De foto… Bij het doorbladeren van een kunsttijdschrift valt hij al op. En dagen lang blijft hij op mijn netvlies staan. Ik weet niet waarom. Het is een foto van een lange lijn van honderden jonge mensen die als het ware over een berg gedrapeerd is. Wat doen ze daar? Ze scheppen zand. Als ik de foto op internet op zoek en vergroot, zie ik dat ze allemaal een schep in hun handen hebben. Erbij staat een titel: When faith moves mountains.
Een variant hierop is de uitdrukking ‘Een man die bergen kan verzetten’. Het is een onmogelijke beeldspraak die gek genoeg toch veel zegt. Het doet mij denken aan een bijzonder verhaal van Maarten Biesheuvel, waarin hij zelf in psychiatrische inrichting Endegeest verblijft. Dat is nodig omdat hij denkt dat hij God is, zoals hij zelf vermeldt. Daar ontmoet hij de heer Mellenberg, een medepatiënt en een echte ‘geleerde’ volgens hem. Biesheuvel bewondert hem hevig. In de door hem beschreven actie van Mellenberg gaat het niet over bergen verzetten maar over het gebouw van Endegeest zelf. Op een dag duwt Mellenberg in aanwezigheid van een kritisch toekijkende psychiater lichtjes tegen een binnenmuurtje en deelt hem mee dat Endegeest nu verschoven is. De psychiater die zich beetgenomen voelt, zegt dat hij dat niet kan controleren. ‘Inderdaad’, grinnikte Mellenberg, ‘daar zie je maar hoe stom jullie zijn. Het meest elementaire van de natuurkunde is als volgt: eerst ga je meten, dan doe je wat en tenslotte ga je weer meten.’
Wanneer is iemand gek, of is iets gek… En hoe ontstaat er kunst en betekenis uit een ‘gek’ plan? Wanneer heeft of geeft iets zin? Het project When faith moves mountains (2002) van Francis Alÿs, Cuauhtémoc Medina en Fafael Ortega gaat over het verplaatsen van een berg van 500 meter, een zandduin bij de stad Lima in Peru. Vlakbij een vuilstortplaats waar ook de arme bevolking van Lima woont. Het project draait erom 500 studenten gedurende een dag bij elkaar te krijgen die gezamenlijk met hun schep het zand van de berg, en dus de berg, 10 centimeter zullen verplaatsen. Waanzinnig, nutteloos, gek?
In de YouTube-film vertellen de studenten wat hun motivatie en hun twijfels waren om hieraan deel te nemen. ‘Kunst’, zegt er een, ‘is behalve kunst ook een sociaal project.’ ‘Door de vele deelnemers leek de heuvel kleiner’, zegt een ander. En: ‘Kunst is de spiegel van een bepaald moment in de samenleving.’ Dat blijkt ook tijdens het project. De studenten moeten een sloppenwijk door alvorens de berg te kunnen beklimmen. Sommigen zien voor het eerst hoe mensen daar vlak naast de vuilstortplaats wonen, veelal immigranten. Doordat het project de aandacht op die plek vestigt, worden deze bewoners ook zichtbaar, voor de studenten, in de stad en in de media.
Gehuld in witte T-shirts zwoegen honderden jonge vrouwen en mannen al scheppend een dag lang door, in de hitte, van opgeven is geen sprake. Als ze weer beneden aangekomen zijn, gaat een gejuich op, zo vertelt een van hen. Is de berg nu tien centimeter verschoven? Waarschijnlijk niet, maar de publieke opinie misschien wel. En dat is de zin ervan.