Deze scheldkanonnade werd van twee hoog op mij afgevuurd. Het was de ‘vriendelijke’ reactie op mijn vraag of de muziek wat zachter mocht. “Waarom komt iedereen altijd over mij klagen. Waarom wordt er nou nooit eens over een ander geklaagd? Hè!” Ik stond beneden en dacht ‘het is net als op school wanneer een puber het zeer onterecht vindt dat de docent hem ergens op aanspreekt.’ Niets aan de hand…

“Dit is fucking getto Presikhaaf! Jij hoort hier niet! Rot op. Krijg de tyfus.” Rustig blijven ademhalen. Maar ik heb nu wel een knoop in mijn buik…

“Nou goed dan. Ik zal de muziek één millimeter zachter zetten! Maar als ik ook maar één miniem beetje overlast van jou heb, dan doe ik hetzelfde bij jou.” ‘Prima,’ dacht ik, ‘fijne avond mevrouw. Kom het vooral zeggen als ik overlast veroorzaak. Ik zou het vervelend vinden als u last van me heeft. Gooi de frustraties eruit…’

Het was al laat, maar ik kon de slaap niet vatten. Hoewel de muziek zachter was gezet, galmden de woorden “Dit is fucking getto Presikhaaf! Je hoort hier niet!” op volle sterkte door. Waar ben ik beland?

Volgens de statistieken in een Vogelaarwijk, achterstandswijk, probleemwijk, prachtwijk… nou ja, zo’n wijk waar de tuintjes niet netjes aangeharkt zijn en er nog eens wat gebeurt op straat. Een wijk waar kinderen hun fantasie loslaten op karton dat naast een vuilcontainer is gedumpt, mensen arm zijn en daarom oneindig en met elkaars hulp fietsen en auto’s oplappen, en mensen genoeg tijd hebben om je op straat te groeten en een praatje te maken, want ze zitten werkloos thuis. Een wijk waarin ik binnen twee weken wist wie de buurtagenten zijn, waar ongelooflijk veel gedaan wordt om mensen met elkaar in contact te brengen en waar ik mijn bovenbuurvrouw help met Nederlands leren.

Ben ik op de verkeerde plek beland? Ja, als je puur en alleen kijkt naar mijn achtergrond. Opgegroeid in een dorp en hoog opgeleid. Maar wat zegt dat nou? Ik kom mijn hele leven al in Vogelaarwijken en heb me er zelden ongemakkelijk gevoeld. Sterker nog, het zijn de wijken waar wat te beleven valt en ik altijd mensen vriendelijk en met een grote glimlach groet. Leven en laten leven, betalen met gelijke munt, grote bek, klein hartje. Zo (over)leef je. Waardoor word je vrienden? Door te kletsen in het trappenhuis, door te helpen een boodschappentas te tillen of te informeren of het iemand lukt een band te plakken. Waarmee maak je vijanden? Door te liegen en te bedriegen.

Ja, de politie zie ik wat vaker. Maar ook de mensen zie ik wat vaker. Ik ben hier op mijn plek. Getto Presikhaaf moet echt geen Vinex-wijk worden. Liever een wijk met een grote bek en een groot hart dan een wijk waar iedereen langs elkaar leeft. En van te harde muziek laat op de avond heb ik nooit meer last gehad.

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.