De omslag van God 3.0 lijkt op een icoontje van een app op je smartphone. De toevoeging van 3.0 roept eveneens associaties met software op. Even denk je dat het een catalogus voor reli-apps is of een essay over de invloed van sociale media op religie. De indeling van het boekje is eveneens modern. Korte hoofdstukken waarin het betoog wordt aangevuld met humoristische gedichten. Bij uitstek geschikt voor het publiek van De Wereld Draait Door, zou je kunnen zeggen. André Droogers is al een aantal jaar met emeritaat (professoren pensioen) maar hij – of zijn uitgever – bewijst dus zeer goed bij te de tijd te zijn. Dat geldt in zekere mate ook voor de inhoud van zijn pleidooi, dat behoorlijk goed lijkt in te haken op de tijdsgeest. Vergis je niet: God 3.0 heeft wel degelijk inhoud. De woorden boven en onder de titel geven al aan dat het Droogers serieus is: Voorbij godsdienst en atheïsme en Hoe ziet god er uit in de 21ste eeuw? Gebrek aan ambitie heeft de auteur zeker niet.
Wie of wat is God 3.0?
De geüpgrade versie van god, hoe ziet die er uit en hoe verhoudt die zich tot eerdere versies? Droogers neemt als uitgangspunt de monotheïstische godsdiensten. God 1.0 is dan de pre-moderne God, de Schepper van de Aarde zoals die op diverse wijzen in de Joodse, Christelijke en Islamitische tradities werd neergezet. God 2.0 bestaat uit twee godsbeelden die vanaf de modernisering opkomen: de fundamentalistische versie (2.1) en de vrijzinnige versie (2.2). Beiden zijn een reactie op de modernisering, waarbij de eerste een uiting van verzet is, en de tweede een gedeeltelijke aanpassing naar aanleiding van wetenschappelijke inzichten. God 3.0 gaat dan weer verder dan God 2.2 door niet meer mono-religieus te zijn en veel ruimte te bieden voor atheïstische kritiek. Deze God is dan ook niet zozeer een scheppende macht, maar meer een speelveld, een plek om spelenderwijs met zin- en betekenisgeving bezig te zijn.
Het tekort van God 3.0
De kracht van het idee van God 3.0 is dat het recht probeert te doen aan de moderne beleving van geloof en wetenschap. Bij vele interreligieuze uitwisselingen blijkt toch altijd weer dat veel mensen niet alleen door één godsdienst of levensbeschouwing geïnspireerd of gevormd raken. Toch raken de stemmen van deze ‘hybriden’ vaak wat op de achtergrond door het (verbaal) geweld van enerzijds religieuze fundamentalisten en de nieuwe atheïsten. Tegelijkertijd schiet God 3.0 toch wat tekort. Het is vooral van toepassing op de Nederlandse samenleving, en dan niet eens zozeer op het Nederland van de toekomst. Zo is in de opbouw van het betoog vooral veel aandacht voor de ontwikkelingen in de christelijke stromingen. Islamitische en andere levensbeschouwingen komen er bekaaid vanaf. Andere invloeden op onze betekenisgeving, zoals economische en politieke filosofieën en de entertainmentindustrie, krijgen geen enkele aandacht. Bovendien lijkt Droogers te zeer beperkt in zijn vrijheid door de strakke opbouw van het boek. Sommige lijnen worden niet netjes afgerond.
Nieuw secularisme
Desalniettemin biedt het boek veel interessante en zinnige overwegingen die een verdere dialoog waard zijn. In het meest gunstige scenario leidt het idee achter God 3.0 tot een nieuwe vorm van secularisme, vergelijkbaar met dat van Bruno Latour. Net als deze Franse filosoof pleit Droogers voor een spelvorm (Latour spreekt over experimenten) waarbij de zoektocht naar antwoorden op grote vragen gezamenlijk wordt ingezet. Het seculiere zit daarbij niet in de strikte tegenstelling tussen gelovigen en ongelovigen, of tussen kerk en staat, maar in een neutrale gemeenplaats waarbij niet één (al dan niet religieuze) opvatting dominant wordt. Op deze plek ontmoet men elkaar met een grote openheid voor elkaars visies en kennis. Zo zou er een gemeenschappelijke grond kunnen ontstaan. Voor Latour verwijst die grond vrij letterlijk naar de Aarde en staat het klimaatvraagstuk als gedeelde zorg centraal. Droogers benadert het breder en plaatst vier wereldproblemen centraal in zijn beeld van God 3.0: armoede, geweld, milieu en conflict.
Utopie
Hoewel Droogers een optimistische toon aanslaat begrijpt ook hij dat zijn God 3.0 vooral een utopisch beeld is. Tegen het einde van het boek behandelt hij enkele FAQs (Frequently Asked Questions, veelgestelde vragen) van zijn publiek en critici. In deze paragrafen komt hij openlijk uit voor zijn levensbeschouwelijke en politieke positie. Daarin schuilen zowel de kracht van Droogers’ betoog als de ogenschijnlijke zwakte. Hij laat zijn kaarten openlijk zien en maakt zichzelf daardoor kwetsbaar. Je zou kunnen stellen dat kwetsbaarheid, zeker in deze tijd, juist een teken is van kracht en vertrouwen. Een fris geluid dat een welkom tegenwicht biedt aan een doorgaans polemisch debat.