De statistieken over het seksuele gedrag van moslimjongeren in Nederland bevestigen dat het censureren van voorechtelijke seksualiteit niet, of zelfs averechts, werkt. Zo hebben, in vergelijking met Nederlandse jongens, twee keer zoveel Marokkaanse en Turkse jongens voor hun 18e jaar al ervaring met geslachtsgemeenschap. Daarnaast doen ze vaker aan anale seks, bezoeken ze frequenter prostituees en hebben met name Marokkaanse jongens relatief veel verschillende sekspartners. Ook de jongens die ik sprak voor mijn onderzoek hebben vaak al op jonge leeftijd hun eerste seksuele ervaring opgedaan, meestal zonder dat er sprake is van verliefdheid of zelfs maar genegenheid voor het meisje waar ze seks mee hebben. “Het is gewoon seks zonder liefde. Zij is geil en jij bent geil en toevallig ben je allebei op dezelfde plek. Dan doe je het en klaar”, aldus één van de Marokkaanse jongens die ik interviewde. Hij was bepaald geen uitzondering. Een andere, Turkse, jongen, omschreef het als ‘een koud hart’.

Het hebben van seks zonder intimiteit waar veel Marokkaanse en Turkse jongens met me over spraken, staat in schril contrast met het Nederlandse romantische middenklassenideaal van gelijkwaardige, respectvolle seks waarin lust en liefde hand in hand gaan. Het ontbreken van ouderlijke dwang en controle, noodzaakt jongeren hun gedrag – zonder verboden van bovenaf – zelf te reguleren, en dat leidt blijkbaar tot liefdevollere (seksuele) relaties dan wanneer men zich heeft te houden aan allerlei geboden die vooral machtsongelijkheid en verscheurdheid tussen de seksen creëert.

Eind 16e eeuw schreef Michel de Montaigne al in een essay over de opvoeding van kinderen, dat er niets is dat een karakter meer afstompt dan het worden grootgebracht in een klimaat van terreur en dwang. “Het zijn ware kerkers voor een gevangen jeugd. Door hen voor losbandigheid te straffen voordat ze het zijn, maakt men hen zo.” Ruim 400 jaar later hebben Montaigne’s woorden nog maar weinig aan betekenis ingeboet. Door slechts het lichaam ‘op te voeden’ en de geest te veronachtzamen, creëert men een gespleten psyche die de begeertes van het lichaam niet in het reine weet te laten komen met de verlangens van de geest naar liefde en intimiteit. Het is dan ook te hopen dat de jongens uit hun kerkers weten te ontsnappen.

Barbara Schouten

sociaal psycholoog, universitair docent aan de UvA

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.