De hindoeïstische gemeenschap in Nederland is niet blij met de internationale gebedsactie, zo meldt Trouw (24 oktober). “Ik betwijfel of de intenties zuiver zijn. Als je gaat bidden dat iemand anders jouw wereldbeeld moet gaan aanhangen, dan zaai je tweedracht,” zegt hindoepriester Ashis Mathura. Vooral het feit dat de gebedsactie bewust rond Divali (dit jaar begonnen op 27 oktober) plaatsvindt, wordt als provocatie gezien. “Dat ze dit nu doen, rond een van onze heiligste dagen, dat vind ik niet zo fraai.”
Bekering tot het christendom is het doel van de actie, zo blijkt uit campagneteksten. Maar tegenover de verslaggever van Trouw krabbelt de woordvoerder van India Actie Plan terug. Hij ontkent dat bekering het doel is, meldt Trouw. “Wij bidden tot God en geloven dat Hij tot mensen zal spreken. Het is helemaal niet de bedoeling tegen hindoes te zeggen dat ze fout zitten.” Sterker: “We willen hen juist begrijpen.”
Revolutionaire tijd
Omdat ik ben opgegroeid in een orthodoxe protestants-christelijke omgeving, begrijp ik de denkwereld van organisaties als Jeugd met een Opdracht wel. De essentie van het christelijk geloof is een verzameling ‘waarheden’ omtrent God en Jezus die samen een geloofsleer vormen. Als je die leer onderschrijft ben je ‘gered’. Andere godsdiensten zijn ‘onwaar’ of op zijn minst ‘minder waar’. Gaandeweg ben ik tot andere inzichten gekomen, maar voor mijn gevoel tegelijk dichterbij de essentie.
Het is de opening naar de mystiek die het christendom – en trouwens ook andere godsdiensten – behoedt voor dogmatisme en fundamentalisme.”
In 1996 interviewde ik voor het Friesch Dagblad de orthodoxe jood Jechezkel Landau. Hij sprak in Nederland naar aanleiding van de drieduizendste verjaardag van de stad Jeruzalem. “Waarom kunnen joodse en Palestijnse kinderen niet samen spelen op de pleinen van Jeruzalem?” zo vroeg hij zich af. Inmiddels zijn we 23 jaar verder en is deze vraag onverminderd actueel.
“We leven in een revolutionaire tijd. Er is wereldwijd ontzettend veel in beweging,” zo zei Landau. “Er is iets heel belangrijks aan de gang met de geschiedenis. Het klinkt misschien gek, maar ik denk dat onze geloofstradities nauwelijks zijn voorbereid op de toekomst.” Zijn woorden maakten een onuitwisbare indruk op mij en zijn altijd met me mee gegaan.
Mystieke kracht
Landau beperkte zich vanwege zijn religieus geïnspireerde vredeswerk in en rond Jeruzalem tot de drie monotheïstische religies. Hij gaf aan veel kansen te zien als christenen, moslims en joden op zoek gaan naar hun gezamenlijke wortels. Eerder had Landau zich verdiept in de relatie tussen jodendom en christendom. Hij had colleges gevolgd bij hoogleraar theologie Krister Stendahl, een bekende Zweedse bisschop. Landau zei: “Stendahl vroeg zich af of het christendom de incarnatie van God eigenlijk wel begrijpt en serieus heeft genomen. Ook vroeg hij zich af of de boodschap óver Jezus niet de boodschap ván Jezus is gaan overvleugelen. Dat zijn gedachten die mij als jood aanspreken.”
Veel zendelingen komen na hun missie in verre landen vaak terug in het besef dat vooral hun eigen blik verruimd is.”
De ‘incarnatie’ kun je vertalen als ‘menswording van God’ zoals die volgens het christendom in Jezus op ultieme wijze plaatsvond. De bekende Nederlandse theoloog Edward Schillebeeckx (1914-2009) heeft hier veel over geschreven. In één van zijn boeken staat een formulering die voor mij als jonge, zoekende christen een eyeopener was. Volgens Schillebeeckx moeten we Jezus weliswaar volgen maar niet verabsoluteren. “Jezus onthult God, maar verhult God ook, omdat hij een mens was, aan tijd en plaats gebonden.”
Met dit inzicht ontstond voor mij een enorme ruimte en openheid in religieus opzicht. In het christelijk geloof drááit het weliswaar om Jezus, maar het gáát om God, zoals de hervormde theoloog A.A. van Ruler (1908-1970) ook had geformuleerd. Het gaat uiteindelijk, en nu zeg ik het in mijn eigen woorden, om de mystieke kracht die elk religieus geloofssysteem te boven gaat.
Tussen leer en leven
Het is deze opening naar de mystiek die het christendom – en trouwens ook andere godsdiensten – behoedt voor dogmatisme en fundamentalisme. Maar hoe zit het dan met de zendelingen van organisaties zoals India Adoptie Plan en Jeugd met een Opdracht? Zitten zij op een verkeerd spoor omdat zij hindoes, moslims en andere niet-christenen ‘Jezus willen laten kennen’. Oftewel: hen willen bekeren tot het christendom?
Ik vind dat oordeel wat kort door de bocht. Er zit licht tussen leer en leven. En een persoonlijke gebedshouding maakt mensen, in welke religieuze traditie zij ook staan, vaak bescheiden en verwonderd. De meeste christelijke zendelingen zullen een bepaalde ontvankelijkheid betrachten, mensen niet dwingen en vooral verwonderd zijn, zo vermoed ik.
Veel zendelingen komen na hun missie in verre landen vaak terug in het besef dat vooral hun eigen blik verruimd is. Vanuit mijn jeugd herinner ik me dat dominees die ‘in de zending hadden gezeten’ vaak niet meer zo goed pasten in het keurslijf. Ze hielden er vaak ruimere ideeën op na dan het burgerlijke kerkvolk en hun minder avontuurlijke collega’s. Kortom: de soep wordt minder heet gegeten dan hij wordt opgediend.
Ik geloof dat mensen, van welke religie of levensovertuiging dan ook, dichtbij ‘de waarheid’ zitten als vertrouwen, hoop en compassie het winnen van onverschilligheid, cynisme en haat.”
Daarom vind ik de reactie van Sharda Nandram wel mooi, in hetzelfde artikel in Trouw. Zij is hoogleraar hindoe-spiritualiteit en samenleving aan de Vrije Universiteit. Terwijl andere hindoes onaangenaam getroffen zijn door de christelijke actie, gelooft zij als hindoe toch in de goede intenties van de betreffende christenen. “Ze willen anderen meenemen in iets wat zij zelf als belangrijk ervaren, dat is waarschijnlijk goed bedoeld. Wij moeten hen die ruimte gunnen. Maar het was mooi en interessant geweest als we samen iets hadden georganiseerd.”
Het eerste wat Nandram zegt, lijkt me een geruststellende gedachte voor de genoemde christelijke organisaties. En het tweede is een belangrijke oproep: elkaar écht ontmoeten op basis van gelijkwaardigheid en met elkaar in gesprek gaan. Ik ben trouwens benieuwd of daar nog wat van komt.
Een wereld te winnen
Krijgt juist in de dialoog en de ontmoeting tussen mensen ‘de menswording van God’ gestalte? En is die menswording misschien minstens zo sterk aanwezig vanuit de gedachte van bijvoorbeeld Divali, het grote feest van de hindoes dat nu gaande is? Chander Mathura schreef er kort voor Divali een interessant artikel over op deze website. Hij schreef: “Wij zijn allemaal kleine vonkjes van God. Met dat vonkje verlichten wij onze directe omgeving. De ruimte verder weg wordt niet verlicht. Duisternis scheidt de vonkjes van elkaar. Maar als wij elkaar vasthouden kunnen wij de gehele ruimte en zelfs de wereld verlichten.”
Vanuit een diep respect voor de eigenheid van diverse religieuze tradities, kan religieus relativisme geen kwaad. In tegenstelling tot spiritueel en moreel relativisme. Ik geloof dat mensen, van welke religie of levensovertuiging dan ook, dichtbij ‘de waarheid’ zitten als vertrouwen, hoop, en compassie het winnen van onverschilligheid, cynisme en haat. In dat opzicht is er een wereld te winnen, te beginnen in Nederland.
Hoi Theo, bedankt voor je artikel. Ik vond het interessant om te lezen.
Hoewel ik (denk ik) jouw insteek best begrijp, heb ik toch een opmerking. Vaak wordt tegenwoordig een ‘conservatieve’ of ‘orthodoxe’ kijk op de werkelijkheid neergezet als nauwdenkend en vervolgens gecontrasteerd met een zogenaamd meer ruimdenkende kijk op de werkelijkheid. In deze gedachtegang zit volgens mij een denkfout die ik ook meen te ontwaren in jouw artikel.
Ik zal maar meteen uit de kast komen als christen van een wellicht conservatieve of orthodoxe overtuiging. Wat bedoel ik daarmee? Niet dat ik altijd en overal precies weet hoe het zit, wie er fout zit en wie gelijk heeft. Wel bedoel ik daarmee dat ik geloof objectieve waarheid bestaat. Niet alles is even waar, sommige claims en uitspraken zijn waar, andere niet. En ik ben ervan overtuigd dat Jezus de Waarheid is en dat de bijbel ons een betrouwbaar beeld geeft van deze Jezus. Op basis hiervan kan ik dan niet anders dan concluderen dat bijvoorbeeld het Hindoeïsme niet waar is in die zin dat het Christendom wel waar is. Dat betekent niet dat ik denk dat Hindoeïsten domme of slechte mensen zijn. Het betekent ook niet dat ik denk dat er niets te leren valt van het Hindoeïsme, in leer en praktijk. Maar ik kan niet zeggen dat ik geloof dat het Hindoeïsme net zo waar is als het Christendom.
Vanuit dit idee kan ik helemaal begrijpen waarom men de ander zou willen bekeren. Hoe dit dan gebeurt en of dat dan samen moet vallen met een voor de ander belangrijke feestdag is natuurlijk nog een tweede vraag.
In mijn optiek wordt té vaak kritiek geleverd op bvb christenen die anderen willen bekeren zonder dat de persoon die de kritiek levert doorheeft dat hij/zij zelf ook een wereldbeeld heeft die voor waar wordt aangezien. De ‘ruimdenkende’ persoon die vindt dat de christen het recht niet heeft om iemand te bekeren en die het zelfs fout vindt dat de christen iemand zou willen bekeren, probeert zelf zijn/haar wereldbeeld naar voren te brengen en, in zekere zin, de christen tot dat wereldbeeld te bekeren. Vaak komt dergelijke kritiek namelijk voort uit een zeker relativisme. Bijvoorbeeld het idee dat alle religies even waar zijn of dat ze allemaal even onwaar zijn, of dat de werkelijkheid niet kenbaar is voor ons mensen. Als dit het geval is, met welk recht zou een christen dan iemand anders bekeren, en belangrijker nog waaróm zou een christen dat überhaupt willen. Maar die kijk op de werkelijkheid en religies is ook ‘maar’ een kijk op de werkelijkheid en religies. En wanneer men vindt dat christenen eigenlijk die kijk ook maar beter zouden overnemen, dan is men toch ook de christen aan het bekeren? En wie zegt dat die visie wel waar is?
Als jij zegt: ‘Gaandeweg ben ik tot andere inzichten gekomen, maar voor mijn gevoel tegelijk dichterbij de essentie’
Dan denk ik: ‘Prima, maar wat maakt dat nu waar, of méér waar dan de visie van de conservatieve christen’?
‘En een persoonlijke gebedshouding maakt mensen, in welke religieuze traditie zij ook staan, vaak bescheiden en verwonderd. De meeste christelijke zendelingen zullen een bepaalde ontvankelijkheid betrachten, mensen niet dwingen en vooral verwonderd zijn, zo vermoed ik’. Hier denk ik wel dat je helemaal gelijk hebt. Op zijn minst hoop ik dat. Ik ben zelf als christelijk zendeling werkzaam in Zuid-Amerika en de houding die jij beschrijft is de houding die ik in ieder geval probeer te hebben.
De wereld is mooi en divers en het past mij niet als christen om overal te komen en wel even te vertellen hoe alles zit, wat iedereen fout doet en wat ze precies wel moeten doen. Gelukkig niet. Ik mag mij ook verwonderen over de creativiteit van de mens en de verschillen tussen de plek waar ik nu woon met Nederland. Gelukkig wel. Maar dit neemt niet weg dat ik oprecht geloof dat de enige weg tot eeuwige redding door Jezus is. En vanuit oprechte betrokkenheid bij mijn medemens wil ik die Jezus ook aan hem/haar bekendmaken. Volgens mij maakt mij dat niets meer bekrompen of minder ruimdenkend dan welke andere persoon.
Beste Steven, hartelijk dank voor je uitvoerige reactie die ik met interesse heb gelezen. Het voert wat ver om op deze plek een discussie te beginnen. Onze standpunten zijn denk ik ook wel helder. Ik vind het waardevol dat jij je visie deelt en ik wil erover nadenken.
Volg je Nieuw Wij helemaal vanuit Zuid-Amerika? Dat vind ik wel gaaf eigenlijk.
Groet en alle goeds, Theo
Hoi Theo,
Jazeker. Nieuw Wij heeft in ieder geval één volger vanuit de Andes ;-). Hoewel ik vaak van mening verschil met bijdrages op de website zet dat me juist aan het denken en dat vind ik heel waardevol.
Mvg,
Steven