Het was inderdaad een eitje om elkaar te herkennen. De grijze Toyota bleek weliswaar geen Aygo te zijn, zoals Ilyas aan de telefoon had gezegd, maar een Prius, maar zoveel grijze Toyota’s zijn er nu ook weer niet bij de supermarkt. En omgekeerd herkende hij mij eenvoudig, want in deze kleurrijke multicultiwijk valt een blond en blank persoon direct op.

We gingen op weg naar Huissen, een stadje vlak bij Arnhem. Niet alleen staat daar de rijschool, maar ook het Dominicanenklooster waar ik drie jaar heb gewoond. Onderweg leerden Ilyas en ik elkaar beter kennen. Hij vertelde dat hij gevlucht was uit Afghanistan, in Leeuwarden en Zeeland had gewoond en sinds kort in mijn wijk woont. Ik vertelde over mijn tijd als huisgenoot in het dominicanenklooster in Huissen.

“In het klooster? Ben jij gelovig?”
“Ja, ik ben christen. En ik ga bijna iedere zondag naar de kapel in het klooster. Maar afgelopen zondag kerkte ik in Elst. Ben jij gelovig?”
“Ja, ik ben moslim. Een democratische moslim. Wat zij – IS, fundamentalisten – doen, is niet democratische islam. Dat staat niet in de Koran! Ik bid niet vijf keer per dag, maar wel drie of vier keer. Ik drink een klein beetje alcohol.”
“A, net als ik. Ik ben katholiek; die genieten van het leven. Niet te streng.”
“Ja, inderdaad. Ik heb vanochtend een paar flesjes bier gekocht. Lekker als het zo warm is. Het mag eigenlijk niet van het geloof, maar ach.”
“Het gaat toch om het genieten. Je drinkt met mate, wil niet dronken worden.”
“Ja, daarom.”
En terwijl we een rotonde naderen, zeg ik nadenkend: “Je kunt op zo veel manieren over God spreken. Je kunt tot hem bidden enzovoorts. Maar uiteindelijk gaat het toch om dat je ervaart dat God in je zit en daar werkt?”
“Ja, klopt helemaal.”

Met wat een gemak spraken we over geloven. We moesten allebei eerst de schroom overwinnen; zo zijn we gewend om ons te moeten verdedigen voor het feit dat we gelovige mensen zijn. Maar toen we door hadden dat we ons niet hoefden te verdedigen, ontstond er een ruimte waarin we elkaar volledig ontmoetten. Een ruimte waarin we op een heel eenvoudig niveau, zonder opsmuk of theologisch-wetenschappelijk kader, elkaar vonden in ons contact met God.

We oefenden voor het examen en na afloop grapte ik: “Het komt wel goed, ik heb een engeltje op mijn schouder. Hebben jullie ook engelen?”
“Ja.”
“Dan wens ik jou ook een engeltje op de schouder toe.”
“Ja, maar je moet het examen toch zelf doen.”
En daar heeft hij helemaal gelijk in. God is niet iemand die het verloop van de gebeurtenissen bepaalt, maar het is een kracht die ons in staat stelt op een goede manier verbindingen aan te gaan met jezelf, de mensen om ons heen en de wereld.

Tanja van Hummel is geslaagd voor haar examen.

Tanja van Hummel

Tanja van Hummel

Filosoof en Schrijfcoach

Tanja van Hummel is filosoof en schrijfcoach. Tijdens haar filosofiestudie aan de Radboud Universiteit ontdekte zij een voorliefde voor …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.