Het antwoord zit onder andere in wat een islamitische deelneemster aan een van mijn dialoogprojecten schreef in haar evaluatie:

‘Wat mij het meest heeft geraakt zijn de mensen uit deze groep. Mijn voornaamste doel was een dialoog aangaan over de politiek in het Midden-Oosten, maar er is iets heel moois uit voortgekomen. Iets anders. Ik heb nieuwe vrienden leren kennen met een andere achtergrond en ik heb ook nog eens mezelf op een andere wijze leren kennen. Het ging niet meer over het politieke probleem in het Midden-Oosten. Het ging over ons als individuen. Mijn visie is dan ook een stuk genuanceerder geworden… Ik zal niet meer lukraak iets roepen.’

Dialoogprojecten heb je op verschillende niveaus. Wat is je doel? Kennismaking? Bewustwording? Samenwerking? Dat maakt nogal uit voor de insteek van een project. Neem Leer je buren kennen, een ontmoetingsproject van de LJG dat vooroordelen bespreekbaar wil maken bij mbo/vo-leerlingen en pabo-studenten. Dit jaar gaan we het magische getal van vijfduizend deelnemers halen. Wat maakt dat project zinvol en word ik er nooit moedeloos van? Wat werkt is leerlingen met open vizier, zonder taboes en enige mate van zelfreflectie en humor te benaderen. ‘Hebben jullie weleens een Jood in het wild ontmoet?’  Wanneer je een sfeer creëert waarin het gevoel bestaat dat alles gezegd mag worden, ook de pijnlijke dingen, kom je verder. Natuurlijk is het dan mooi wanneer ze elementen uit het jodendom waarderen of herkennen. Dat ze uitdrukking geven aan hun gevoel wanneer ze voor het eerst in een synagoge zijn. Als ze met frisse tegenzin binnenkomen, maar vervolgens eindeloos blijven hangen bij de koffie om toch nog even die persoonlijke vraag te stellen.

Maar er zijn ook moeilijke momenten. Momenten waarop je net denkt met een groep op één lijn te zitten en er een jongen ineens oppert dat iedereen toch weet dat de opkomst van IS een zionistisch complot is en Joden alle banken bezitten. En dat zo’n jongen, met wie je net een half uur heel constructief en gezellig hebt gesproken, dat dan gaat onderbouwen met argumenten van bedenkelijke internetpagina’s en Facebook. Dan zakt de moed je soms in de schoenen en weet je weer: dialoog is niet soft! Soms is het keihard en confronterend. Ik ben niet van de thee. Ik drink espresso.

Wat doe je dan? Dan zet je zo’n jongen niet direct in de spreekwoordelijke hoek. Ik geef altijd eerlijk aan dat ik ervan schrik en dat het me raakt. En dan vraag ik door. Hoe komt hij aan zijn informatie? Wat voelt of denkt hij er zelf bij? En nog belangrijker, wat vinden zijn medeleerlingen van deze ideeën? Delen ze die? De grootste correctie komt namelijk meestal uit de groep zelf. Ik probeer steeds om op de bal te spelen en niet op de man en er met mijn medegespreksleider voor te zorgen dat er geen vijandige sfeer ontstaat. Dat lukt bijna altijd. Ook wanneer we toch iets ontkrachten of er een ander beeld naast zetten. Zelfs na een dergelijk gesprek is zo’n jongen vaak wel bereid om gewoon mee te gaan, de synagoge in, en vaak nog geïnteresseerd ook. Want waar de grootste weerstand zit, zit vaak ook de grootste interesse.

Soms betrap ik mezelf na afloop weleens kort op de gedachte: waar doe ik het allemaal voor, wanneer er mensen zijn die zo denken? Maar dan herpak ik mezelf en weet ik… voor die andere 24 leerlingen in de klas, die deel zijn geweest van deze discussie en voor het feit dat we deze jongen zelf op zijn minst aan het twijfelen hebben gebracht, want na afloop kwam hij toch bedanken, een hand geven en zeggen dat hij veel nieuws had geleerd. Er is natuurlijk een groot verschil in effectiviteit tussen dialoogbijeenkomsten en een uitgebreid project. Het laatste kost veel meer tijd, geld en aandacht, maar heeft door inzet van rolmodellen binnen de eigen gemeenschap een effect voor de lange termijn.

Ik weet dat er in de Joodse gemeenschap naast waardering ook veel kritiek is op het werk dat ik doe. ‘Wij hebben geen probleem. Zij hebben een probleem!’ Die hoor ik regelmatig. Het klopt zonder meer dat antisemitisme een probleem is van de antisemiet en niet van de Jood. Er is echter ook zoveel onwetendheid, onbekendheid en onbenulligheid. Niets doen gaat zeker geen inclusievere, veiligere, harmonieuzere samenleving opleveren. Wat is dan het alternatief? Wie het weet, mag het zeggen. Een fijne bijkomstigheid van dialoog is dat je in de ontmoeting met de ander ook jezelf beter leert kennen, en daar is nog nooit iemand slechter van geworden.

Bovenstaande column werd eerder geplaatst op NIW.nl.

Profiel Chantal 2021 thuis

Chantal Suissa-Runne

Adviseur

Chantal Suissa-Runne heeft diverse succesvolle programma’s opgezet omtrent het verbinden van verschillende groepen in de samenleving …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.