Jezus spoort ons aan om te leren van een onrechtvaardige rentmeester (Luk. 16). Die sjoemelt met het bezit van de rijke man waarbij hij in dienst is. Dat wordt ontdekt en de baas deelt hem mee dat hij zijn biezen kan pakken. Die rentmeester denkt bij zichzelf: ‘Wat nu? Straks sta ik op straat. Werken op het land kan ik niet en om nou te gaan bedelen… Weet je wat, ik zal de debiteuren van mijn baas een plezier doen. Zo haal ik een wit voetje bij hen en bieden ze me straks misschien een baan aan.’
Dus roept hij een voor een de schuldenaars bij zich en scheldt hen een flink deel van hun schuld kwijt. Als zijn baas ontdekt wat de rentmeester heeft gedaan, belt hij niet de politie maar, integendeel, prijst hem omdat hij zo slim te werk is gegaan. Jezus besluit met de oproep om aan die frauderende rentmeester een voorbeeld te nemen.
Die rijke man waarbij de rentmeester in dienst is, is een beeld van God. Wij vinden het unfair als we bestolen worden. Maar God wil niets liever dan dat hij beroofd wordt. Hij wil dat we hem plunderen en alles weggeven, al is het maar om er zelf beter van te worden, zoals die rentmeester.
Echte religie is unfair omdat God vrijelijk geeft. Dat begint al met ons leven, dat we immers niet zelf gepland en nog minder verdiend hebben. Ineens waren we er, met een kloppend hart. En dat terwijl overal in het universum de dood regel is – dat melden tenminste de robotjes die we naar andere planeten hebben gestuurd. Het leven is een wonderlijke uitzondering op de dood.
Wat wij ‘fair’ vinden is nooit wonderlijk, maar voorspelbaar en calculerend. We zeggen: als jij mij helpt, is het fair dat ik iets voor jou terugdoe. Niet teveel want ik ben niet gek, niet te weinig want dan voel je je gekrenkt. ‘Fair’ is commercieel denken: voor wat, hoort wat. Klinkt logisch. Veel mensen denken daarom dat het Evangelie teruggebracht kan worden tot de zogenaamde gouden regel die je ook in andere religies vindt: Behandel een ander zoals je zelf behandeld wil worden. Wanneer Griekenland zijn schuld niet betaalt, is het logisch dat je het land uit de Eurozone kiept. Jezus maakt echter een radicale zijsprong: behandel de ander niet zoals je zelf behandeld wordt. Geeft iemand jou een klap, keer hem dan de andere wang toe. Dat is niet logisch, het is absurd.
Zodra religie als fair en logisch wordt gezien, gaat het hart eruit – God zelf. Dan wordt geloof ingelijfd in onze eigen agenda en wordt het een oorzaak van verdeeldheid of zelfs geweld. We denken: de vijand behandelt ons niet fair, God is wel fair, dus helpt hij ons om genoegdoening te krijgen. In de ogen van moslim fundamentalisten staat de Heer van leven en dood aan hun kant in de strijd tegen westerlingen, die daarom op het strand van Tunesië neer gemaaid mogen worden. Een even logische als bloedige gedachtegang.
Het goede kan zich wel het kwade voorstellen, zegt de dichter W.H. Auden, maar het kwade niet het goede. Want dat is een wonder. Het kwaad heeft geen besef van de schandalige overvloed van God die geen verschil maakt tussen wat wij vrienden of vijanden, landgenoten of vreemdelingen, schuldeisers of schuldenaars noemen.
Rutte die zijn verkiezingsbelofte om geen geld meer aan Griekenland te geven brak door in te stemmen met nieuwe financiële steun, waarvan het de vraag is of we daar ooit iets van terugzien, was even heel evangelisch bezig. Als de onrechtvaardige rentmeester.
Weer een briljante column, alleen ben ik het niet met Suurmond eens.
‘Behandel een ander zoals je zelf behandeld wil worden’ is al radicaal als we goed luisteren naar het woordje ‘wil’. Dat betekent dat we altijd vooruit kijken, en zoals economen dat graag noemen: ‘waarde toevoegen’.
Reciprociteit wordt vaak beperkt opgevat als: ‘behandel een ander, zoals diezelfde persoon je heeft behandeld’.
Maar reciprociteit is al iets ruimer. Dat is niet alleen teruggeven, maar ook doorgeven. Als ik iemand iets geef, maakt het mij toch niets uit van wie ik het terugkrijg, als ik het maar een keer terugkrijg. Daar is niets bijzonders aan. Als ik een paar uur les gegeven heb, ga ik met briefjes die dat aantonen naar de supermarkt om mijn kar vol te laden. En met diezelfde briefjes gaat de supermarkt naar de leveranciers om vrachtwagen vol te laden, enz.
Samenvoeging van de regels voor de reciprociteit (ruim opgevat) met de regel dat het goed is om waarde toe te voegen, levert de Gouden Regel op. Of nog positiever geformuleerd: heb je naaste lief als je zelf!
Behandel de ander zoals je zelf behandelt WIL worden is wel degelijk een peiler van het Christendom en mondt, indien toegepast, zeker uit op een (deels) kwijtschelding van schuld. Dat Jezus zegt de ander niet te behandelen zoals je zelf behandelt wordt is geen radicale zijsprong maar een volstrekt logisch vervolg op die regel.
Suurmond, als je de Bijbel gebruikt, moet je niet alleen een hoofdstuk aanhalen, maar ook het vers bij vermelden, anders heeft het geen zin. Je weet het oogmerk en de verklaring van deze illustratie niet. Da’s duidelijk. Jouw titel “God is Niet fair” slaat totaal op niks, het heeft niks met deze illustratie te maken, het kán niet op Hem van toepassing zijn. Dat Rutte niet fair is, is een andere zaak. De Bijbel noemt twee belangrijke redenen waarom Jezus illustraties gebruikte. Ten eerste vervulde hij daarmee profetieën, het heeft een doel en daarnaast gaf Hij (Jezus) hiermee onderwijs. Hiermee probeerde Jezus het hart van Zijn apostelen, discipelen en andere toehoorders hun hart te bereiken. Een illustratie dient om een grote gedachte en begrip aanzienlijk kleiner en begrijpelijk te maken. Ten tweede verklaarde Jezus dat hij illustraties gebruikte om mensen met een hart dat “onontvankelijk was geworden” uit te ziften. Hoe brachten Zijn illustraties de motieven van mensen aan het licht? In sommige gevallen wilde hij dat zijn toehoorders om uitleg vroegen, zodat ze de volledige betekenis van zijn woorden zouden begrijpen. Goed overdachte illustraties van Jezus waren om belangrijke waarheden ook makkelijker te maken om te begrijpen. Hoe kun je een “onvolmaakte” politicus (trouwens, wij zijn allemaal onvolmaakt) in vergelijking stellen met de Almachtige volmaakte Eeuwige Schepper van hemel en aarde, van het gehele universum?? Als God NIET fair is, hoe verklaar je Jakobus 5:1-6 dan?? Hier spreekt zijn Woord bijvoorbeeld een krachtige veroordeling uit tegen rijken die hun werknemers onderdrukken. Want jij beschuldigt God ervan Zijn soevereiniteit op unfaire, onrechtvaardige wijze uit te oefenen. God is Degene dat altijd heeft bewezen dat Hij niet verandert. Mensen moeten weten dat Hij de eeuwige God van rechtvaardigheid, waarheid en recht is. Bijbelse illustraties dienden/dienen ook om iemand te corrigeren en/of terecht te wijzen, te vermanen, om iemand te bewegen iets te doen om zijn ware gezicht te tonen etcétera etcétera. Dus Suurmond, nogmaals, jouw woorden slaan op NIKS. Je moet iets “begrijpen” voordat je er gebruikt van maakt, dus illustraties.
@ Frank: god oordeelt helemaal niet. De bijbel is een oud boek, geschreven in een bepaald tijdperk, binnen een bepaalde cultuur, geïnterpreteerd door mensen en hun eigen referentiekaders. Bijbelteksten worden zo vaak niet in context geplaatst en helemaal kapot geïnterpreteerd… op zoek naar ‘wat het juiste is’. Ik vind het stuk van J-J prachtig. Zelf zie ik mezelf niet meer als christen (of gebonden aan welke religie ook), maar ik vind zowel Jezus, als Boeddha erg inspirerende figuren. Ze handelen namelijk vanuit liefde en oordelen niet. God is helemaal niet eerlijk, of rechtvaardig. Eerlijk en rechtvaardig ontstaat uit regels. En regels zijn door mensen verzonnen, voor situaties waarin mensen niet weten wat ze moeten doen. En waarom weten ze dat niet, omdat ze (nog) niet vertrouwen op hun werkelijke intuïtie, hun essentie. Volgens mij is God de levensenergie, niet een persoon. God is het alles en het niets. Jij bent 1 van gods manifestaties. Jij bent god, ik ben god, wetsovertreders, ‘slechterikken’, ‘goeierikken’ zijn god. Alles is een manifestatie van god. En er is nergens iets mis mee. Niets is beter of minder goed dan iets of iemand anders. God ervaart zichzelf door middel van Alles. En dat wat binnen religie (en ook sprookjes, zoals lord of the rings) vaak als ‘het kwaad’ wordt gezien, zou ik omschrijven als het Ego. Het ego dat controle wil, grijpen, hebben, allemaal gevoed vanuit Angst. Angst om tekort te komen, angst om alleen te zijn, te sterven, niets waard te zijn.
Wat ik het mooie van dit stuk van J-J vindt (en wel vaker als ik iets van hem lees), is het inzicht dat ‘god moves in mysterious ways’. Wat onze breinen zien als goed of slecht is vanuit een beperkt zicht op zaken. Vanuit regels. Zo werkt het niet.
Leven vanuit je essentie, dicht bij jezelf, bij je gevoel (niet je emotie, maar je Gevoel) is volgens mij het zelfde als ‘leven volgens god’. En dat is niet perse vroom, of netjes, of volgens de op dat moment geldende regels. Het is leven vanuit Geven wat je bent. En onze ego’s/hersens kunnen dat wat op dat moment klopt dan niet altijd bevatten. Maar van binnen weet je dat het klopt.
Geen idee of dit werkelijk aansluit op wat J-J bedoelt, maar zo lees ik het. 🙂
Groetjes van een vrije geest