Nu is dit vertaald door goede specialisten, en taalkundig gezien kan deze vertaling dan ook prima. Maar het is niet in de geest van de Bijbel. Dat is een spiritueel boek, geen historisch verslag. Het bevriest het scheppingswerk van God in de verleden tijd, zoiets als: in 1600 was de slag bij Nieuwpoort. Op school vroeg ik me al af wat zo’n stoffige datum in hemelsnaam met mij te maken zou kunnen hebben.
Mijn Hebreeuws is een beetje roestig geworden, maar ik weet wel dat je de eerste zin van Genesis evengoed (en zelfs beter) in de tegenwoordige tijd kunt lezen. De Naardense Bijbel vertaalt dan ook: ‘Sinds het begin is God schepper, – van de hemelen en de aarde’. Want God is nog steeds bezig met scheppen. Ook de oudere Leidse Vertaling leest: ‘Toen God een aanvang maakte met de schepping van hemel en aarde’. Het boek Genesis vertelt over het begin van een scheppingsproces dat nog steeds voortduurt. Een evolutieproces, noemt de wetenschap het.
God schept tegen de klippen op
We hebben hier dus niet een verslag uit een ver verleden. Nee, God is nog steeds bezig de wereld dynamisch vorm te geven, hier en nu, ook in de kunst en politiek, in jou en mij. De wereld is nog niet af, zoals we allemaal kunnen aflezen aan de aardbevingen, vuurspuwende vulkanen en onze eigen primitieve geweldsuitbarstingen. Af en toe lijken we nog niet veel te verschillen van onze prehistorische voorouders die elkaar met knotsen bewerkten. Soms denk ik: die arme God schept tegen de klippen op.
Door te kiezen voor een historische vertaling (‘God schiep’) zet de NBV21 hem vast in het verleden. Zijn actie wordt als de slag bij Nieuwpoort in 1600: alleen interessant voor mensen die in archieven duiken. Het bevestigt onze illusie van autonomie, alsof we op eigen houtje de schepping zouden moeten voltooien.
Elke protestantse kerkdienst begint met de woorden uit Psalm 124,8: ‘Onze hulp is de naam van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft’. Maar ik zeg altijd: ‘Onze hulp is de naam van de Heer die hemel en aarde maakt’. Dat is een betere, spirituele vertaling van deze woorden.
De ‘Nieuwe’ Bijbelvertaling dreigt van de Schrift een fossiel te maken.
Nou dat begint dan alweer (niet) goed! Nu maar hopen dat de herzieners verder wel goed geluisterd hebben naar alle feedback op de eerste editie, maar dit stemt niet hoopvol… Zou ik de enige predikant zijn die steeds vaker grijpt naar Wililbrord, Herziene Statenvertaling en die goeie ouwe NBG 1951?
Ach,ach, hebben we het nu over gevoelens bij een vertaling of hebben we het inhoudelijk over de vertaling..Gelijk alweer negatief wegzetten, de inkt is nog niet droog. En dan die vergelijking met de slag bij Nieuwpoort! Er valt intussen genoeg te zeggen over de weergave en uitleg van Suurmond. Bijvoorbeeld naar aanleiding van het vervolg, met bijvoorbeeld de werkwoorden die de verleden tijd aangeven, om eens iets te noemen. Ik ben van mening, dat de vertalers hier goed werk hebben verricht met échte deskundigheid. Ik heb mijn reactie ten overvloede nog even tegen het licht gehouden bij homileet dr. Arjen Velema. Hij reageerde positief op mijn visie en vind wat Suurmond schrijft niet houdbaar op wetenschappelijke gronden. Ik hoop, dat de NBV21 in “goede aarde” zal vallen bij velen, waartoe door Karin van den Broeke gebeden werd.
Stellen dat deze vertaling van de eerste zin van de Bijbel ‘hem’ vastzet in de verleden tijd is een aanname waarvoor geen dwingende reden is. Zoals het ook al een onthutsende aanname is dat historische feiten als de slag bij Nieuwpoort louter betekenisvol zouden zijn voor archivarissen. En kan je afvragen ‘wat het met mij te maken zou kunnen hebben’ leidend zijn voor vertaalkeuzes? En vooral: waarom zou een historisch, feitelijk verslag spiritualiteit buitensluiten of vice versa?
Iedereen zal toch het grote verschil aanvoelen tussen ‘hij gaf om mij’ en ‘hij geeft om mij’. Spiritualiteit gaat altijd over hier en nu. De bijbelverhalen dus ook. Op een andere plek (Romeinen 5) is bijvoorbeeld het verhaal van Adam niet iets historisch. Het gaat over ons: in Adam zijn wij allen, vandaag, zondaars. En die Adam moeten we elke dag weer begraven, voegde Abraham Kuyper toe.
Geachte heer Suurmond, Dank voor uw reactie. Ik zou zeker niet willen ontkennen dat spiritualiteit gaat over het hier en nu – maar niet louter! Historische feiten doen ertoe, ook als het gaat om spiritualiteit. De Bijbel is niet slechts een boek dat louter historische informatie verstrekt, maar dát de Bijbel dat doet en dat dit relevant is voor spiritualiteit nu lijkt mij belangrijk om vast te houden.
The Jewish Publ. Society heeft een mooie vertaling van Genesis 1,1: ‘When God began to create heaven and earth’. Zouden deze joodse vertalers geen Hebreeuws kennen?
Als ik het zo lees dan zit het probleem niet zozeer in de verleden tijd van van het werkwoord ‘scheppen’ als wel in de keuze voor het werkwoord ‘scheppen’ als zodanig. Iets scheppen of maken impliceert toch ook dat je het voltooit en afmaakt, want anders lever je immers maar half werk. Misschien zou je daarom in dat geval beter kunnen uitgaan van het woord ‘genesis’; genereren, voortbrengen. Dan krijg je zoiets als: “In het begin bracht God de hemel en de aarde voort”. Daarmee laat je de mogelijkheid open dat hemel en aarde daarna verder tot ontwikkeling kwamen en vorm kregen.
Creationisten zullen ongetwijfeld wijzen op de zevende dag van de schepping. En inderdaad staat daar dat God na de gedane arbeid voldaan kon rusten, omdat Hij had gezien dat het allemaal goed was gelukt. In zoverre zit Gods werk er inderdaad op en is de rest dus aan ons.
Wat dan te denken van het woord van Jezus: “Mijn vader werkt tot nu toe en ik ook”? Zou de rustdag nog moeten komen? Of is het een nog heel ander verhaal… (zie o.a. Eckhart).
Ik moest zelf ook meteen aan deze tekst uit het Johannes-evangelie denken, en dan in de zin van: “God is nog steeds scheppende…”. Ik vind dat heel mooi, het is geen voltooid verleden tijd, maar de schepping gaat dóór. dat geeft mij moed, hoop, vertrouwen. Dat God erbij is.
De bijbel zit schijnbaar vol tegenstrijdigheden en dit lijkt er ook weer één. Je zou kunnen argumenteren dat na de schepping de zondeval kwam waarbij de mensen er een puinhoop van maakten, en dat Vader en Zoon sindsdien flink aan de weg timmeren; niet om voort te bouwen aan de oorspronkelijke schepping maar voor het herstel van alle dingen waarover sinds de profeten is gesproken (Hand.3,21) en om alles nieuw te maken (Openb.21,5). Of zoals in Hand.15,16 staat: “Daarna zal Ik [zullen Wij] terugkeren en het vervallen huis van David weer opbouwen. Ja, zijn ruïnen zal Ik [zullen Wij] weer opbouwen en volledig herstellen”. Maar wie daar de voorkeur aan geeft kan een en ander inderdaad net zo goed buiten de context van de bijbel duiden en verklaren en het evolutieproces erbij halen zoals in dit artikel van Suurmond. Persoonlijk is mij dat om het even.
De h. Suurmond laat gemakshalve weg dat er voor Genesis 1:1 een voetnoot staat in de NBV21. Daar lezen we dan: “Ook mogelijk is de vertaling: ‘Toen God begon met het scheppen van de hemel en de aarde’. Dat is precies hetzelfde wat er staat in de door hem opgehemelde JPS vertaling.
Is God een persoon! We weten toch immers niets van God! En waarom dan altijd maar over hij of Hij en hem? Jammer dat het nog altijd zo is. Meister Eckhart heeft het over niet-weten. En als we het dan toch niet weten zouden we ook wel eens zij of Zij kunnen gebruiken. Dat voelt meteen anders. Je krijgt ee een heel ander gevoel bij. Probeer maar
NB. In Spreuken 8,22-31 komt de (vrouwelijke) Wijsheid aan het woord:
22Jahwe schiep mij aan het begin van zijn wegen, nog voor zijn werken, van oudsher. 23Van eeuwigheid ben ik gevormd, vanaf het begin, voordat de aarde ontstond. 24Toen er nog geen oceaan was, was ik al ontvangen, toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water. 25Voordat de bergen waren neergezet, eerder dan de heuvelen was ik ontvangen. 26Hij had de aarde nog niet gemaakt en de velden, zelfs niet de elementen van de wereld. 27Toen Hij de hemel op zijn plaats zette, was ik erbij, toen Hij over de oceaan een boog trok, 28toen Hij daarboven het machtige wolkengewelf zette, toen Hij de geweldige bronnen van de oceaan maakte, 29toen Hij de zee haar grens gaf, zodat het water zijn gebod niet overtrad, toen Hij de grondvesten der aarde bouwde. 30Ik was bij Hem als uitvoerster, ik was zijn vreugde, dag in dag uit mij verheugend voor zijn aanschijn, altijd door, 31mij verheugend over zijn aardrijk en mijn vreugde vindend bij de mensen.
Ik ben het helemaal eens, het wordt steeds meer Jip en Janneke. Waarom niet teruggegaan naar het Hebreeuws. Daar staat echt iets anders. Die tekst geeft ruimte aan 2000 jaar commentaar.
Wat is de JPS vertaling?!
De Jewish Publication Society vertaalt al meer dan 100 jaar joodse boeken in het Engels, inclusief de joodse Bijbel (Tenach). Deze Bijbel wordt door rabbijnen het meest gebruikt.
Dat de NBV21 hun vertaling tot een voetnoot reduceert geeft te denken. Het zou veel beter zijn om in plaats daarvan de joodse vertaling in de hoofdtekst te zetten. Die geldt immers voor de meeste lezers als ‘de’ bijbelvertaling.
Laten we het positief benaderen: waar maak je je druk over? Wat helpt het je?
Mijn punt is (en hiermee stop ik): door in de hoofdtekst het scheppende werk van God in de verleden tijd te plaatsen, wordt hij voor ons vandaag onschadelijk gemaakt, een museumstuk. Hetzelfde geldt voor het terugbrengen van de zgn. eerbiedskapitalen: God wordt op een voetstuk gezet zodat we er gemakkelijk omheen kunnen lopen. Dit is het soort vrome benadering waarvan Kierkegaard zo raak zei dat die dient om ons niets aan te hoeven trekken van God.
God heeft in de kern van alles Zijn schepping voltooid en alle ingredienten aangereikt voor ons mensen om Zijn werk handen en voeten te geven. Wij mogen nu scheppen uit Zijn volbrachte scheppingswerk. Jezus is toch ook gestorven en riep het IS volbracht? Dat is voltooide verleden tijd, opdat wij nu in het heden en toekomst Zijn opstanding leven en vorm geven.
Geachte heer Suurmond, God als een museumstuk op een voetstuk plaatsen, werkt inderdaad als een afstandhouder. Hierin deel ik uw visie. God is in mijn mystieke ogen Wording. Door als mens je te laten ont-worden, kan iemand zich gaandeweg dieper en dieper bewust worden van Wording. Ik ervoer en ervaar dit als geheime paradox. Beeldloos en taalloos. Maar wie is bereid zichzelf te laten ontworden? Voor wie dode taal voldoende is, bezoeke het museum. Wie echter verlangt naar het Levende, verwerpe iedere taal. Ik herhaal welbewust: verwerpe íedere taal. Dát is de poort. Naar wetend niet-weten. Ik zwijg. In mystiek geluk! Gustaaf Rutgers
De NBV 21 verdient een warmer welkom op Nieuw Wij dan met deze zure intro van collega Suurmond. Ik heb echt wel betere columns van hem gezien. Jammer.
De bijbel is een geschiedenisboek, een menselijk gedachtenwordingsproces, laat staan hoe de ouden het zagen en vertaal zelf, zoals dat, Jezus liep over het water= Hij zonk niet weg in problematiek en bijv Toen Maria zich omdraaide en hem zag staan= door de heftige verdrietige beleving, begreep ze hem nu volkomen, zag ze hem staan, hij stond op in haar! Dat moet elk mens zelfvertalen, Laar staan dat geschiedenisboek en vertaal zelf.