De NOS maakte er een nieuwsbericht van met als openingszin: “Minister (…) Yeşilgöz vindt het dragen van een hoofddoek of ander religieus symbool voor politieagenten in uniform nog steeds geen goed idee.” Maar… wat is eigenlijk een religieus symbool? En is een hoofddoek in essentie een religieus symbool? En nog belangrijker: draagt deze manier van denken en kijken er niet juist aan bij dat de Politie een onaantrekkelijke en ook onmogelijke werkgever blijft voor een groep vrouwen in Nederland?
Onder meer in de Angelsaksische wereld, waarin van oudsher meer ruimte is voor culturele diversiteit in de publieke ruimte, is het allang mogelijk: hoofddoeken, tulbanden, keppeltjes – al dan niet onder een pet of cap. De rest van de kleding toont de uniformiteit van het korps. Juist zo zie je dat de Politie voor en ook ván iedereen is. In Nederland ligt dat gevoelig en ligt de focus niet op wat een korps of beroepsgroep in zijn geheel uitstraalt (‘eenheid in verscheidenheid’), maar hoe een individuele agent eruit ziet. Het verleden is bepalend en agenten zonder speciale hoofdbedekking vormen de enig zaligmakende norm.
Op de keper beschouwd is een hoofddoek geen religieus symbool. In tegenstelling tot bijvoorbeeld een kruis, een davidster of een halve maan. Wel is binnen een groot aantal door religie gestempelde samenlevingen een bepaalde hoofdbedekking normaal, zoals een hoofddoek bij veel moslimvrouwen. De hoofddoek is overigens niet exclusief islamitisch. Er zijn ook niet-islamitische vrouwen die een hoofddoek dragen. Binnen sommige christelijke en joodse denominaties is dagelijkse hoofdbedekking bij vrouwen een cultureel gegeven vanuit religieuze motivatie. Terwijl er ook moslima’s zijn die geen hoofddoek dragen.
Het argument tegen het dragen van een hoofddoek is dat de agente in kwestie geen neutrale uitstraling zou hebben. Maar wat is neutraliteit? Blijft er niet genoeg over in de kledij wat wél zorgt voor een uniforme uitstraling? En denken alle vrouwen met een hoofddoek hetzelfde? Hebben zij allemaal dezelfde politieke, sociale en religieuze opvattingen? Ik denk dat dit uitsluitend het geval is in de hoofden van sjabloondenkers. Want zoveel vrouwen met hoofddoeken er zijn, zoveel visies en meningen. Ieder mens is uniek. Dat maakt het verzet tegen de mogelijkheid tot het dragen van een hoofddoek door een agente, in mijn optiek vooral tot een emotionele of opportunistische daad op basis van stereotype beelden. Een daad die bovendien mensen uitsluit in plaats van insluit. Hoe liberaal, inclusief en humanistisch is dat?
Het is ook fnuikend voor de Politie als belangrijke en waardevolle organisatie. De contradictie is dat door het genoemde verzet, nu ook weer door VVD-minister Yeşilgöz, de Politie juist niet als een neutrale organisatie gezien wordt, maar als een organisatie die als werkgever bepaalde vrouwen als werknemers uitsluit. In de context van een aantal pijnlijke zaken de afgelopen jaren, waarbij agenten zich schuldig maakten aan racistisch en discriminerend gedrag, draagt ook dit weer bij aan de afname van vertrouwen in de Politie.
De samenleving verandert. De Politie zou op het punt van de hoofddoek – op basis van nuchterheid en gezond verstand – mee moeten veranderen zodat de Politie de gehele samenleving representeert en ‘eenheid in verscheidenheid’ uitstraalt. Dat draagt eraan bij dat het vertrouwen in de rechtsstaat, en ook het vertrouwen in onze open en superdiverse samenleving, niet verder wordt beschaamd. Helaas ontbreekt – althans tot nu toe – dit diepere inzicht en een daarop gebaseerd politiek leiderschap.
Beste Theo,
Mooi en eerlijk stuk.
De politiek blijft een bepaalde bevolkingsgroep uitsluiten en zelfs discrimineren, dat blijkt hier ook maar weer uit. Vrouwen met hoofddoek werken inmiddels bij en binnen verschillende organisaties, ik heb nog nergens te horen of te lezen gekregen dat het werk lijdt onder het dragen van een hoofddoek. Ik vermoed dat er bij de politie een andere oorzaak is waarom ze vrouwen met hoofddoek niet willen aannemen en de minister versterkt dit gevoel alleen maar. De toeslagenaffaire is een recent voorbeeld waaruit blijkt dat een bepaalde bevolkingsgroep benadeeld is op grond van afkomst, naam, geloof ed. Hier is reeds onderzoek naar geweest en men heeft de overheid (Belastingdienst) schuldig bevonden. De minister discrimineert nu weer en we staan erbij en kijken ernaar.
Groet
Jamila
Jamila, hartelijk dank voor je reactie! Je benoemt wat het is: discriminatie. Misschien ben ik te voorzichtig met mijn woorden. Ik heb ook makkelijk praten en schrijven. Dank dus voor je waardevolle toevoeging!