Inmiddels zijn we vijf jaar verder en worden we overspoeld met opiniestukken over de situatie aldaar, die elke context ontberen. Als we de fotoreportages bekijken, die ons aangeboden worden, is dat zonder enige achtergrondinformatie. Het zijn momentopnames en fragmenten die geen enkel recht doen aan de werkelijke situatie in het Midden-Oosten, met al haar moeilijkheden. Ook doen ze geen recht aan de enkele correspondenten die wel tot het uiterste gaan. Vijf lange oorlogsjaren die de lezer hebben meegenomen op een achtbaan van euforie en beklemming, hoop op verandering aldaar en angst voor verandering hier. Verslaggeving die geleid heeft tot de onverschillige publieke opinie om er dan maar een hek omheen te zetten. Een, die argwaan en haat heeft aangewakkerd voor ‘vreemd bloed’. Het is mediaberichtgeving, die de lezers niets bijbrengt en hen enkel op emoties bespeelt, als een speelbal.
Hoe kan het ook anders? Als de meest gerenommeerde media die ons land rijk is ervoor kiezen om beginnende freelance correspondenten naar de meest ingewikkelde regio in de huidige wereld sturen, valt er weinig inzichtelijke berichtgeving te verwachten. Recent zwaaide Remco Andersen af, in 2011 begonnen als ‘nieuwkomer’; of dat was als nieuwkomer in het Midden-Oosten of in de rol van correspondent, doet er weinig toe. Vijf jaar lang heeft de lezer door zijn bril mogen meekijken. Hij had hoop, maar was naïef. In de loop van de jaren verdween zijn hoop en maakte plaats voor begrip, hij leerde de zaken in perspectief plaatsen. In een levendig narratief licht hij toe hoe hij moeite zal hebben over alle op zijn netvlies gebrande oorlogsgruwelen heen te komen. Van de stank van rottende lichamen in massagraven in Libië tot Syrische weesmeisjes die klaarblijkelijk geen ander toekomstperspectief hebben dan de rest van hun leven mannen te moeten entertainen. Hoe dat er ook uit zal mogen komen te zien. Nu hij de situatie eindelijk begint te begrijpen heeft hij echter ‘genoeg bloedvergieten gezien’.
Dat begrijp ik ergens wel. Het kan niet anders dan dat dit werk een mens van binnen kapot maakt. Oorlog is een gruwel die ik goddank niet heb meegemaakt op de intense schaal waarop een Midden-Oostencorrespondent dat de afgelopen vijf jaar heeft. De gevolgen van een eerdere heb ik wel ervaren. Sporen van ingeslagen raketten, zelfmoordaanslagen op plekken die ik minuten eerder zelf passeerde, de immense armoede en wanhoop waar mensen in achterbleven. Ik kan zeggen dat het al het andere relativeert. Los van de machteloosheid en woede die bezit van je neemt, realiseer je je ook vrij snel dat deze situatie geen winnaars kent. Iedereen verliest, en elke betrokken partij heeft bloed aan zijn handen. Maar er is ook een andere boodschap die ik uit een afscheidscolumn zoals die van Remco Andersen haal. Een jonge, naïeve correspondent werd in de meest ingewikkelde regio van dit moment geplaatst; schreef over zijn hoop en zijn perspectief op revolutie en verandering; gaf de lezer vijf jaar lang zijn visie op het Midden-Oosten, terwijl hij terugblikkend erkent dat hij geen jota van de situatie begreep. Objectieve verslaggeving die ingewisseld werd voor wishful thinking van een jonge naïeve journalist, die al die jaren werkelijk geïnformeerde onderzoekers zoals Joshua Landis in twijfel trok. Simpelweg omdat diens visie te ‘zwartgallig’ was of niet paste in de hoop van de journalist of binnen andere mediakaders.
En nu, vijf jaar later, nu Andersen aangeeft dat hij eindelijk de situatie begint te begrijpen, stopt hij met zijn werk omdat hij genoeg bloedvergieten heeft gezien. Is dit exemplarisch voor hedendaagse journalistiek, voor wat de media voorschotelen, en misschien nog wel meer voor de hap-snap-sensatiestukken die wij lezers verkiezen boven een goed geïnformeerd stuk? Alsof de sensatie telt en na vijf ritjes in de achtbaan de lol er af is. Alsof het gaat om het zien van bloedvergieten, en als je genoeg gezien hebt je taak er opzit. Misschien helpt het om de regio te verlaten als je enkele maanden eerder de Lira Correspondentenprijs voor beste freelance journalistiek wint. Is dat het doel? Of zou je, nu je de situatie begint te begrijpen, juist door moeten gaan omdat je eindelijk voldoende gerijpt bent en in staat bent politieke, culturele en religieuze context te bieden? In godsnaam, bespaar ons dit soort onzin.