In mijn vakgebied – de godsdienstpsychologie – denken we dat het zoeken naar zin in ons leven een belangrijke drijfveer is voor ons dagelijks handelen. Onze inspiratie om die zin te zoeken en vorm te geven is vaak het verlangen verbonden te zijn met anderen. Je overgeven aan een groter verhaal, aan een zingevende traditie (al dan niet van eigen makelij!) biedt connectedness: je doet het niet alleen, je kunt terugvallen op anderen, op rituelen, op verhalen, op een groter perspectief.

Die verbondenheid met een groter geheel geldt ook en wellicht vooral voor onze verbondenheid met de omgeving waarbinnen we opgroeien. Ik werd me daar opnieuw van bewust door een interview naar aanleiding van mijn nieuwe boek over geloofwaardig leiderschap. De interviewer was nieuwsgierig naar de persoon achter de auteur. Aanvankelijk enigszins onwillig (het gaat om mijn boek in het hier en nu!) ging ik met hem mee. We praatten over mijn jeugd in een heel traditioneel, maar ook heel warm gezin. De grote keuzes in mijn leven kwamen aan de orde: afstand ten opzichte van de traditie waarin ik ben opgegroeid, het snakken naar vrijheid, zelfbewustzijn als vrouw en ruimte om te leven naar mijn eigen waarden en overtuiging. Na afloop van het interview voelde ik me licht en blij. Het praten over mijn eigen leven deed me realiseren dat ik me met huid en haar verbonden was blijven voelen aan mijn oorsprong. Van buitenaf gezien kan ik er niet verder van verwijderd zijn geraakt, maar al pratend voelde ik de connectedness. Je ontstaat als mens niet als puur individu, je wordt fundamenteel gevormd door je achtergrond, je eigen geschiedenis. Soms door gelijke keuzes te maken, soms door voortdurend in gevecht te zijn, soms door een tegenovergestelde overtuiging te ontwikkelen, soms door een mix van dit alles. Maar steeds is dat onze inspiratie: waar komen we vandaan en hoe bepaalt dat onze richting in het leven.

Reflectie op en bewustzijn van je achtergrond schept ruimte om je realiseren dat je niet alles kan en niet overal past. Je eigen inspiratie bepaalt dat sommige keuzes wel en andere niet bij je passen of niet goed voor je zijn. Als je vanuit je eigen inspiratie leeft zoek je naar mensen en omstandigheden die daarbij horen. Dan kan er ook sprake zijn voor inspiratie voor anderen. Leiders die niet de juiste persoon op de juiste plaats zijn omdat ze bijvoorbeeld te veel of te weinig van hun mensen vragen, voorgangers die over de hoofden van hun geloofsgenoten heen een preek tegen de wereld houden, politici die het ene zeggen en het andere doen, managers die op een cursus verteld is dat ze hun mensen moeten coachen maar zelf liever op de winst blijven letten: het zijn voorbeelden waarbij de eigen inspiratie wegsijpelt omdat er geen weerklank is vanuit de omgeving waarin men opereert. De eigen bron droogt dan uiteindelijk op, als het al opwelt is het niet vruchtbaar.

Inspiratie ervaren mensen als persoon en omgeving bij elkaar horen, zodat het geheel meer wordt dan de som der delen. Dan ontstaat er ook ruimte voor anderen om te zoeken naar het goede perspectief, naar je juiste keuzes, naar duurzame verbanden. Geloofwaardig leiderschap is geïnspireerd leiderschap, gericht op connectedness.

Joke van Saane

godsdienstpsycholoog aan de VU in Amsterdam

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.