Zijn levenloze en zwaar verminkte lichaam werd op drie februari 2016 in een greppel langs de Caïro-Alexandrië weg gevonden. Hij werd al vermist sinds 25 januari 2016 –  de vijfde verjaardag van de 2011-revolutie.

Zijn naam was Giulio Regeni, 28 jaar en Italiaans staatsburger. Regeni was bezig met zijn PhD-onderzoek aan de universiteit van Cambridge en hij was in Caïro om onderzoek te doen naar onafhankelijke vakbonden. Op een gegeven moment verdween hij.

Het verhaal van Regeni past in de relatief nieuwe tactiek van Sisi’s beleid, uitgevoerd door zijn ministeries: activisten en dissidenten spoorloos laten verdwijnen. Maar Regeni was geen activist, laat staan een dissident. In de lange lijst van verdwenen, gemartelde en vermoorde Egyptenaren, was Regeni de eerste niet-Egyptenaar die eenzelfde lot trof.

Het was overduidelijk dat Regeni was gemarteld voor hij stierf. Zijn lichaam liet dat zien: al zijn vingers waren gebroken. Al zijn nagels, van zowel zijn voeten als zijn handen, waren uitgetrokken en zijn lichaam vertoonde snij- en steekwonden, brandwonden van uitgedrukte sigarettenpeuken, blauwe plekken. De vermoedelijke doodsoorzaak was een aantal gebroken nekwervels.

Wie achter de moord op Regeni zat laat zich niet moeilijk raden – de Amn Dawla (Egyptische geheime dienst). Maar de Egyptische autoriteiten zwoeren bij hoog en bij laag dat de geheime dienst niets van doen had met de moord. Het ging zelfs zover dat de Egyptische politie, eind maart, vijf mensen doodschoot in een bus om daarna te verklaren dat de vijf mensen tot een bende behoorden die zich specialiseerde in het beroven van buitenlanders. Bij nader onderzoek vond de politie, als bij toeval, Regeni’s legitimatie in een huis die gelinkt was aan de bende. Bewijs dat de vijf mensen echt tot een bende behoorden was er niet en omdat de politie ze alle vijf had doodgeschoten, konden ze ook niet meer gehoord worden.

Echter, de boodschap was voor iedereen duidelijk: niemand is veilig in Egypte. Noch Egyptenaren, noch buitenlanders.   

Mond snoeren

Sisi’s tactiek om dissidente en politieke activisten de mond te snoeren focust zich voornamelijk op twee groepen.

De eerste tactiek is het oppakken en berechten van eigenaren, directeuren en medewerkers van sociaal maatschappelijke instanties en NGO’s. De overheid gebruikt daarvoor een aangepaste wet die stelt dat NGO’s geen buitenlandse fondsen mogen aannemen. Zo is een aantal prominenten al in conflict geraakt met de nieuwe wet.

Hossam Bahgat is de oprichter van de mensenrechtenorganisatie Egyptisch Initiatief voor Mensenrechten in Caïro en onderzoeksjournalist voor het onafhankelijke Mada Masr. Gamal Eid is de directeur van Arabisch Netwerk voor Mensenrechten Informatie in Caïro. Daarnaast is hij ook een mensenrechten advocaat en activist. Mozn Hassan is de oprichter en directeur van Nazra voor Feministische Studies in Caïro en een mensenrechtenactiviste.

Zowel Bahgat, Eid en Hassan zijn al sinds 2011 verwikkeld in een juridische strijd waarin de staat hen alle drie beschuldigt van het aannemen van ‘illegale’ buitenlandse gelden als fondsen voor hun NGO’s. Ze hebben alle drie een reisverbod opgelegd gekregen. Bahgat en Eid waren daarover van te voren al ingelicht, maar Hassan moest daar achter komen op het internationale vliegveld toen zij naar Beirut wou vliegen om een congres bij te wonen. Daarbovenop wil de staat de tegoeden van zowel Bahgat als Eid bevriezen, daarover loopt nu een rechtszaak.

Bahgat, Eid en Hassan zijn natuurlijk niet de enige die vervolgd worden, maar ze hebben allen één ding gemeen: ze worden door de staat ‘gebruikt’ als voorbeeld. De staat duldt geen kritiek op haar beleid en ook niet wat zij aanmerkt als ‘slechte publiciteit’. Vandaar dat ook journalisten worden opgepakt en vervolgens worden berecht wegens het ‘verspreiden van leugens’. In 2015 stond volgens de CPJ (Committee to Protect Journalists) Egypte op de tweede plaats wanneer het gaat om gevangenzetten van journalisten.

De tweede tactiek om politiek activisten de mond te snoeren is een stuk verontrustender: mensen worden arbitrair opgepakt en verdwijnen vaak voor weken eer ze weer opduiken in gevangenissen of rechtbanken. Het gaat veelal om (jonge) mannen, alhoewel er ook een klein aantal vrouwen zijn verdwenen, en zelfs kinderen. De jongste zijn 15 jaar oud. Het is ook volkomen willekeurig: studenten, werklozen, ingenieurs, verkopers, winkeleigenaren, advocaten, kantoormedewerkers, politieke activisten, kopten, moslims (al dan niet seculier) en ga zo maar door. Mensen verdwijnen van hun werkplek, de straat, worden uit hun huis gehaald en wanneer de politie meerdere mensen in het gezelschap van de verdachte aantreffen, worden zij ook meegenomen – schuld door associatie.

De verdwijningen begonnen kort na Sisi’s machtsovername, maar namen pas echt alarmerende vormen aan in maart 2015 toen Sisi Magdy Abdel Ghaffer aanstelde als minister van binnenlandse zaken. Ghaffer is een man met een historie. Hij was 31 jaar lang het hoofd van de beruchte Egyptische geheime dienst. Mensen die bij de Amn Dawla willen werken worden getraind in een dependance van de politieacademie in Nasr City, een wijk in Caïro. Ik ben er wel eens langsgereden met een toenmalige collega. Het is een gebouw met prikkeldraad en betonnen barricaden eromheen. Mijn collega zei grappend: “ja, dat is de martelacademie van de Amn Dawla.”

De zaak Esraa al-Taweel

Op 1 juni 2015 gaat Esraa al-Taweel een dagje uit met haar vrienden Sohaib en Amr. Dat is de laatste keer dat iemand iets hoort van het drietal. Hun telefoons staan uit en niemand kan iets vertellen over hun lot.

Pas twee weken later, op 16 juni 2015, verneemt Esraa’s zus dat ze is gezien in de beruchte vrouwengevangenis al-Qanater aan de rand van Caïro. Het ministerie van binnenlandse zaken ontkent dan nog steeds Esraa gevangen te houden. Achttien dagen na haar verdwijning wordt Esraa voorgeleid en verlengt de aanklager haar detentie met vijftien dagen. De aanklacht tegen haar luidt: lidmaatschap van een terroristische organisatie (Moslim Broederschap), het verspreiden van valse informatie met de intentie om onrust te veroorzaken en het verstoren van de binnenlandse veiligheid.

In november 2015 schrijft het staatspersbureau Middle East News Agency dat Esraa tijdens een verhoor heeft bekend dat zij plannen had om een zelfmoordaanslag te plegen op een hoge ambtenaar, iets wat zij tijdens haar rechtszaak ontkent.

Uiteindelijk wordt Esraa in december 2015 voorwaardelijk vrijgelaten met een meldplicht bij een lokaal politiebureau. Het is niet tot april 2016 dat alle aanklachten tegen haar komen te vervallen en ze niet meer juridisch vervolgd wordt.

Egypte-5
Samengestelde foto van Giulio Regeni; de foto is samengesteld uit allemaal kleinere foto’s van honderden verdwenen Egyptenaren.

Trauma

Het is avond, en ik sta met een Ierse vriend, die journalist is, op mijn balkon. We praten over de verdwijningen en over het feit dat ik over dit onderwerp schrijf. Hij haalt herinneringen op aan de avond toen hij werd opgepakt, nu ongeveer anderhalf jaar geleden. Hij vertelt dat hij niet is gemarteld, maar wel een paar klappen heeft gehad. Het ergste was volgens hem de psychologische spelletjes die ze met hem speelden. Na zijn vrijlating verlaat hij halsoverkop Caïro en ontwikkelt daarna Post Traumatische Stress Syndroom. En dat alles omdat hij een stukje had geschreven over de politie. Hij vertelt me dat ik een goede keuze heb gemaakt door in het Nederlands te schrijven en dat ik ‘adequaat paranoïde’ ben.

Er valt een stilte en we staren wat in de verte – de lichtjes van de enorme stad twinkelen vriendelijk. Hoe misleidend, denk ik bij mezelf. Als vanzelf denk ik huiverend aan Islam Khalil, die op 24 mei 2015 verdween om pas na 122 dagen weer op te duiken in een gevangenis in Alexandrië. Hij zit nog steeds vast en is in hongerstaking gegaan.

In december vorig jaar schreef hij een aangrijpende brief over zijn schokkende ervaringen in de beruchte Lazoghly gevangenis in het centrum van Caïro:

Er zijn honderden mensen, verspreid tussen kantoren en gangen. We zijn allen geblinddoekt, onze handen vastgebonden. De dienstdoende hoofdagent komt soms langs en wijst dan naar sommige mannen. Hij roept naar de bewakers: “dit lijk hier en dat lijk daar gaan morgen weg. Ja, in Lazoghly zijn we slechts nummers en lijken. Wat je in deze hel meemaakt is niets anders dan martelingen.

Islam Khalil

Ik ril terwijl het niet koud is. Ik vraag mijn Ierse vriend of hij de brief van Islam Khalil heeft gelezen. Hij schudt zijn hoofd. Ik pak mijn laptop, schakel een verbinding in via VPN (iets wat ik nu standaard doe in verband met veiligheid) en navigeer naar een Engelse vertaling van de brief. We lezen de brief samen en zoals altijd krijg ik een brok in mijn keel bij de laatste alinea. Ik kan niet spreken omdat ik bang ben mijn ‘cool’ te verliezen waar hij bij is.

Tot slot, wen niet aan de vele verhalen over moord en martelingen die we nu dag en nacht horen. Wijs het af. Maak het verachtelijk en vreemd opdat wat rest van je menselijkheid, blijft. Vergeet diegene die zijn gestorven niet, diegene die niet bij naam zijn genoemd in de media. Vergeet de verdwenen mensen niet, jij bent hun enige hoop. Vergeet de duizenden andere mensen als ik niet, die de prijs van vrijheid betalen met hun eigen jonge levens. Hecht waarde aan deze offers opdat onze wonden kunnen helen en dat we misschien op een dag samen ergens kunnen zitten en lachen. Zolang we erover blijven praten en ertegen vechten, is er hoop.

Islam Khalil, december 2015, Lazoghly gevangenis.

Update:

Op woensdagavond 31 augustus 2016 is bekend geworden dat Islam Khalil eindelijk is vrijgelaten. Islam verdween op 24 mei 2015 nadat de politie zijn huis waren binnengevallen en hem, zijn broer en zijn vader, meenamen.

Terwijl zijn broer en vader ‘relatief’ snel weer op vrije voeten kwamen, bleef Islam vastzitten. Gedurende zijn 15 maanden durende gevangenschap, is hij gruwelijk gemarteld geweest, hij schreef daarover in een brief waaruit ik heb ge-quote voor mijn artikel.

Alhoewel ik blij ben dat Islam Khalil is vrijgelaten, realiseer ik me ook dat hij een lange weg af te leggen heeft om alles überhaupt te kunnen verwerken. Ik wens hem en zijn familie niets dan goeds toe.

Bron: Madamasr.com

Samira Minetti

Samira Minetti

Freelance journalist

Na haar studies Kunstgeschiedenis en Archeologie aan de Universiteit Leiden, vertrok Samira Minetti in 2011 naar Caïro, waar ze aan een …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.