God is in het publieke leven in Amerika nadrukkelijk aanwezig. Bijna iedere politieke toespraak eindigt met een ‘God bless America’. Toch worden de Verenigde Staten gekenmerkt door een hoge mate van religieuze tolerantie en vrijheid. Volgens godsdienstsocioloog Jose Casanova, schrijver van het standaardwerk Public Religions in the Modern World, vloeit dit voort uit de pluriforme Amerikaanse samenleving. Immigranten uit de hele wereld brachten hun geloof mee. In de nieuwe wereld waren ze vrij om het op hun manier te belijden. In Amerika vind je “alle culturen, religies en samenlevingen van de wereld”‘ vertelt Casanova in zijn werkkamer op Georgetown University in Washington DC. “Dat is de grootste kracht, de echte macht van de VS.” Zelf komt Casanova uit Spanje en zijn band met Europa is nog altijd sterk. Volgend jaar wordt hij door de Universiteit Groningen onderscheiden met een eredoctoraat.

Het is gemakkelijker om een immigrant in Amerika te zijn dan in Europa, vindt Casanova, “Voor de nieuwkomers is het nooit: wij Amerikanen tegen de rest, want wij en zij, dat is zo gefragmenteerd. De verscheidenheid en diversiteit zijn zo groot.”

Daarbij komt dat Amerika nog steeds een diep religieus land is, in tegenstelling tot Europa waar de secularisatie heeft toegeslagen. Vroeger waren Europese landen religieus homogeen, nu zijn ze seculier homogeen, zegt Casanova. En wat je ziet is dat ze niet goed omgaan met religieus pluralisme. Hij neemt Nederland als voorbeeld. “De aanval op moslims in Nederland kwam niet van rechts. Niet van de nationalisten, maar juist van de liberalen. Omdat moslims niet liberaal genoeg waren. De meerderheid redeneert: zij zijn niet tolerant, dus tolereren wij hen niet.”

Hij geeft een voorbeeld. “Als er in de VS een conferentie is over religieus pluralisme dan weet je dat er joden en moslims komen. Dus serveer je halal en koosjer eten. Zou de conferentie in Europa plaatsvinden, dan denkt niemand daaraan.”

Het is een gevolg van de intolerantie voor wat wordt gezien als gebruiken die achterhaald zijn, waar gelovigen zich maar overheen moeten zetten. Dat is, zegt Casanova, de teneur in Europa op dit moment. De Amerikaanse samenleving daarentegen accepteert de gebruiken en rituelen van religieuze groepen. En dat is weer een gevolg van de minderheden – joden, mormonen, jehova getuigen – die de grenzen van de tolerantie hebben opgerekt door voor hun plek in de Amerikaanse samenleving te vechten.

Dat ze dat konden doen is aan de grondwet te danken. “Een heilig schrift,” noemt Casanova de beleving van de grondwet in de Amerikaanse samenleving. Als eerste amendement staat in de grondwet dat de staat geen religie mag opleggen of prefereren en dat iedereen vrij is om zijn geloof uit te oefenen. Casanova: “Het is niet alleen zo dat geloof de staat niet mag beïnvloeden, de staat mag ook het geloof niet beïnvloeden. Bij de interpretatie van deze twee principes is er een constante spiraalbeweging. Je hebt scheiding van religie en staat EN volledige godsdienstvrijheid.”

Casanova erkent dat de twee principes, in hun  meest extreme vorm, tot conflicten kunnen leiden. In Europa leidt dit tot politieke discussies. In Amerika is het bijna altijd de rechter die een conflict langs de grondwettelijke meetlat legt. En als er door rechters verschillend wordt geoordeeld, dan heeft het Hooggerechtshof het laatste woord.

“Zonder het Hooggerechtshof,” zegt Casanova, “zouden we een voortdurende burgeroorlog meemaken.”

Freke-Vuijst-twitter

Freke Vuijst

correspondent van Vrij Nederland in Amerika, documentaire filmmaker

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.