Het algemene beeld van hindoes in Nederland ziet er niet slecht uit. Hindoestaanse ouderen zijn gelukkig, de werkloosheid valt mee en jongeren doen het over het algemeen goed op school en/of werk. Ondanks dit positieve plaatje breken zij niet door op hogere functies. Ik denk dat dat voornamelijk te maken heeft met wat we netwerk noemen.

In Nederland lijkt het nodig om lid te zijn van een old boys network om hogerop te komen. Het is niet gemakkelijk om deze lang bestaande netwerken binnen te komen. Bovendien gelden er onzichtbare regels, die, naast je deskundigheid, bepalen of je verder komt of niet.
De terughoudendheid om in elkaar te investeren komt van beide zijden, denk ik. Hindoestanen hebben al veel geïnvesteerd door in een ‘vreemd’ land te studeren. Dat zou hen ervan kunnen weerhouden zich óók nog eens in een netwerk omhoog te werken. Aan de andere kant zijn de netwerken vaak bolwerken van blanke heren, die zich terughoudend opstellen naar nieuwe gezichten.
Daarbij komt dat hindoestanen vaak kiezen voor zogenaamde vrije beroepen (zoals de geneeskunde, het notariaat en de advocatuur), waarbij men ook zonder netwerk ver kan komen.

De vrouwenemancipatie heeft een langere geschiedenis dan de aanwezigheid van de hindoestanen in Nederland (vanaf 1975) en nog steeds bestaat het glazen plafond voor vrouwen. Voor de naar schatting 200.000 hindoestanen is er nog een lange weg te gaan. Maar de weg is hoopvol. Zoals ik eerder al betoogde, staan hindoestanen individueel relatief sterk in de Nederlandse samenleving. Maar hebben zij collectief ook een betekenis?

Het hindoeïsme is een door de overheid erkende religie. Toch kan er niet over een collectieve hindoegemeenschap worden gesproken. Er zijn diverse stromingen binnen het hindoeïsme, ook hier in Nederland. Binnen deze verschillende stromingen zijn uiteraard wél bepaalde gemeenschappelijkheden aan te wijzen, zoals de vieringen van Divali en Holi. Voor deze diverse groep is er een radio- en televisieomroep, de Organisatie Hindoe Media (OHM), die wekelijks uitzendingen verzorgt. Ook bestaat er een Hindoe Raad Nederland (HRN) voor pleitbezorging bij de overheid. Over het functioneren hiervan is mij echter weinig bekend. Op de website is weinig nieuws te lezen.
Voor de gemeenschap is het prettig dat deze instrumenten er zijn. Ze kunnen een positieve rol spelen in de beeldvorming en integratie in de samenleving. Maar deze collectiviteit speelt geen rol van betekenis om het glazen plafond te doorbreken en hindoestanen hogere functies in de samenleving te laten vervullen.

Hiermee is uiteraard het laatste woord niet over deze kwestie gezegd. Om werkelijk goed inzicht in de positie van hindoestanen in Nederland te krijgen, zou onderzoek welkom zijn.

Inder Mataw

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.