Nooit heeft mijn auto me in de steek gelaten. Tot die onvermijdelijke dag dat op mijn dashboard een fel oranje lampje brandde. Een van de cilinders had de geest gegeven. De dealer moest de auto een weekend bij zich houden en ik was weer aangewezen op het openbaar vervoer. Lang geleden – reizen met de trein. Ik keek op tegen de drukte tijdens spitsuren en besloot daarom vooral ’s avonds te reizen.
Door: Enis Odaci
De stem van de omroepster galmde tegen alle muren van de stationshal. ’s Avonds valt de galm zoveel meer op. De intercity van Den Haag CS naar Hengelo stond op het punt van vertrek. Keurig op tijd. Ik trok de riemen van mijn rugtas strak en zocht naar een rustige coupé om te zitten. Krant onder mijn schouder.
In een hoekje met vier zitplaatsen waren er drie leeg. Toch vroeg ik of er een plaatsje vrij was. Een vreemde eigenschap. “Natuurlijk”, zei zij, glurend over haar versleten montuur. Ik heb niet naar haar leeftijd gevraagd, maar kon er wel naar raden. Zij was een bijzonder oude en tengere dame, ik schat in de 80. Diepe groeven in haar gezicht herbergden een levensverhaal waar ik slechts naar kon raden.
We zaten schuin tegenover elkaar, zij bij het gangpad, ik bij het raam en ik begon de krant te lezen. Ik las over gevallen kabinetten en nieuwe regeringen, over Arabische revoluties en over de spanningen tussen Israël en Palestina. “U bent moslim, nietwaar?” klonk het van achter de krant. Ik wist mij even geen houding. “Eh…ja?”, antwoordde ik zacht terwijl onze blikken elkaar vonden. Zij pikte mijn vragende toon op en als vanzelf gaf ze antwoord op mijn niet gestelde vraag.
Lees hier verder.
Bron: Nieuwemoskee.nl
Drie plusjes!