Zoals gezegd, ik worstel. Maar als Rotterdammer kan ik in ieder geval mijn vrome, wereldberoemde stadgenoot Erasmus raadplegen. Europeaan van het eerste uur. Ik loop regelmatig langs zijn standbeeld in het centrum van Rotterdam, zoals bekend door oorlogsgeweld verwoest. Het beeld van Erasmus dateert van 1622 en bestaat dus op de kop af vierhonderd jaar. Wat hij van de oorlog in Oekraïne vindt, kan ik hem niet vragen.

Gelukkig heeft de vrome Erasmus ons heel wat geschriften over oorlog en vrede nagelaten. Oorlog en twist was er ook in zijn tijd meer dan genoeg. Zowel binnen de ene katholieke kerk als tussen de natiën, met name tussen hun oorlogszuchtige leiders. Erasmus had een pesthekel aan die ook toen vaak gruwelijke oorlogen. Oorlogen waren per definitie onmenselijk en zeker ook onchristelijk. Volstrekt tegengesteld aan wat Christus had verkondigd en voorgeleefd. Tegenover oorlogszucht diende gelovige mens- en vredelievendheid in praktijk te worden gebracht.

Was Erasmus dus principieel pacifist? Nee, dat toch ook weer niet. Onder strikte voorwaarden was het voeren van oorlog toegestaan. Als noodzakelijk kwaad om slechtheid te bestraffen die anders onbestraft zou blijven. Om de eigen beschaving, het eigen geloof, van een wisse ondergang te redden.

Met de vraag wat dat concreet betekende worstelde Erasmus onder meer in zijn geschrift uit 1530 over een eventuele oorlog tegen de Turken (Nuttige overweging inzake de vraag, of we een oorlog tegen de Turken moeten beginnen). Moest het (in zijn tijd nog geheel christelijke) Westen de krachten bundelen om de Ottomaanse krijgsmacht terug te dringen? Een krijgsmacht die Constantinopel ten val had gebracht (1453), voor de poorten van Wenen had gestaan (1529) en die een stevige bedreiging van de Westers-christelijke waarden en belangen vormde.

Het bijzondere van het geschrift is dat Erasmus poogt zich niet te laten vangen in een zwart-wit tegenstelling. Hij benadrukt twee dingen: vergeet niet dat ook de vijand uit mensen bestaat en ga zelf leven volgens je hoogste principes. Zouden we de tegenstander niet eerder verslaan door het dagelijks voorbeeld van een hoogstaande levenswijze dan door het zwaard?

Lastig genoeg, de wijze waarop Erasmus de vragen van oorlog en vrede concreet doordacht. De van christelijke normen en waarden doordrenkte vorstenspiegel die hij de machthebbers van zijn tijd graag voorhield bleek in de praktijk niet erg effectief. Zijn vroegmoderne tijdgenoot Machiavelli hield er een heel wat realistischer kijk op de politiek op na. Oorlog was zelfs als een kunstwerk in handen van de eerzuchtige vorst. Maar in de worsteling met ónze vijand hebben we niet alleen dit realisme maar ook het waardengedreven idealisme van Erasmus nodig.

Concreet betekent dat hier en nu: de vijand niet demoniseren, Poetin niet en het Russische volk al helemaal niet. Al te scherpe oorlogsretoriek vermijden. Rusland niet alleen als vijand maar ook als buurman blijven zien van Oekraïne en heel Europa. Het contact met die buurman toch weer zoeken, niet uit zwakte maar uit kracht. Inclusief de kritische vraag aan onszelf of we voldoende zicht hebben op de diepere angsten en drijfveren van Rusland en daar in onze contacten rekening mee (willen) houden.

Erasmus worstelde met de oorlogen van zijn tijd en maakte zich daarmee bij velen niet erg populair. Zijn tijd is de onze niet en een christelijke natie zijn we al lang niet meer. Maar de vragen blijven en de oproep de vijand niet te ontmenselijken is nog steeds zeer actueel.

Deze tekst verscheen eerder in Tijd & Taak, ledenblad van de Banning Vereniging.

3

Koen Holtzapffel

Koen Holtzapffel is voorzitter van de Banning Vereniging.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.