Veel mensen weten niet dat de nationale herdenking nooit is begonnen om de slachtoffers van de holocaust te herdenken. Oorspronkelijk ging het vooral om het herstellen van een nationalistische trots. Nederland werd verheerlijkt als verzetsnatie, vooral de gevallen strijders en soldaten zouden worden herdacht. Dat er veel meer collaborateurs waren dan verzetsstrijders werd voor het gemak maar even vergeten.

Zo ook dat er disproportioneel veel van die verzetsstrijders communisten waren. De Hannie Schaft herdenking in 1951, die door de Communistische partij was georganiseerd, werd uiteen gedreven door honderden soldaten en politie, inclusief vier gepantserde wagens met mitrailleurs. Zelfs het Nederlands Auschwitz Comité, opgericht door kamp-overlevers, werd jarenlang bespioneerd door de geheime dienst, omdat er te veel communisten actief waren.

De doden die niet worden herdacht

De eerste uitbreiding van het officiële herdenking memorandum in 1961 had niets te maken met slachtoffers van genocide of buitengesloten verzetsstrijders. De soldaten die hadden huisgehouden in Indonesië en Korea wilden ook erkenning voor hun offers en zouden dat als eerste krijgen. In beide oorlogen werden structureel oorlogsmisdaden gepleegd. Naar schatting stierven drie miljoen Koreanen en minstens 97.000 Indonesiërs. Al die doden worden niet herdacht, simpelweg omdat het geen Nederlanders waren.

Sinds 1961 is er een hele reeks landen bijgekomen waar Nederlandse soldaten zijn omgekomen, zoals het voormalige Joegoslavië, Afghanistan, Irak en Mali. Alleen de Nederlandse soldaten die daar vochten worden herdacht en zij vochten zeker niet altijd aan de juiste kant van de geschiedenis. Zo stierven tussen 2003 en 2011 naar schatting een miljoen Irakese burgers tijdens de illegale invasie en bezetting die door de Amerikanen werd geleid, met ondersteuning van Nederland. De 4 mei herdenking maakt dus in veel gevallen plek voor daders terwijl hun slachtoffers aan de kant worden geschoven. Daar wordt dan ook nog eens een sausje (neo)koloniale propaganda overheen gegoten. Van Indonesië tot Irak, zou nederland volgens het Comité hebben bijgedragen aan ‘’stabiliteit en veiligheid in de wereld.’’

Vooral schokkend is dat de doden onder de oorspronkelijke bewoners van Nederlands-Indië tijdens de tweede wereldoorlog, Nederlanders dus, ook niet worden herdacht. Als we namelijk kijken naar de cijfers van het Comité 4 en 5 mei bij de slachtoffers in Azië zien we slechts tienduizenden doden staan, terwijl 3-4 miljoen mensen overleden in Nederlands-Indië. In het bijbehorende boekje van het Comité, de doden tellen, wordt echter alleen gesproken over de slachtoffers onder ‘’Europeanen en Indo-Europeanen’’ in Nederlands Indië. Zo houdt het Comité nog steeds vast aan de apartheid standaarden van het kolonialisme onder Nederlands-Indië, waar de oorspronkelijke bewoners tweederangsburgers waren en vaak tot slaaf werden gemaakt.

Uiteindelijk moet het Comité 4 en 5 mei denk ik een keuze maken: beperk de herdenking tot slachtoffers tijdens de Tweede Wereldoorlog, inclusief de oorspronkelijke bewoners van Nederlands-Indië. Of maak er een herdenking van voor alle oorlogsslachtoffers wereldwijd. Alles wat daartussenin zit riekt naar racistische standaarden. En dat is het laatste waar 4 mei voor zou moeten staan.

Protesten en waakzaamheid

Pas in 1966 kwam er expliciete erkenning voor de holocaust in het officiële memorandum. Dat moeten we niet vergeten nu nieuwe stemmen zich laten horen voor een inclusievere herdenkingscultuur: initiatieven voor de vluchtelingen die verdrinken in de middellandse zee, voor vergeten verzetsstrijders met Afrikaanse roots, als ook de miljoenen doden in Nederlands-Indië die niet worden herdacht. Dergelijke stemmen worden door de media en de autoriteiten makkelijk weggewuifd als asociaal en soms zelfs gecriminaliseerd en zonder aanklacht opgepakt. Maar verzet tegen 4 mei is er altijd geweest.

De jaren zeventigen tachtig waren in het speciaal decennia van grootschalige protesten en alternatieve herdenkingen. Een mooi voorbeeld is J’accuse, een initiatief van de Joods-Duitse vluchteling Han Wielek, die twintig jaar lang een alternatieve herdenking op 4 mei in het Krasnapolsky hotel aan de Dam organiseerde, waar verscheidene organisaties actief waren tegen racisme en de westerse steun aan dictatoriale regimes in Griekenland, Zuid-Afrika en Spanje.

De demonstraties waren zo succesvol dat het Comité in 1979 het memorandum aanpaste om de actuele ‘strijd om vrijheid en tegen fascisme en onderdrukking’’ te benadrukken. Waar in 2017 de burgemeester van Amsterdam het demonstratierecht beperkte en de herdenking van verdronken vluchtelingen als afleidend bestempelde, werd in 1988 door de burgemeester van Amsterdam op 4 mei juist een appèl gedaan op onze huidige verantwoordelijkheid:

“We staan hier niet in een sleur, om een slijtende traditie wanhopig in leven te houden. Wij staan hier onder meer, omdat de geest van de Übermensch nog steeds rondwaart hier, om de hoek, en in landen als Zuid-Afrika in volle openheid.”

Die oproep tot waakzaamheid, inmiddels weer verdwenen uit het 4 mei memorandum, is nog altijd relevant. Zeker in tijden van Corona, waarbij ongedocumenteerde vluchtelingen in Nederland zonder onderdak op straat moeten zwerven; of in Griekenland juist in overvolle en onhygiënische kampen moeten vertoeven, omdat Nederland haar verantwoordelijkheid weigert te nemen. Linda Polman beschreef in haar boek, Niemand wil ze hebben, hoe de Duits-joodse vluchtelingen in de jaren dertig ook al door Europa werden geweerd. De overeenkomsten tussen het vluchtenlingenbeleid toen en nu zijn ijzingwekkend

De 4 mei protesten gingen niet alleen om wie we herdenken, maar vooral ook waarom. Als we herdenken zonder waakzaam te zijn tegen racisme en oorlog vandaag de dag, wordt het namelijk al snel een betekenisloos ritueel. Een soort schouderklopje, dat we ons zo goed bezig houden met het leed van toen. Maar als we onze gestorven voorouders werkelijk willen eren, dan zeggen we dat nooit meer. Dat is waardig herdenken. Een herdenking waar ik zonder gemengde gevoelens achter zou staan.

U kunt gratis verder lezen

Klik deze melding weg via het kruisje. Maar goede artikelen schrijven kost geld. Steun daarom onze schrijvers en word al vanaf € 5 per maand Vriend/in van Nieuw Wij.

Ik lees eerst het artikel verder.
chris-de-ploeg_bewerkt

Chris Kaspar de Ploeg

onderzoeksjournalist

Chris Kaspar de Ploeg (1994) is onderzoeksjournalist, verbonden aan Platform Authentieke Journalistiek, en publiceerde in onder meer Follow …
Profiel-pagina
Al 2 reacties — praat mee.