Deze waarschuwing is niet overbodig aangezien de titel en de cover eerder optimistische en blije teksten over liefde en leven, in de geest van Phil Bosmans doen vermoeden. Het is echter niet bepaald een wolkeloze hemel die Marleen Stelling schetst en bij het lezen kwamen bij mij herhaaldelijk een paar frases van The Wall van Pink Floyd naar boven: “If you should go skating on the thin ice of modern life… don’t be surprised when a crack in the ice appears under your feet!”
Stelling is bij een groter publiek bekend als interviewer van onder meer Het Vermoeden. Ze vraagt naar wat mensen bezielt en beweegt, naar wat hen drijft en gaande houdt. Sterk is dat zij in dit boek aandurft wat zij van haar gasten vraagt: zich kwetsbaar op te stellen. Zelf doet ze dat ogenschijnlijk zonder enige reserve en dat ontroert. Ze zegt dan wel dat het “om een fictief verhaal gaat waarin fantasie en werkelijkheid zijn vermengd en dat elke overeenkomst met bestaande gebeurtenissen of personen op toeval berust”, maar het is zonneklaar dat ze haar personages niet die diepgang had kunnen geven wanneer die niet ook in haarzelf aanwezig zou zijn.
De openheid en kwetsbaarheid hebben hier en daar iets ongemakkelijks: mag ik als lezer hier wel getuige van zijn? Zo opent ze haar verhaal op een vroege ochtend in de intimiteit van de slaapkamer: “Mijn wekker gaat als jij nog slaapt. Je ligt op je zij met je ogen dicht en armen dubbelgevouwen tegen je aan. Het vet en vel van je gezicht valt richting je kussen en als je echt diep weg bent, dan hangt je mond een beetje open.”
Aan de hand van een intens liefdesverhaal verkent Stelling de grote vragen van het leven. Wie en wat ben ik als mens? Hoe geef ik vorm en inhoud aan mijn bestaan? Hoe kan ik mij geven in een relatie zonder mezelf te verliezen of kwijt te raken? Stelling laat zich zien als een oprechte zoeker naar puurheid en echtheid, met een groot verlangen naar liefde die er toe doet, naar leven dat zin en betekenis heeft. Daarbij weet ze dat simpele antwoorden van weleer niet meer werken en er nieuwe woorden, nieuwe metaforen en duidingen nodig zijn om recht te doen aan het verwarrende en veeleisende leven van vandaag.
Stelling is ook theologe en haar zoeken en denken is doortrokken van fundamentele noties van leven en dood uit het Oude Boek – de Bijbel. Die geven dit boekje een diepe en vertrouwenwekkende ondertoon, zoals de bas een goed muziekstuk draagt: “Ik volg met mijn vingertoppen de vorm van je gezicht. Mag ik de enige zijn? Er was eens een woestijnvolk, met een God, die zei: Voor mijn aangezicht zult gij geen andere goden hebben. Dat snap ik heel goed. Ik wil de valleien verkennen die verboden zijn voor ieder ander met wie je vrijt.” Het is terecht dat dit boek gepresenteerd wordt als ‘een eigentijds Hooglied’.
Alle bloemen zijn op weg naar jou is een verhaal over door het donker heen toch weer tasten naar het licht, een verhaal van opstanding, van hoop die weigert te doven. De taal die Stelling hanteert is sober en krachtig – ieder woord doet er toe. Het boek bevat pareltjes – zinnen die je graag herleest en overpeinst:
‘Wat nu als je weg gaat? Wat nu als ik in je verdwijn, en dat je dan vertrekt?’
‘Mensen zijn als bomen wiens wortels kunnen vervlechten, maar wat de wind met de takken doet, weet niemand.’
Het boekje is zorgvuldig en verzorgd uitgegeven. Dat de tekst is gezet in een ouderwetse typeletter draagt belangrijk bij aan het gevoel dat iets onherroepelijk verleden tijd is geworden maar toch ook nog steeds aanwezig is. Zoals de mensen en de liefde die we kwijtraken nooit werkelijk ophouden te bestaan maar ons mede maken tot wie en wat wij zijn.
Dit boekje is in meer dan een opzicht als een geschenk – fijn om te geven, fijn om te krijgen, fijn om te lezen en te bekijken. En nog eens, en nog eens…
Voor meer informatie over dit boek of om dit boek te bestellen: klik hier.