Dit idee wil ik graag verkennen. Op de helft van het artikel Portrait of the Artist as a Young Woman begin je je af te vragen wie het eigenlijk heeft geschreven. De woordspeling in de titel was precies de uitdaging tot lezen. De auteur is de Turkse Nagihan Haliloğlu. Ze schrijft:
Ik benader elke roman die zich afspeelt in Istanbul met ongerustheid, voorbereid op alles overheersende platitudes over het fraaie uitzicht, stadsgeluiden, overdekte markten, minaretten en Oost treft West banaliteiten. Ik begon The Ecliptic van Benjamin Wood te lezen in dezelfde week dat ik naar een nieuwe bewerking voor de tv van The Night Manager keek, een verhaal dat zich voor een klein deel in Istanbul afspeelt en waarin geen oriëntalistencliché wordt geschuwd. Wood’s fascinerende roman speelt zich niet echt in Istanbul af. Het begint op Heybeliada, een eiland dat met de veerboot op een half uurtje varen van het oude stadscentrum ligt en waar het gebruikelijke toeristensteno voor exotisch Istanbul niet voor de hand ligt.
Nagihan Haliloğlu
Haar literaire honger en kritische analyse; haar lichtvoetig tussen ‘oost en west’ heen en weer springen, daarbij opgeteld haar vermogen tot relevante vergelijkingen en verbinden tussen hoge en lage cultuur, doet lezen. Dus begon ik op haar logo te letten: Nagihan Haliloğlu. Achter haar naam stond: Assistant Professor op de Fatih Sultan Mehmet Universiteit in Istanbul en schrijft voor Lacivert.[1] Assistant professor is een Turks amerikanisme voor wat in Nederland een universitair docent wordt genoemd. Ergens anders lees ik over haar: Nagihan Haliloğlu is een docent en een recensent, die in Istanbul woont en voortdurend een excuus zoekt om naar Engeland te reizen. Verder bleef ik naarstig zoeken naar persoonlijke gegevens van deze lenige geest.
'Huzur' - Sereen
In haar recensie van de roman Huzur van Ahmet Hamdi Tanpınar, schreef ze:[2] ‘Een klassieker’, zei Alan Bennett, ‘is een boek waarvan men veronderstelt dat iedereen het heeft gelezen en iedereen ook van zichzelf denkt dat dat zo is.’ Tanpınar‘s boek wordt al heel lang gezien als zo’n klassieker. Het brengt de angsten van een kosmopolitische Turkse familie in Istanbul aan de vooravond van de tweede wereldoorlog in beeld. In een lange innerlijke monoloog over de elitaire middenklasse, die wegkwijnt langs de oevers van de Bosporus en verzeild raakt in nietsbetekenende liefdesaffaires, maakt Tanpınar duidelijk dat veel mensen daarbij eerder een gevoel van onbehagen uitstralen dan progressieve geestdrift voor de vroeg-Republikeinse Zeitgeist.’[3]
Voor de bevolking van Istanbul vond toen een cultuur historische overgang plaats van Osmaans-islamitisch naar Republikeins-seculier leven, denken en voelen. Die transformatie vond plaats op het gebied van kleding en alfabet tot en met justitieel- en onderwijssysteem. Beschouwelijke geesten als Tanpınar beleefden dat in al hun bewustzijnslagen. Hij kon Turks lezen en schrijven in zowel het Arabische als het nieuwe Latijnse schrift en was vertrouwd met twee mentaliteiten; die van een op de toekomst gerichte moderne samenleving en die van de rijke erfenis van de mystieke Islam en haar uitdrukkingsvormen in literatuur, architectuur en kunst. In Sereen wordt ‘de psyche van Istanbul’, meesterlijk gediagnosticeerd. Tanpinar doet dit door zowel de buitenkant als de binnenkant van de menselijke ervaring van de relatief snelle sociaal culturele veranderingen uit te lichten. Hij stelt in Sereen de nog steeds levende vraag: ‘hoe kan een moslimsamenleving op de rand van Europa, traditie en moderniteit in evenwicht houden?’
Hoe kan Istanbul zijn natuurlijke multiculturaliteit en multireligiositeit bewaren en als leefbaar model aan de wereld laten zien?
Nagihan Haliloğlu stelt ongeveer dezelfde vraag maar dan anders, veel ruimer. Zij vraagt: Hoe kan Istanbul zijn natuurlijke multiculturaliteit en multireligiositeit bewaren en als leefbaar model aan de wereld laten zien? Maar voordat we in dat exposé duiken eerst wat gegevens die toch nog als op internet gestrooide broodkruimels een pad naar haar identiteit en imago vormen. In een van de schaarse interviews – waarin ze meestal niets over zichzelf vertelt – wordt zij de dochter van een imam van Etiler genoemd, die ‘anders’ is of: die het verschil maakt. Zij groeide dus op in Etiler, een buurt in het Europese deel van Istanbul, waar een deel van de high society woont.[4] Zij was toen een van de weinige jonge meisjes met een hoofddoek, een rol die haar daarna in Europa niet veel moeite kostte. Na een studie scheikunde aan de Boğaziçi universiteit, vertrekt zij vanwege het verbod op de hoofddoek in het Turkse hoger onderwijs naar Engeland om daar in Oxford Engelse literatuur te gaan studeren. Daarnaast doet zij Osmaanse letterkunde. Beide studies rondde zij af met een master. De Turkse literatuurstudie met een scriptie over Fatma Aliye en de Tanzimât periode.[5]
Hierna haalde ze haar PhD Engels aan de universiteit van Heidelberg in Duitsland. Haar proefschrift droeg de titel Narrating from the Margins: Self-Representation of Female and Colonial Subjectivities in Jean Rhys’s Novels en werd in 2011 gepubliceerd bij Rodopi. Zij wierp hierin een kritische blik op de hoofdrolspelers in Jean Rhys’ romans en de manier waarop zij zich bezighouden met hun ‘ik-vertelling’, waarbij ze vooral lette op de link tussen het construeren van een identiteit en de ik-verteller in een modernistisch en postkoloniaal idioom. In haar studie onderzoekt ze de verschillende manieren waarop de ik-verteller reageert wanneer haar verhaal wordt geblokkeerd door de samenleving. Die creëert dan een samenleving van verhalen, waarin haar eigen verhaal steekhoudend is, of ze stapt over naar de derde persoons vertelvorm om met de nodige beschouwelijkheid en afstand, echtheid te bereiken.
Eenmaal terug in Turkije valt zij op als moderator in allerlei fora en symposia en door het jobhopping karakter van haar academische carrière. Zo is zij universitair docent aan The Alliance of Civilizations Institute in Istanbul, waar zij colleges geeft over multiculturalisme en culturele geschiedenis. Opvallend is dat zij zich regelmatig bezighoudt met wat zij noemt Istanbul Criteria: de constructie van een stadsidentiteit.
Volgens Nagihan Haliloğlu is de plotselinge groei van culturele productiviteit, zakenleven en toerisme in Istanbul, ook tegen de wind van de actualiteit in, booming. Deze relatieve bloeiperiode gaat gepaard met een nieuwe woordkeus in de literatuur die deze groei tracht bij te houden en te definiëren. Er worden termen gezocht om de identiteit van de stad te beschrijven, zoals Istanbul Criteria, wat voor verschillende mensen verschillende dingen betekent, die echter allemaal verwijzen naar de kenmerken die voor de dynamiek van Istanbul zorgen.
De plotselinge groei van culturele productiviteit, zakenleven en toerisme in Istanbul is, ook tegen de wind van de actualiteit in, booming.
Het referentiekader dat zij gebruikt om de constructie van een eigentijdse grote stadsidentiteit met gegevens uit de dagelijkse (deels fictieve) werkelijkheid te onderbouwen, is onder meer het werk van Orhan Pamuk, Jason Goodwin [6] en Barbara Nadel. De eerste schrijver behoeft geen nadere introductie, want er is veel aandacht voor zijn in het Nederlands vertaalde werk. Barbara Nadel schrijft detectives die zich voornamelijk afspelen in Istanbul en van Jason Goodwin citeert Haliloğlu uit het ook in het Nederlands vertaalde De brand van Istanbul. Door ook Europese auteurs te citeren beschrijft ze zowel de identiteit als het imago van de inwoners van Istanbul. Hoe ze zien en worden gezien.
Uit een interieurbeschrijving in Pamuks Istanbul (p. 9-10) kun je afleiden door wie en hoe daar wordt geleefd:
‘Het waren niet alleen maar de niet bespeelde piano’s; in elk appartement was ook een gesloten glazen vitrine met Chinees porselein, theekopjes, zilveren zetjes, suikerpotten, snuifdozen, kristallen glazen, rozenwater schenkkannen, borden en wierookvaten, die niemand ooit aanraakt. De planken waarop tulbanden horen te liggen, zonder tulbanden, de Japanse en Art nouveau kamerschermen, die niets verbergen (…) Woonkamers waren geen plaatsen waar je kon hopen comfortabel te gaan zitten; het waren kleine musea, ingericht om de eventuele bezoeker ervan te overtuigen hoe westers men was. Iemand die tijdens de Ramadan niet vastte, zou in dit soort ruimten met glazen vitrines en dode piano’s, minder gewetenspijn ondergaan dan in kleermakerszit in een kamer vol kussens en divans. Iedereen wist dat het een bevrijding van de regelgeving van de Islam betekende, maar niemand wist echt zeker waar het verder nog goed voor was..’[7]
Orhan Pamuk
Vooral in de beschrijving van het privéleven van de inwoners, geeft zij Istanbul een bemiddelingsrol in de uitwisseling van traditioneel Turkse en Europees/westerse waarden en rituelen, bijvoorbeeld in de romans van Elif Şafak. Deze schrijft over het Luizenpaleis in Istanbul. Eens werd dit appartementencomplex gebouwd op een begraafplaats. Het bevat tien wooneenheden die worden bewoond door mensen met zeer verschillende identiteiten. Het ruikt er niet fris want er is een afvalprobleem en er heerst een luizenplaag. Alle bewoners met hun eigenaardigheden en hun geschiedenissen, worden gedetailleerd beschreven. Onderling is er weinig contact maar het afvalprobleem brengt hen tot elkaar. Kortom: Kosmopolitisme én Multiculturalisme in een notendop. [8]
Istanbul als rolmodel voor de multiculturele stad
‘Iedere discussie over multiculturalisme dient rekening te houden met het feit dat dit woord twee met elkaar verbonden betekenissen van verschillende orde heeft. Volgens Kenan Malik: de geleefde ervaring van diversiteit en het besturen en beheren van diversiteit.’[9] De rol van Istanbul hierin kan die zijn van een verzoener tussen Europa en Turkije. Niet in de zin van al dan niet lid worden van de EU, maar in de zin van een gedeeld humanum in een gedeelde ruimte waarin duizend bloemen bloeien zonder elkaar te beschadigen. Istanbul met een deel in Azië en een deel in Europa kan een toekomst construeren die een reconstructie van het verleden vereist. Dat is waar veel boeken, die zich in Istanbul afspelen, naar toe werken. Door opnieuw het Osmaanse verleden te verbeelden komt ook de overbelaste verhouding met Europa en de Osmaanse nalatenschap opnieuw tot leven. Politici en schrijvers maken nogal wat van Istanbuls culturele diversiteit en claimen, aangemoedigd door de theoretici van het multiculturalisme, dat het Osmaanse verleden ons op dat gebied lessen kan leren. Eén daarvan gaat over het millet systeem dat geldt als een Osmaans stuk gereedschap om de multiculturele samenleving van die tijd gestalte te geven. Wat zou betekenen dat het millet systeem een volledig ontwikkelde organisatie met een makkelijk te herkennen structuur is.[10] Het Osmaanse multiculturalisme zou dus een functionerende management methode zijn om verschillende culturen bij elkaar te houden en in vrede samen te leven in hetzelfde gemenebest.
De mensen die het millet idee bagatelliseren noemen het ‘een beschrijving van een keizerrijk dat niet streefde naar de integratie van verschillende volken’ [11], of komen tot de definitie dat ‘elke religieuze gemeenschap zijn eigen millet was, levend onder theocratische zelfcontrole.’ Er was dus onderlinge tolerantie van verschillende religies, maar iedere samenleving controleerde strikt genomen zijn eigen leden. Het millet systeem zoals Kymlicka het ziet was een federatie van theocratieën. [12] De discussie of het Osmaanse Rijk een kosmopolitische sociale constructie – dat wil zeggen een integratieve – cultuur had die verschillen in zich opnam, of een multiculturele – dat wil zeggen met gescheiden samenlevingen die hun culturele verschillen bewaakten, wordt nog steeds gevoerd. Niet uit nostalgie naar zo’n toekomst maar omdat de relevantie ervan blijkt uit het mondiale probleem dat de ‘multiculturele samenleving’ vormt.
Los van de actualiteit geeft het Osmaanse model een voorzet tot vreedzaam samenleven dat een 21e eeuwse invulling verdient.
Het is waar dat moslimlanden het nodig vinden liberale geloofsbrieven te laten zien. [13] Voor Turkije kan dat lastig zijn omdat men tot 1990, vanwege de problematische relatie met het Osmaanse verleden, niet makkelijk uit die erfenis kon putten. Hoe het ook zij, recent heeft de multiculturele Osmaanse erfenis zichzelf aan de aarzelend terugdeinzende Turkse seculiere elites gepresenteerd als een middel om zich opnieuw in verbinding te stellen met de Osmaanse geschiedenis.
Los van de actualiteit geeft het Osmaanse model een voorzet tot vreedzaam samenleven dat een 21e eeuwse invulling verdient. Dit opnieuw ontdekte verleden heeft een marktwaarde. Het is de nalatenschap van vreedzaam naast elkaar bestaan van verschillende culturen met een boodschap voor veel Europese landen als Engeland en Nederland’ zegt Nagihan Haliloğlu. [14] Voorlopig lijkt Angela Merkel echter de enige wijze leider die nog wil blijven praten, praten, praten. En niet eens noodzakelijk met iemand met een rijke inhoud als die van Haliloğlu.
Erkennen van pluriformiteit en diversiteit kan Turkije tot grotere bloei brengen. Een volkomen uniform geheel werkt verstikkend en zal leiden tot doodlopende straten en braindrain.
Voetnoten:
[1] [email protected] @lacivert_dergi instagram.com/lacivert_dergi
[2] Sereen. Roman van Ahmet Hamdi Tanpınar. Vertaling en nawoord door Hanneke van der Heijden. Verschenen bij Athenaeum-Polak & Van Gennep. Amsterdam, 2013.
[3] Hiermee bedoelt de schrijfster waarschijnlijk ‘tijdgeest’ en niet het cultbegrip zoals gehanteerd door de Zeitgeistbeweging of in Zeitgeist, The Movie van Peter Joseph.
[4] Etiler is een buurt in het Europese deel van Istanbul in het district Beşiktaş, dichtbij de bedrijvenparken Levent and Maslak. Het is een beetje een elitewijk met villa’s, grote winkelcentra, dure restaurants, nachtclubs. Etiler verwijst naar de Hettieten, omdat het een tijdje gebruik was om stadswijken naar vroegere Anatolische beschavingen te vernoemen.
[5] Tanzimât (Osmaans Turks: تنظيمات), is een door het Osmaanse Rijk in het jaar 1839 uitgevaartdigd decreet onder de naam Tanzimât Fermânı. Dit werd de Gülhane Hatt-ı Şerifi genoemd omdat het werd voorgelezen in het Gülhanepark. Het wordt gezien als een eerste stap naar vernieuwing en modernisering van het Osmaanse Rijk. In westerse talen meestal de Osmaanse reformatie genoemd.
In het jaar 2008 beleefde Turkije een rel over een nieuw Turks bankbiljet. Op de voorkant stond, zoals op alle bankbiljetten, Mustafa Kemal Atatürk, de vader des vaderlands. Op de b-kant van het nieuwe biljet van 50 lira staat een moslimfeministe: Fatma Aliye. Zij was de eerste vrouwelijke romanschrijver in de Osmaanse tijd. Dat was voor politici van de belangrijkste oppositiepartij en de seculiere media aanleiding om de partij van premier Erdogan te beschuldigen van het propageren van haar islamitische agenda. De schrijfster zou een gelovige moslima zijn geweest en het afdrukken van haar afbeelding zou een affront zijn voor moderne, bekendere Turkse feministes uit de tijd van Atatürk. Aliye werd in 1862 in Istanbul geboren. Ze mocht niet naar school, maar leerde zichzelf lezen, schrijven en Frans. Ze trouwde toen ze 17 was en kreeg vier kinderen. Pas na tien jaar kreeg ze toestemming van haar echtgenoot om te werken als vertaalster en schrijfster. In 1891 begon ze romans te schrijven, waarin ze kritiek uitte op de onderdrukking van vrouwen. Diverse vrouwenorganisaties noemen de kritiek op de afbeelding van een moslimfeministe onzin. ‘Dat er voor het eerst in de geschiedenis een vrouw wordt afgedrukt op een Turks bankbiljet is op zichzelf belangrijk en heel positief’, aldus Hülya Gülbahar van de vrouwenorganisatie Kader.
[6] Goodwin, Jason. 2006. De brand van Istanbul. De Bezige Bij. Amsterdam.
[7] Vasten lijkt inderdaad een tot ongelijkheid leidend onderwerp te zijn, wanneer het gaat over de construct van criteria van hedendaags Istanbul. In de laatste decennia hebben gedurende de Ramadan een aantal herleefde gebruiken en regels – zoals plekken die zijn ingericht om gezamenlijk de vasten te breken – verspreid over de stad een platform gekregen.
[8] Şafak, Elif. (2006). Het luizenpaleis. De Geus. Amsterdam.
[9] Malik. Kenan. 2012. What is wrong with multiculturalism? Link.
[10] Braude, Benjamin. 1982. Foundation myths of the millet system. In: B.Braude and B.Lewis, eds. Christians and Jews in the Ottoman Empire: the functioning of plural society. New York: Homes and Meier, pp. 69-88.
[11] Kukathas, Chandran. Theoretical Foundations of Multiculturalism. (Pdf). Link.
[12] Kymlicka, Will. 1995. Multicultural citizenship: a liberal theory of minority rights. Oxford: Clarendon Press.
[13] Zubaida, Sami. 2002. Middle eastern experiences of cosmopolitanism. In: S.Vertovec and R.Cohen, eds. Conceiving cosmopolitanism: theory, context and practice. Oxford: Oxford University Press.
[14] Haliloğlu, Nagihan. 2012. Istanbul’s Multiculturalism Reimagined in Contemporary British Fiction. Link 1 en Link 2.
Bedankt voor het mooie artikel.