Tegelijk worden we er met elkaar niet gelukkiger op. De cijfers van mensen die lijden aan psychische problemen of die vastlopen in een burn-out, zijn in de moderne maatschappij hoger dan ooit. Rosa pleit voor plaatsen en praktijken waarin we weer kunnen leren om te resoneren met het leven. In een klein boekje dat vorig jaar verscheen getiteld Demokratie braucht Religion (nog niet vertaald), gebruikt hij dit begrip in een beschouwing over de functie van religie in onze democratie.
Juist in een samenleving die zich naar zijn mening karakteriseert door een steeds grotere versnelling, die ons haast letterlijk de adem beneemt, is het zaak te zoeken naar een andere verhouding tot de wereld. Misschien is de kerk wel de plaats waar een oplossing gevonden kan worden voor de crises waarmee we worstelen.
Hij werkt dat uit door allereerst een analyse te geven van onze huidige tijd. We leven in een adembenemend tempo. We hebben met elkaar een systeem gecreëerd waarin we onszelf onder het regime van de groei hebben gebracht. Alles en iedereen, maar vooral de economie, moet altijd groeien. Groei is nodig om het systeem in stand te houden. Stilstand is achteruitgang.
Dat heeft zijn effect op ons psychisch welbevinden. We staan volgens Rosa in een voortdurende actie-modus, hij noemt het een agressieve verhouding tot de wereld. Onze to-do-lijstjes groeien alleen maar. Iedereen voelt de druk van innoveren, jezelf ontwikkelen, groeien, ieder jaar een beetje beter en groter en meer. Alles wat je daarvan weerhoudt, is een bron van frustratie. De ander is een concurrent die je in de weg staat.
Dat heeft weer zijn effect op het maatschappelijk debat. De ander, die er misschien andere meningen op na houdt, die wat anders wil bereiken, is niet meer een gesprekspartner, maar een tegenstander die je de mond zou willen snoeren. Hij verwijst naar het vergiftigde politieke debat in de USA, maar de voorbeelden in de westerse democratieën zijn even makkelijk te geven. Je hoeft maar te denken aan de ontsporingen op sociale media, de bedreigingen van politici en bestuurders.
In een dergelijke agressief klimaat kan democratie niet functioneren, volgens Rosa. Democratie is nu juist in de kern het precaire samenleven met verschillen die er mogen zijn. Lang heeft hij gedacht dat democratie gaat over ‘een stem hebben’ en die kunnen laten horen. Steeds meer beseft hij dat het nog belangrijker is om het ‘vermogen om te horen’ te ontwikkelen. “Het volstaat niet dat ik een stem heb die gehoord wordt, ik heb ook oren nodig om de andere stemmen te horen”. Meer nog dan kunnen horen gaat het om willen horen, om een open, horend hart dat ook antwoorden wil. Rosa verwijst naar het gebed van Salomo (in onze vertaling bidt de koning om een ‘opmerkzame geest’ – I Koningen 3:9).
Goed en welwillend horen heeft natuurlijk alles te maken met resonantie. Het vermogen om te luisteren, dóór te luisteren, is zeldzaam geworden. In onze samenleving bieden kerken volgens Rosa, in hun rituelen en praktijken, maar ook in hun gewijde ruimten, een bron om het ‘horende hart’ te oefenen en te ontwikkelen.
Met een woordspeling in het Duits benadrukt hij het belang van ‘aufhören’, dat niet alleen betekent met aandacht luisteren, maar ook stoppen. Halthouden om werkelijk te horen.
Resonantie legt hij in dit verband verder uit aan de hand van vier elementen:
- Allereerst het vermogen om aangesproken te worden. Iemand roept mij, doet een appèl op mij, confronteert mij met iets dat niet mijn eigen gelijk of mening bevestigt, waar ik iets mee moet.
- Dat leidt tot een vorm van zelfwerkzaamheid. Ik kom in beweging, verbind mij met dit andere of deze ander. Het gaat hier om horen en antwoorden, respons.
- Als dat gebeurt, Rosa schetst een aantal sprekende voorbeelden, vindt vervolgens een transformatie plaats. Er gaat iets veranderen, ik kom in een andere stemming en daardoor op andere gedachten. Burn-out of depressie wordt juist gekenmerkt door het tegendeel. Ik zie letterlijk geen alternatief meer.
- Het laatste element is dat dit proces zoals hier beschreven niet te organiseren is, niet tot onze beschikking staat. Je kunt een feestje organiseren en alles in huis halen, maar de goede stemming die het feest laat slagen, is niet te koop.
De kern van religie is volgens Rosa het besef dat er iets is dat mij roept en mij op het oog heeft. We zijn niet autonoom maar staan in een betrekking van resonantie.
Hij wijst verrassenderwijs op de klassieke drie-eenheid, de onderlinge verhouding van Vader, Zoon en heilige Geest, de resonantie die in het godsbegrip is ingevouwen. Hij wijst ook op het ritueel van het gebed, dat zowel zich richt naar buiten als naar binnen, als op het avondmaal, de gemeenschap tussen mensen, met het materiële en met het ongrijpbare geheim dat ons omvat.
Hartmut Rosa. Demokratie braucht Religion. Kösel-Verlag 2022.

Wanneer ik lees “Democratie heeft religie nodig” dringt zich bij mij de vraag o: “Welke religie?” Het kan zijn dat dominee Altena selectief citeert, maar ik krijg uit het artikel de indruk dat het gaat om de religie waarmee Hartmut Rosa elf is opgegroeid.
De Europese democratie is ontstaan in het heidense Griekenland, met de wetgeving van Solon en later Kleisthenes. Democratie is ontstaan toen de bewoners van Rome de koningen verjoegen en vervingen door een systeem van gekozen bestuurders. In de tijd van de Boeddha waren er in India ook staten die een republikeinse staatsvorm hadden (en de organisatie van een Boeddhistisch klooster is nog altijd op dit model gebaseerd).
Naar elkaar luisteren, overleggen, resoneren is belangrijk, en dat vind je inderdaad in sommige kerken. Je vindt het in veel niet-Christelijke en niet-Abrahamitische religies. Je vindt het in diverse nieuwe spirituele bewegingen (lees de boeken van Starhawk) maar dat valt vaak buiten de Christelijke gezichtskring.
Aan de andere kant, wanneer je in de Bible Belt woont merk je dat er ook kerken zijn die zorgvuldig de oren sluiten voor alle geluiden die van buiten de eigen kerkmuren komen. Vergelijkbare stromingen vind je helaas ook in andere religies.
We zullen moeten accepteren dat religie (alle soorten en vormen) zowel het beste als het slechtste in een mens naar voren kunnen halen. Naar elkaar luisteren is belangrijk, maar dat is niet het monopolie van één bepaalde religie of één bepaalde kerk. Wie staat zie toe dat hij niet valle.
Hartmut Rosa is een boeiende denker. Ik herinner me het gesprek tussen hem en Erik Borgman bij DEZINNEN (Den Haag) nog al te goed, juist vanwege de ‘resonantie’. Dit jaar was hij ook de hoofdspreker bij de assemblee van de Conferentie van Europese Kerken. Afgelopen maand las ik zijn boek ‘Onbeschikbaarheid’ . Ook het lezen (en bespreken!) meer dan waard.