Minder onverschilligheid en een beetje meer liefde: dat is geen gemakkelijke opdracht in deze tijd, want al te snel schiet de wijzende vinger richting de ander. Zelf betrap ik me er ook op: als het ingewikkeld wordt, als er (werk)druk ontstaat, zit de schuld vaak bij de ander. Zo maar ineens wijzen alle woorden in die richting, beschuldigend, insinuerend. Vaak is dat iemand die een afwijkende mening heeft of ander gedrag vertoont.

In deze tijd van wel-een-prik-niet-een-prik en tolerant-niet tolerant ligt er direct aan elke kant een scherpe mening, voordat onderzocht is of iemand misschien goede redenen heeft voor een bepaald keuze. Als reactie ontstaat er geen gesprek maar gaan personen zich soms op een grove, kwetsende manier verweren. Ook dat is nieuw en ongehoord.

Ik moest daaraan denken bij de heftige en onparlementaire taferelen die zich geregeld in onze volksvertegenwoordiging afspelen. En bij de (doods)verwensingen die dagelijks heen en weer door de digitale lucht vliegen. En hoezo durft een dochter van een minister in Nederland niet samen met hem meer over straat?

Het gaat te snel, al die scheldwoorden en verwensingen die de ether in geslingerd worden ten koste van de ontvangers. Als kind kreeg je wel eens te horen dat je eerst tot tien moest tellen voordat je iets zei. Een goede tip voor bijvoorbeeld de leden van de Tweede Kamer is dan ook: tel eerst even rustig de keitjes aan de achterwand voordat je iets terug zegt.

Hoeveel liefde kunnen we nog bieden? Is onze liefde, onze vriendelijkheid, onze tolerantie op? Iets met de mantel der liefde bedekken had altijd een ongunstige klank, maar nu kunnen we een beetje mantel af en toe wel gebruiken, om onder te schuilen.

Het is goed om je tegen dit negatieve en kwetsende gedrag uit te spreken. Hardop zeggen: ik ben tegen! Jammer genoeg valt dat niet echt op want al bijna 17 miljoen Nederlanders zijn in deze tijd wel ergens tegen. Beter is het om ergens duidelijk vóór te zijn. Daarom ben ik vóór een beetje meer liefde, om aan elkaar uit te delen, om door te geven, om te ontvangen, waarmee ik misschien niet onschuldig ben maar wel goedwillend. Want:

Wij zijn geboren om lief te hebben…
Je zou het willen roepen in deze wereld:
tegen de soldaat achter het grenshek,
tegen de jongen met de steen,
tegen de klimaatactivist en de klimaatontkenner,
tegen een bedrijf dat zijn verantwoordelijkheid ontduikt,
tegen machthebbers op oorlogspad…

Maar zeg het vooral tegen jezelf
als je je ergert, als je boos bent,
als je bang bent, als je niet geloofd wordt…
Zeg het en deel ervan uit:
deel rijkelijk uit van die liefde
die elke mens in zich draagt,
gekregen van iemand die zelf liefde is.

Wij zijn geboren om lief te hebben.

Felicia Dekkers

Felicia Dekkers

Redacteur

Felicia Dekkers is Neerlandica en studeerde later theologie. Zij werkte in het onderwijs (MO en HBO) en daarna als (beeld)redacteur bij …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.