Kerstmis is niet mijn favoriete feest. Door op reis te gaan vorige maand dachten wij de kerst te ontlopen. Dat is niet gelukt. Jullie kònden of wìlden waarschijnlijk helemaal kerst niet ontlopen en zijn thuis gebleven. Verstandig.
Wij gingen een week naar vrienden in het diepe zuiden van de Verenigde Staten. Onze vrienden zijn Joods, beiden psychiater, hij ook geschoold als rabbijn. Een bezoek aan hen zou gegarandeerd Christmas-free zijn… dachten wij. Maar we hadden buiten de waard gerekend. Onze Joodse vrienden zagen in ons bezoek een buitenkansje om ook eens kerst te vieren. Het is een spirituele kerst geworden, méér dan ooit, welbeschouwd. We hadden een (gematigd-)kosjer kerstdiner, samen met een deel van het synagogebestuur. “The best Christmas ever!” Op kerstavond gingen we naar een African Baptist Church, met een preek in de beste traditie van Martin Luther King, waar wij van begin tot eind door gefascineerd waren. Op sabbat gingen we gezamenlijk naar de synagoge, waar ik gegrepen werd door de verhalen uit Exodus. In beide gebedshuizen was de ontvangst van ons, twee totaal vreemde blanke, christelijke Nederlanders, meer dan hartelijk.
Thuis waren er verhalen van onze vriendin over haar grootouders in de oost-Europese ghetto’s, over haar ouders die beiden Bergen-Belsen en Auschwitz hebben overleefd, over de vlucht uiteindelijk van haarzelf als tienjarig meisje, samen met haar ouders, uit het rabiaat anti-semitische communistische Polen in de jaren zestig, en over Israël als het nieuwe thuis. Er waren verhalen van onze vriend over de Joodse gemeenschap in Buenos Aires, opnieuw over een vlucht, nu voor de militaire junta, en opnieuw waren er verhalen over Israël. En ten slotte ook verhalen van hen beiden over hoe ook dat Israël niet de ruimte bood die zij zochten en uiteindelijk de Verenigde Staten hun thuis werden.
Ik ben geen Jood en zal het nooit worden. Ik ben geen Afro-Amerikaan en zal het ook nooit worden. Maar ik wil wel met ze verbonden zijn en blijven. Die verbondenheid verrijkt mij méér dan ik in woorden kan uitdrukken.
Ik heb een basis nodig van waaruit ik het gesprek kan aangaan. En gelukkig sta ik zelf, willens en wetens, in een traditie en cultuur die ik ook als theoloog grondig heb bestudeerd en dagelijks nog steeds bestudeer. Die ik bestudeer in de context van die andere culturen van Jodendom, wereldchristendom, wereldreligies en nieuwe religiositeit. Ik sta in een mainstream protestantse christelijke traditie. En dat wil ik zo houden. Maar zó wil ik ook verbonden zijn met andere culturen, religies en levensovertuigingen.
Kortom, ik wil verbonden zijn èn geworteld zijn. Het gaat er in onze wereld om die twee bij elkaar te houden. In onze wereld gaat het erom verbonden te zijn met mensen die andere overtuigingen hebben, andere religies en andere culturele achtergronden. Tegelijk gaat het erom geworteld te zijn, op een bepaalde plek, in een bepaalde levensovertuiging of religie. Flexibiliteit èn ruggengraat. Liquid ànd solid. Vloeibaar èn stevig. Netwerk èn commitment.
Er wordt gezegd: de tijd van de gevestigde religie is voorbij, theologie moet losstaan van de kerk. De kerken vertegenwoordigen immers maar één – krimpende – positie onder de vele levensbeschouwelijke posities. Dat is een beperkte Nederlandse blik. Er zijn alleen al ruim 2 miljard christenen in de wereld. Secularisatie is een West-Europees verschijnsel. Ook in ons land zijn de kerken nog altijd een belangrijke bron van engagement, commitment en maatschappelijke participatie zijn. Er gaan in ons land per zondag 631.000 mensen naar de gevestigde kerken, dat is bijna 33 miljoen kerkgangen per jaar. Mensen die zich expliciet engageren met een op zichzelf ambivalente religie, maar dat doorgaans doen op een manier die de sociale cohesie bevordert en het social capital doet groeien. Mensen met commitment. Dat blijft voor de komende tien jaar een interessante, zij het krimpende, groep. 631.000 – er zijn ziektes die minder voorkomen, maar waar méér onderzoek naar wordt verricht. De institutionele religie – kerken, omroepen en stichtingen – biedt een belangrijk, zo niet het belangrijkste, maatschappelijke draagvlak voor de academische theologie en theoloog. Daarom is zij een belangrijke bondgenoot van de academische theologie en van de academische theoloog. Zie deze faculteit, die zonder die verbinding snel ophoudt te bestaan. Maar de samenleving behoeft niet alleen kennis van religie, maar heeft ook behoefte aan religieuze leiders die academisch gevormd zijn, dat wil zeggen, die zelfstandig, kritisch en creatief over religie in de context van de netwerksamenleving kunnen nadenken. Die dus ook kritisch-creatief verbonden zijn met hun eigen traditie en religieuze institutie. Die ergens voor staan en tegelijkertijd zich in een open gesprek met anderen begeven.
Maar geworteld zijn betekent niet: disconnected zijn. Geworteld en niet-connected, dat zijn de fundamentalistische christenen in de VS en Al Qaeda. Levensgevaarlijke fundamentalisten.
Nee, verworteling mag niet los staan van verbondenheid met anderen. Ook dat zou de dood in de pot zijn voor deze faculteit.
Nou wordt er gezegd dat veel moderne religiositeit vaag is en ruggengraat mist, en dat theologie per se kerkelijk moet zijn. Ik zeg daartegenin dat kerken en religieuze instituties die nog denken een exclusieve claim op religie en zingeving te kunnen leggen, niets van moderne religiositeit begrepen hebben. Datzelfde geldt trouwens voor moderne gelovigen die al te gemakkelijk de kerk afserveren. In al ons onderzoek blijkt dat religie zich buiten de muren van de kerk heeft begeven, en dat zij in die transitie ook transformeert, dus compleet anders wordt. Zij manifesteert zich in huisrituelen, kunst, sport, natuur en waar al niet. Dat is allerminst goedkoop of oppervlakkig, het is enkel niet kerkelijk-orthodox, of nog maar een beetje, of soms.
In deze wereld, met zulke grote verschillen, is verbondenheid noodzakelijk voor de vrede in het groot en in het klein. Juist wie weet waar hij staat, kan onbevangen die verbondenheid aan, zoals ik dat met mijn Joodse en Afrikaanse vrienden kan.
Er wordt gezegd, onze cultuur vraagt om heldere keuzen – en niet te genuanceerd a.u.b.! Verbonden of geworteld? Ik pleit voor verbonden èn geworteld. Academici moeten zich niet laten opfokken door zulke geconstrueerde tegenstellingen. Juist zij niet. Juist zij staan voor de nuance, de schakering, de subtiliteit, – ook in het publieke debat. Voor het rationele ook, en tegen het ‘argument’ vanuit de onderbuik, tegen de waan van de dag, het snelle oordeel. Juist academische theologie en godsdienstwetenschap (nog zo’n paar dat hier en daar graag in tegenstelling wordt geconstrueerd) zoeken de nuance. De geleefde religie is ambivalent: levensgevaarlijk, en aanleiding tot conflict, haat en verschrikkelijk geweld. Tegelijkertijd is religie hoopgevend over alle beperkingen van het aardse bestaan heen, vredezoekend in oorlog, liefde. Meestal is het ergens tussen die beide polen in. Academische theologen zoeken de nuance. Omdat de werkelijkheid genuanceerd, gelaagd en complex is. Voor ons topic betekent dat: een pleidooi voor verbonden èn gewortelde theologie.
Kortom: flexibiliteit èn ruggengraat. Liquid ànd solid. Vloeibaar èn stevig. Netwerk èn commitment. Het is lekker om in zee te zwemmen, maar als je geen vaste grond meer onder de voeten hebt, wordt het levensgevaarlijk. Maar dat de zee gevaarlijk is, is nog geen reden om dan maar niet in zee te gaan.