In de eerste plaats kan je ze samen horen met Christusʼ antwoord op de vraag van zijn discipel over hoe we zullen weten dat hij – het herrezen lichaam – is teruggekeerd. Christus zegt dat hij er zal zijn als er liefde is tussen zijn gelovigen. Hij zal er niet zijn als een persoon die je kunt aanraken, maar als de band van liefde en solidariteit tussen mensen, dus: ʻRaak me niet aan, maar raak andere mensen en ga met ze om in de geest van de liefde.ʼ Raar genoeg is dat wel erg actueel.
Vandaag de dag, te midden van de coronavirusepidemie, worden we allemaal juist gebombardeerd met oproepen om anderen niet aan te raken, maar onszelf te isoleren, en om een goede lichamelijke afstand na te leven. Wat betekent dit voor het gebod ʻRaak me niet aan’? Handen kunnen die ander niet bereiken; alleen van binnenuit kunnen we elkaar benaderen, en het venster op ʻhet innerlijkʼ wordt gevormd door onze ogen. Als je dezer dagen iemand ontmoet die dicht bij je staat (of zelfs een vreemde) en de juiste afstand bewaart, kan een diepe blik in de ogen van de ander meer onthullen dan een intieme aanraking.
Dus we mogen hopen dat de lichamelijke afstandelijkheid de intensiteit van onze band met anderen juist zal versterken. Het is pas nu ik veel van degenen die dicht bij me staan, uit de weg moet gaan, dat ik hun aanwezigheid, hun belang voor mij volledig ervaar. Lichamelijkheid bestaat bij de gratie van niet lichamelijke verlatenheid.
Centraal in Žižeks atheïstische christologie staat die notie van goddelijke verlatenheid. Dit idee, dat voornamelijk van de filosoof Hegel is geërfd, stelt dat in de menswording God de Vader volledig en zonder resten manifest wordt in de Zoon die lichaam is geworden in Jezus Christus, en na Christus ‘dood aan het Kruis, God de Vader, dat wil zeggen God als zodanig, overlijdt. Voor Žižek is de komst van de Heilige Geest dus niets meer dan de verzamelde gemeenschap van getrouwe gelovigen, die niet zomaar een troost is, maar de materiële werkelijkheid van de Godheid zelf.
Generaties eerder legde Freud uit dat de Jezus-mythe gewoon een recycling is van meer primitieve heldenmythologieën waarin de held / zoon zichzelf opoffert om namens anderen een verzoening met de Goddelijke Vader te bereiken. Hoewel Žižek tegen Freud ingaat vanwege zowel de historiciteit als de uniciteit van de Christusgebeurtenis, volgt hij Freud wel in het zien van een psychologische dimensie van christelijke vrijheid. Hier concentreert Žižek zich op de noodzaak van het materiële bestaan van Christus, zowel Zijn levend lichaam als Zijn lijk. Žižek stelt dat het de historiciteit is van Jezus ‘echte menselijke lichaam’ – een lichaam dat eet, slaapt, lijdt en sterft – dat de reductie van het christelijke verhaal tot louter een mythe of symbolisch ‘spel’ waarin goddelijke symbolen worden verhandeld en gemanipuleerd, verhindert. Bovendien, Žižek stelt dat het het materiële lichaam van Christus is dat sterft en herrijst in de gemeenschap, wat de materiële werkelijkheid is van de Godheid zelf en het uiterste moment van Gods zelfrealisatie, ontdaan en gezuiverd van alle transcendentie.
Zo kunnen we de radicale aard van de gelovige gemeenschap beginnen te begrijpen, die een universele menselijke gemeenschap is geworden in zoverre de hele mensheid door God in de steek is gelaten. Dus traditionele interpretaties van Christus’ belofte om een trooster naar de gelovigen te sturen, missen het punt volledig. Want het is de gemeenschap na de wederopstanding die bestaat als Trooster, als Paracleet. Bovendien is de ervaring van het verlaten zijn door God ook universeel geworden. Voor Žižek delen zowel de christen als de atheïst dezelfde fundamentele ervaring, die van Christus aan het kruis, verlaten door God. Žižek betoogt krachtig dat in het licht hiervan de relatie tussen christendom en atheïsme opnieuw moet worden gezien, niet als antagonistisch ten opzichte van elkaar, maar als verwant en complementair, samen met de vereiste noties van geloof, overtuiging, enzovoort. Atheïsme is voor Žižek de betekenis van het christendom enerzijds, en het christendom is de meest diepgaande uitdrukking van het atheïsme anderzijds.
Emancipatio!
Terwijl de visie van Žižek ons oproept ons te verenigen in een universeel gebrek (een gevoel van verlatenheid door God) dat ons in staat stelt solidariteit te tonen met de Ander in hun gedeelde gebrek, kunnen we ons de vraag stellen hoe we dan op een politiek emancipatorische manier vooruitgaan terwijl we ons verzetten tegen de impuls om onszelf te degraderen tot eeuwig slachtofferschap.
Dit is waar een theologie van de wederopstanding nuttig en zelfs noodzakelijk is om echt progressief en emancipatorisch te zijn in onze politiek. Op deze manier kunnen we ons niet alleen verhouden tot de ander in ons radicale gebrek, maar ook op een radicaal nieuwe manier via opstanding en nieuw leven, waar we broeders, zusters en kameraden worden, verantwoording verschuldigd aan elkaar in een gedeelde, positieve politieke beweging.
Wellicht is dit te verduidelijken door het lichaam te zien vanuit verschillende tijdsperspectieven. Chronos verpersoonlijkt de onverbiddelijke lineaire tijd die onverbiddelijk leidt naar de dood van elk levend lichaam. Aeion is de god van de cirkelvormige tijd, van de seizoenen en de cyclus van de dierenriem, en van de eeuwige terugkeer zoals voorgesteld door de slang met zijn staart in zijn mond en de metabolisme van het lichaam, de stofwisseling. Kairos heeft een dubbel aspect van bedreiging en belofte – in de christelijke theologie is dit het moment van een noodlottige beslissing, het moment waarop ‘nieuwheid in de wereld komt’, zoals bij de geboorte van Christus en bij het Opstandingslichaam.
Zoals bij de meeste epidemieën, is de Covid-19 pandemie grotendeels geïnterpreteerd in termen van Chronos of Aion: als een gebeurtenis in de lijn der dingen, een dieptepunt dat, net als een slecht seizoen, vroeg of laat zal omslaan. Wat we mogen hopen is dat de pandemie de logica van Kairos zal volgen: een catastrofe die ons zal dwingen een nieuw begin te vinden, een nieuw lichaam. En een nieuw Opstandingslichaam.
Naar aanleiding van SLAVOJ ŽIŽEK – PANDEMIC! Covid-19 Shakes the World, JEA PRESS, mei 2020. Dit artikel is afkomstig uit Ophef (zomer 2021), ‘tijdschrift voor hartstochtelijke theologie’ van de Vereniging voor Theologie en Maatschappij.