Uiting van zorg over de uitslag
Den Haag was altijd al een stad waar de PVV meedeed en goed scoorde. Maar zelfs hier overtreffen de uitslagen van de laatste verkiezingen eerdere resultaten. Ruim 20 procent van de Hagenaars en Hagenezen stemde op de PVV. Dat is nou niet bepaald een uitslag die voor Stek extra meewind met zich mee lijkt te brengen, wanneer je bedenkt dat een belangrijk deel van ons werk is gericht op de ondersteuning van vluchtelingen en mensen zonder papieren. Voor velen is deze verkiezingsuitslag dan ook aanleiding tot zorg en verontrusting. Zorg over toenemende polarisatie, verontrusting over de mogelijke uitsluiting van groepen mensen en over de ondermijning van de grondwet en onze democratische rechtsstaat. Bezorgdheid daarnaast ook over hoe het nu verder moet met het klimaatbeleid, hoe het verder moet met mensen op de vlucht die bij ons een veilig heenkomen zoeken. Ik herken die zorg maar al te goed.
De uitslag als uiting van zorg
Tegelijkertijd is de uitslag zelf ook een signaal, een uiting van zorg en boosheid. Velen voelen zich niet gehoord en hebben het vertrouwen verloren in instanties van politiek en overheid. Wie alleen al denkt aan de toeslagenaffaire of aan de manier waarop de overheid rond de gasboringen in Groningen opereerde, weet dat er ook gruwelijk veel is misgegaan en nog steeds niet goed is rechtgezet.
We kampen bovendien met een schreeuwend huizentekort, de ziektekosten lopen elk jaar verder op en het inkomen op het sociale minimum is te laag om fatsoenlijk van te leven. Een groeiend aantal mensen klopt met financiële problemen bij ons aan. Intussen verdiept de kloof zich. Ruim 20 procent van de huishoudens heeft moeite om rond te komen terwijl een andere ruim 20 procent een tweede of zelfs derde huis heeft en vermogen opbouwt. Van het totale vermogen in Nederland is 25 procent in handen van 1 procent van de huishoudens. Zo’n verdeling kan niet rechtvaardig genoemd worden en is slecht voor de maatschappelijke cohesie. Wat dat betreft was ook mijn stem een uiting van boosheid en zorg.
Met boosheid bouw je geen samenleving
Zorg kan inzicht geven en boosheid kan in beweging zetten. Zeker. Maar boosheid biedt geen basis voor beleid. Met boosheid bouw je geen samenleving, maar een bastion. En als boosheid zich gaat richten op een afgebakende groep mensen, gaat het heel erg verkeerd. Helemaal als het om mensen gaat, die toch al kwetsbaar zijn of hulp nodig hebben.
Zoiets gebeurde even afgelopen week, toen vluchtelingen in Kijkduin werden opgevangen en er dinsdag een informatieavond werd georganiseerd. Ik was daar aanwezig en heb met veel mensen kunnen spreken. Mensen die bezorgd waren en mensen die vonden dat we hoe dan ook deze vluchtelingen niet buiten konden laten slapen. In nattigheid en sneeuw nota bene.
Waar het visioen ontbreekt, verwildert het volk. Zo luidt een oude spreuk uit de wijsheidsliteratuur van de Bijbel (Spreuken 29, 18). Het visioen is de droom van een samenleving waar mensen elkaar recht doen en in vrede samenleven. Het visioen is de droom van een wereld, waar mensen zich met elkaar verbinden om elkaar te helpen en het samen te doen. Het is de droom van een wereld die weet hoe sterk de zachte krachten kunnen zijn.
Zulke visioenen kun je niet klein maken. Je kunt ze niet voor jezelf houden en afgrenzen (alleen in Nederland) of plannen en uitstellen (eerst de eigen problemen oplossen). Zonder het visioen wordt het ieder voor zich. Zonder het visioen geldt het recht van de sterkste en krijgen kwetsbare mensen de klappen. Zonder het visioen slapen vluchtelingen buiten, in de sneeuw. Zonder het visioen verwildert het volk.
Ruimte in ons hart
Op 3 december is in de meeste kerken de Advent begonnen. Advent is de tijd waarin we uitzien naar het licht van kerst. Dat licht van Kerst is het licht van ‘vrede op aarde’, dat is ook het licht van het visioen. En dat licht schijnt allereerst bij mensen die (net als Jozef en Maria in het Kerstevangelie) buiten moeten slapen, omdat er geen plaats is.
Laten we plaats maken. Laten we ruimte maken voor deze mensen. Ruimte in ons hart, ruimte in onze stad en ruimte in ons land. Want wanneer we die plek niet bieden, lopen we dat kleine lichtje mis dat alles kan verlichten. Als we die ruimte niet maken, ontbreekt het vlammetje van het visioen. En dan verwildert het volk.