één plek is geworden. Nationalisme, met bewaking van landsgrenzen en controle van instroom, moet het thuisgevoel van het ‘eigen volk’ herstellen. ‘Ook al verdienen we ons inkomen in de grote wereld, onder elkaar zijn we pas weer gelukkig, voor-modern thuis in ons eigen landje. Nu nog uit de EU.’
- ‘Vul je huis met artikelen en maak zo je eigen veilige thuis. Elke aankoop-kick geeft je de regie over je leven terug.’
- Religieus voorbeeld. Binnen vijftig jaar is het aantal pinkstergelovigen in de wereld vertienvoudigd tot 650 miljoen, vooral op het zuidelijk halfrond. Sterpredikanten leiden er als CEO’s hun mega-kerken. In dat zuiden veroorzaakt de economische en politieke expansie vanuit het noorden nogal wat ontwrichting. Verstedelijking verstoort bijvoorbeeld familiebanden. In de pinksterkerken vinden mensen nieuwe broeders en zusters, en een sterk thuisgevoel. Plus een God die je problemen oplost en je uiteindelijk thuis haalt.
- Nog eentje, ook religieus. Volgens onderzoeksbureau Motivaction behoort de meerderheid van de leden van de Protestantse Kerk Nederland (PKN) tot de ’traditionele burgerij’. Die wordt getypeerd als ‘bezorgd over de veranderende samenleving’ en ‘op zoek naar geborgenheid’. Kerk als vluchtheuvel.
Wie zo zekerheid biedt, speelt een thuiswedstrijd. Intussen kraakt en piept de wereld.