Je kunt een God die de diversiteit omarmt zetten tegenover een God die de Russische bodem heilig heeft verklaard. Je kunt de God van het individu zetten tegen de God van het volk of de God van de massa, de oorlog wordt er niet minder van en de angst voor oorlog wordt niet weggenomen. Haal alle uitspraken over God uit de oorlog. En ga in verzet. Bied weerstand tegen de bloed en bodemtheologie, niet in je taal, maar in je zijn.
Dat wordt een helse klus. Het Westen wordt met deze oorlog op de proef gesteld. Naast het dilemma van het al of niet ingrijpen in Oekraïne – gaan we meemaken dat het land net als Syrië vernietigd wordt en verandert in een woestijn van onbewoonbaar puin, terwijl we met de handen op de rug gebonden toekijken? – ligt er de vraag wat onze waarden die wij zeggen te omarmen ons waard zijn. Door de nadruk op het individu, zelfontplooiing en het grote belang van zelfexpressie, zijn begrippen als relatie, verbinding, gezamenlijkheid, geschiedenis op de achtergrond geraakt. Wij streven voorwaarts, het beste moet nog komen, de iphone van morgen is beter dan die van vandaag. Vroeger is van gisteren. We zijn in het westen technologische vernieuwing gelijk gaan stellen met ethische vooruitgang.
Zo’n oorlog in de 21ste eeuw klinkt het met verbazing in onze contreien, daar zijn we toch aan voorbij? Het heeft iets van tragiek dat we nu, onophoudelijk online, de vernietiging op de voet kunnen volgen. Niet dat we daar verder mee komen. Wat we zien wordt betwist en onderdeel van de oorlog zelf. We zijn getuigen van wat we niet begrijpen. Wat we wel zien: ongebreidelde vernietiging, systematische ontmenselijking van het gewone leven, van het liefhebben, het werken, het geloven en het hopen. Dat kan allemaal kapot door bommen en tanks. In Oekraïne, maar ook hier.
Daarom is de tweede daad van verzet: jezelf de vraag stellen: wat is die vrijheid mij waard? Wil ik er voor vechten? Wie gaat er naar het front? Dat vrijheid een prijs heeft weten we op vier mei. Maar haal die wetenschap uit de omheining van zijn rituele plek. Vrijheid vraagt om een permanent onderhoud en een voortdurend herdenken.
Een derde daad van verzet: wantrouw goedkope solidariteit. Bij de viering van de jaarlijkse Gay Pride kwelt mij jaarlijks de twijfel of dit meer is dan een carnavaleske viering van een veel geprezen diversiteit. Zijn we dit echt als samenleving of willen we ons graag zo zien? Zolang ik als homoseksueel op straat nog uitgescholden wordt, vrees ik het laatste. De kwaliteit van vrijheid wordt niet bepaald door de mate waarin deze ruimte geeft aan ons allerindividueelste zelf, maar door de mogelijkheid die zij biedt om te schuilen. Claudia de Breij heeft dit met het lied ‘Mag ik dan bij jou’ zeer treffend verwoord. Bij wie ben ik veilig? En voor wie ben ik zelf een veilige haven? Niet het ik is de basis van de vrijheid, maar de relatie. Poetin is het voorbeeld van het geperverteerde ik. Het is eenzaam en achterdochtig en in zijn soort extreem gewelddadig. Misschien wel omdat het naar verbinding zoekt en deze niet vindt.
Een laatste daad van verzet: weiger zondebok te zijn. Sinds de coronapandemie weten we dat het zondebokvirus hardnekkiger is dan het coronavirus zelf. In een meer complexe wereld wordt het verlangen naar een eenvoudig oorzaak-gevolg-schema groter. Iemand moet ergens de oorzaak van zijn, is de simpele redenering. Daarbij zijn we als samenleving verlegen geraakt met het begrip schuld. Dat een Russisch patriarch homoseksuelen tot zondebok verklaart is belachelijk en verwerpelijk. Maar de grootste daad van verzet die je kunt plegen is dit stigma afwijzen. En je niet in de hoek van het slachtoffer te laten drukken. Wees zonder angst trots op wie je bent. Recht je rug. En dan nog dit: bid zonder ophouden tot God om het einde van deze oorlog. En bid ook voor je vijanden. God is niet van jou.
Dank voor je reactie, Fernández.
Heb je eerder een paar keer in de Keizersgrachtkerk in Amsterdam, mogen horen preken.
Zelf ben ik een principieel (theore tisch) christen-pacifist.
Ik raak steeds meer overtuigd dat de houding van de pacifist is wat de mensheid, de wereld nodig heeft.
Een ondubbelzinnig nee tegen haat, geweld, vergelding, revanche, rancu ne en oorlog.
Hierin een compromis sluiten moet een optie blijven, maar het gaat mij om een grondhouding.
Jezus als rolmodel, die ons het goede voorbeeld gaf.
Ons voorliefde wat liefde, compas sie en vrede betekenen.
Metterdaad.
Zonder onderscheid te maken.
Zonder aanziens des persoons.
Inclusief denken.
Geweld beschadigt de integriteit van het individu.
We zijn hier niet om te haten, maar om lief te hebben.
We zijn hier om te helen, nier om pijn te doen, niet om te kwetsen.
We zijn hier om te scheppen, niet om te vernietigen.
A.D. Williams
Ik zou graag willen dat er meer aandacht wordt gegeven aan de geschiedenis van het christen- en ander pacifisme in plaats van te overleggen over de verhoging van het Defensiebudget.
Investeer in mensen, in vredesedu catie- en cultuur (follow-up Decen niemand tegen Geweld, 2000 – 2010), in zorg en onderwijs, in ar moedebestrijding, een basisinko men.
Hoewel ik een radicaal christen ben, sta ik open voor andere opvat tingen.
Ben ik bereid mijn eigen mening onder de toets van de kritiek te stellen en bij te stellen, indien no dig en gewenst.
Vrede en alle goeds,
Jean-Paul Kruk