Haar eerste poging (2008) strandde in de Eerste Kamer. Ze leidde echter wel tot een ‘Convenant onbedwemd slachten’, op 5 juni 2012 ondertekend door de staatssecretaris van landbouw, de vereniging van slachterijen en vleesverwerkende bedrijven, het Contactorgaan Moslims en Overheid en het Nederlands Israelitisch Kerkgenootschap.[1] Het convenant is in werking vanaf begin 2018.
Al in maart 2018 kwam de Partij voor de Dieren met haar voorstel om alle uitzonderingen op het verbod op onverdoofd slachten te schrappen. Als een getuigenispartij gaat de Partij voor de Dieren voor het hoogste. Hoewel, het hoogste is voor haar een vegetarische of zelfs veganistische mensheid. Ruimte voor compromissen, zoals een strak gedefinieerde uitzondering om onverdoofd te mogen slachten, mag er in haar ogen niet zijn.
Lijden van dieren
Tijdens een hoorzitting over het wetsvoorstel op 25 september 2019[2] kwamen enkele clusters van argumenten voorbij. Het eerste cluster had vooral betrekking op de ernst van het lijden van de te slachten dieren. Verdoving en bedwelming klinken vele malen vriendelijker dan de harde praktijk. Voorafgaand aan het doden van dieren, zijn pijn en stress domweg niet te voorkomen. Maar of dat dierenleed bij goed uitgevoerde rituele slacht per definitie veel zwaarder is dan in geval van reguliere slacht, was mij na afloop van de hoorzitting allerminst duidelijk.
Speelruimte
Het tweede cluster ging over de mogelijke speelruimte binnen het concept van ritueel slachten. Technisch gezien zijn er vormen van verdoving die niet per definitie tot de dood van het dier leiden (i.t.t. de klassieke pin in het hoofd) en die dus wel binnen bepaalde opvattingen van ritueel slachten vallen. Een prinses uit Jordanië beoogde dit via een skype verbinding. Ook anderen wezen op die optie.
Een enkeling ging zelfs zo ver door te stellen dat een verbod in Nederland geen probleem hoeft te zijn. Joden en moslims kunnen hun vlees gewoon importeren of – nog botter – af te zien van vlees consumptie. Rasit Bal (Contactorgaan Moslims en Overheid) onderkende dat er binnen de islamitische (en ook joodse) gemeenschappen verschillende opvattingen bestaan en dat die opvattingen gaandeweg kunnen veranderen, maar het is aan die gemeenschappen zelf om te bepalen wat voor hen wenselijk en toelaatbaar is. Daar dienen overheden, dierenartsen en filosofen toch enige afstand te bewaren.
Vrijheid van godsdienst
Het derde cluster bevatte misschien wel de meest heikele kwestie, namelijk de vraag of een algeheel wettelijk verbod op ritueel slachten in strijd is met de vrijheid van godsdienst. Die vrijheid van godsdienst kan niet absoluut zijn. Het ritueel doden van mensen – om maar een extreem voorbeeld te noemen – kan niet met een beroep op godsdienstvrijheid verdedigd worden. De Partij voor de Dieren wijst in de memorie van toelichting op de veranderende opvatting in de samenleving: rechten van dieren wegen vandaag de dag veel zwaarder dan pakweg honderd jaar geleden. Maar is dat een reden om ritueel slachten nu te verbieden?
De Raad van State en de aanwezige rechtsgeleerden (op één na) beantwoordden deze vraag volmondig en beargumenteerd met een nee. Een verbod is volgens hen wel degelijk een forse inbreuk op de vrijheid van godsdienst. Eén rechtsgeleerde steunde op basis van een discutabele interpretatie van een rechtelijke uitspraak de Partij voor de Dieren. Ten slotte was er een rechtsfilosoof die een eigen betoog opbouwde, waar uit volgens haar zou blijken dat ritueel slachten verboden kan worden. Haar theoretische betoog was naar mijn idee losgezongen van de praktijk, waarin diverse levensbeschouwingen naast elkaar bestaan. De rationele filosofie kan in deze wereld niet optreden als een soort boven de partijen verheven scheidsrechter.
Terugblik
Soms expliciet riep het wetsvoorstel de indringende vraag op of het niet een signaal is dat joden en moslims met hun levensbeschouwingen en levensstijlen op hun tellen moeten gaan passen. Een enkeling verwoordde ook dat het wetsvoorstel in zijn gemeenschap het gevoel opriep hier niet meer thuis te mogen zijn, niet meer getolereerd te worden. De aanwezige leden van de kamercommissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit pakten dit naar mijn indruk niet echt op.
Natuurlijk is de Partij voor de Dieren een betrekkelijk kleine one issue partij. Maar het feit dat de vorige – bijna identieke – poging van de Partij van de Dieren pas strandde in de Eerste Kamer, geeft wel te denken. Dat geldt ook voor de hardnekkigheid waarmee de partij haar gelijk probeert te halen. Maar die compromisloze houding heeft onbedoeld wel een impact op mensen die volop deel zijn van onze plurale Nederlandse samenleving.
[1] Later (5 juli 2017) gevolgd door een addendum met enkele aanvullende bepalingen. Ook dit is ondertekend door de genoemde partijen.
[2] Zie voor alle stukken, inclusief de inbreng van de diverse betrokkenen: https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/details?id=2019A02431
Niet zeuren. gewoon verdoven en daar geen discussie van maken alsof het je zou belemmeren in de beleving van je Godsdienst. Beter nog is helemaal geen vlees eten, want de fok- en slachtmethoden (en vooral de massaliteit) maken dat we ons niet meer aan d egestelde regels kunnen houden. Dat zie je ook bij islamitische slagers, waar geslachte kistkalveren en plofkippen gewoon te koop zijn.