Je bent jong en actief op Instagram en Snapchat. Al gauw heb je duizend vrienden verzameld. Toch zijn al die ‘vrienden’ geen garantie dat je lekker in je vel zit en probleemloos deelneemt aan het leven. Niet alleen ouderen maar ook jongvolwassenen (18-35 jaar) hebben in toenemende mate te maken met eenzaamheid, leegte en/of stressgerelateerde klachten als een burn out.
Grootschalig onderzoek onder 4.000 studenten aan de Radboud Universiteit Nijmegen (2017) toont aan dat een kwart leegte om zich heen voelt en een vijfde andere mensen om zich heen mist. De rector wil prioriteit geven aan dit zorgelijke fenomeen. Eenzaamheid is een megatrend. Ook onder ouderen neemt eenzaamheid toe, als gevolg van individualisering en verstedelijking.
Om het groeiende probleem van eenzaamheid te doorgronden is het belangrijk om haar niet als ziekte weg te zetten. Ziekte vraagt om medicalisering; om een behandeling, een medicijn. Maar daarmee leggen we de oorzaak buiten onszelf.
Veel hulpverleners menen eenzaamheid te kunnen keren door mensen te ondersteunen in het aangaan van meer sociale contacten. Maar eenzaamheid is niet zozeer het gevolg van sociale isolatie, maar een afgescheidenheid van je innerlijke leven. Andere hulpverleners willen eenzaamheid keren met cognitieve therapie. Maar met meer denken en begrip raak je de werkelijke oorzaak onvoldoende.
De wortel van eenzaamheid ligt niet zozeer in een sociaal of cognitief ‘tekort’ oplossen, maar is vooral gelegen in het leren contact maken met je eigen lijf en bewustzijn.
Eenzaamheid is een signaal van vervreemding: echt contact met jezelf, en met de diepere laag in jezelf, ontbreekt. Eenzaamheid ontstaat als we het voelen ervan verleren en vermijden. En het wordt een groter probleem als we het willen bestrijden en oplossen.
De weg tot heling bestaat uit de bereidheid om je bewust te worden van patronen die vervreemden. Immers, elk mens loopt wonden op die je niet opnieuw wilt voelen. Daarom ontwikkelen we patronen die gevoelens bijvoorbeeld dempen met fastfood, alcohol of met hard werken. Of we bouwen er weggetjes omheen of stoppen ze diep weg.
De eerste stap om uit die vervreemding te stappen is het toelaten en leren voelen van eenzaamheid. Ook gevoelens van angst, verdriet en boosheid horen daar bij. Pas door bij je gevoelens te kunnen blijven ontstaat ruimte. Want je gaat ze zien als helpers die leiden tot nieuwe patronen. De ervaring groeit dan dat onder die gevoelens een laag bestaat die verbinding en veiligheid biedt. Dit helingsproces wordt versterkt door wezenlijk contact met anderen aan te gaan, dat pas ontstaat als gevolg van een dieper contact met jezelf.
Dit zelfonderzoek geeft zicht op de vervreemdende omstandigheden waarin we leven. Je gaat bijvoorbeeld zien dat het gemis aan hechting in je jeugdjaren het vermogen tot voelen heeft uitgeschakeld. Je leert de competitieve en stressbevorderende cultuur in onderwijs en werk relativeren. En je beseft dat social media je letterlijk afschermen van de ander en van jezelf. De behoefte groeit daardoor om je minder te spiegelen aan anderen. Je kunt je sociaal wenselijke ‘ik’ beter naast je neerleggen.
Met het toelaten van eenzaamheid en het ervaren van de ruimte eronder groeit je innerlijke vrijheid, zelfvertrouwen en het vermogen om echt contact met anderen te maken. Dan voel je je niet langer bang en verlaten, ook als je even alleen bent.
Ik vind dit heel herkenbaar. Ik ben nu bijna vier jaar onderweg na het overlijden van mijn man. Ik ben alleenstaand, 55 toen ik weduwe werd. Eerst was alles heftig. Nu is het al wat langere tijd heel erg dor. Voortdurend, al vanaf de eerste weken, waren er goedbedoelde adviezen. Iedereen leek beter te weten dan ik wat ik nodig had. Dat was vooral heel erg vermoeiend. Ja, ik ben alleen in een wereld, waarin iedereen verantwoordelijk wordt gemaakt voor zijn eigen geluk, waar mensen vaak het besef kwijt lijken te zijn geraakt van wat er echt toe doet. Nee, ik doe niet mee aan ‘Black Friday’, ik neem niet de zoveelste hobby, ik ga niet op vakantie en ik doe ook even geen vrijwilligerswerk. Ik hang ook niet voor de tv, ik sta nog steeds iedere dag vroeg op terwijl het als volkomen zinloos voelt. En ik blijf niet thuis zitten. Ik ben niet zielig en ik ben ook niet ziek. Ik houd mezelf in de gaten en ik probeer mild naar mezelf te zijn, te voelen wat ik nodig heb, ik probeer gezond te eten, ik wandel of ik zit ergens stil te kijken. Het mooiste is dat ik ieder klein lichtpuntje zie, de vogels, de bomen, kleine kinderen. Mensen die het ook moeilijk hebben, maar die vreemd genoeg nog in staat zijn iets van zichzelf te geven. Eenzaam zijn is niet gemakkelijk, maar ik leer liever nu om mijzelf daar in staande te houden, dan wanneer ik oud ben en alleen en wanneer ik niets meer kan.
Wat geen waarde meer heeft in mijn leven is verdwenen en langzamerhand ontstaat er ruimte en inzicht in wat ik nodig heb. Het is niet gemakkelijk en ik weet niet hoe lang het nog gaat duren. Maar ik ben wel helemaal mijzelf aan het worden. Dat is geen theorie. Het is gewoon zoals het is.
Zou fijn zijn als het zo op te lossen is. Ik merk dat ik juist meer eenzaam aan het worden ben al had ik mezelf helemaal geaccepteerd en vrede met het feit dat ik alleen ben en geen vrienden (alleen kennissen en collegas) heb. De vrijheid van alleen zijn kan heerlijk zijn. Ik heb eigenlijk best een leuk en afwisselend leven maar zonder die vrienden (en partner), dat maakt het leven best heel eenzaam ook al heb ik niet die wens me te spiegelen ik ben ik en dat is anders dan anderen. Ik heb geen drang om aan bepaalde sociaal wenselijke criteria te voldoen. Maar toch word ik steeds eenzamer want moet het wel allemaal alleen doen en dat is soms best confronterend wanneer er iets besloten moet worden kan ik niet even overleggen, kan geen hulp vragen wanneer ik een extra paar handen nodig heb, dat zijn best vervelende momenten.