Jaarlijks ga ik drie weken naar een camping in Drenthe. Het is een voormalig landgoed met rustige plekken en drukke velden. In het hoogseizoen zijn er wekelijks 2000 gasten, van wie de helft kinderen tussen de nul en twaalf jaar. Een van de rustige plekken biedt mij de ruimte mij drie weken helemaal terug te trekken op mezelf, mijn vorm van retraite. Na enkele dagen begin ik te dromen. Vanzelf komen dingen naar boven die ik afgelopen jaar heb meegemaakt in mijn veelvuldige contact met mensen en mij nog steeds bezighouden. Ze nodigen mij uit bij deze ervaringen stil te staan, ze te verwerken en te bevragen.
Afgelopen vakantie viel mij het gemak op waarmee kinderen contact met mij leggen, mij vragen stellen en iets over zichzelf vertellen, terwijl ik toch een vreemdeling voor hen ben. Het deed me goed en het maakte mij gelukkig. Het is toch prachtig dat je gezien en aangesproken wordt door mensen die hierbij geen enkel belang hebben.
Mijmerend over het gegeven dat dit mij nu opvalt, terwijl ik dit elk jaar meemaak – ik ga al tig jaren naar deze camping –, stel ik vast dat ik het spontaan aan de praat raken, vragen en bevraagd worden in de huidige samenleving mis. Mensen zijn sociale wezens. Gezellig even kletsen in de trein met medepassagiers, bij de bushalte, in de winkel, het gebeurt zelden of nooit. Om allerlei redenen komt het er niet van. Dat betreur ik, want in die sociale contacten gebeurt hetzelfde als wat ik in mijn vakantie meemaak met kinderen: zij houden je een spiegel voor waardoor je aspecten van jezelf ziet die je niet eerder waren opgevallen. Een voorbeeld: in mijn puberteit had ik moeite met mijn lengte. Sociale contacten, de omgang met klasgenoten met name, maakten mij duidelijk dat ik gewaardeerd werd met mijn lengte. Het hielp mij anders te gaan kijken naar mijzelf en positief om te gaan met dit deel van mijzelf.
Vele studenten vinden zichzelf niet aardig. Hun familieleden en vrienden zullen dit ontkennen. Door samen dingen te doen met mensen met wie je geen band hebt – samen koken, eten, een spel, een gesprek in de trein – en te ervaren dat deze mensen je waarderen, zal na verloop van tijd vanzelf het kwartje vallen: ik ben aardiger dan ik dacht.
We kunnen niet zonder sociale contacten. Zij helpen je om jezelf te leren kennen zoals je bent en niet zoals je denkt dat je bent of moet zijn. Het brengt mensen dichter bij zichzelf, dichter bij elkaar. Dit maakt gelukkig.