We leven in een wereld vol dingen. We hebben deze dingen, en daarmee de wereld, leren gebruiken om ons doel te bereiken. De dingen worden middelen, van belang niet om wat ze zijn maar om waar ze toe leiden. Maar elk doel lijkt zelf ook weer een middel te zijn. Waarom werken? Om te kunnen leven. Maar waarom leven? Om een relatie op te bouwen. Maar waarom is een relatie hebben beter dan alleen zijn? Omdat het gelukkig maakt.

Op het moment dat deze laatste zin wordt uitgesproken, gaat er iets mis. Wie een relatie heeft om een doel te bereiken, heeft de relatie met iemand anders ingeruild voor een relatie met dit doel. Wie haar of zijn partner ziet als middel om gelukkig te worden, ziet niet langer haar of zijn partner. Zoals wie zichzelf vooral ziet als middel om haar of zijn partner gelukkig te maken, het zicht op zichzelf verliest. Waar een van de partijen van een relatie buiten beeld verdwijnt, verdwijnt de relatie. Als een relatie is wat je gelukkig maakt, verlies je dus door gelukkig te willen worden je geluk, juist omdat je deze relatie tot middel maakt om gelukkig te worden.

Dit is het hedendaags nihilisme: het verdwijnen van alles in de grauwe onverschilligheid van middelen zonder doel. Middelen ontlenen hun zin en hun waarde aan hun doel, dus middelen zonder doel zijn zin- en waardeloos. De breed gedeelde ervaring dat het leven vol is van leuke dingen, prettige sensaties, ongekende mogelijkheden, maar niettemin onvervuld, is de uitdrukking van dit nihilisme.

De actuele belangstelling voor spiritualiteit en religie heeft met deze ervaring te maken. Religieuze en spirituele tradities beloven verweer te hebben tegen het dorre niets. Sommige manieren om zich opnieuw naar deze tradities te keren, bevestigen het nihilisme alleen maar. Wanneer spiritualiteit wordt gezien als het leven zinvol maken met behulp van een krachtige wil en efficiënte technieken, wordt dit leven zelf nog verder van een mogelijke zin beroofd. Wie de redding uitsluitend van een religieuze overlevering verwacht, versterkt de ervaring dat buiten deze traditie niets is, en niets anders dan niets.

Religieuze tradities suggereren echter ook de mogelijkheid dat uit het niets de volheid van de zin en het zijn opnieuw geboren wordt. De boeddhistische leegte is tegelijkertijd nirwana, verlossing van de gevangenschap in het mechanisme waarin lijden lijden voortbrengt. De christelijke traditie verwacht Gods aanwezigheid te midden van de dorheid, de zinloosheid, het lijden en de dood. Het niets is religieus gesproken niet de plaats waar alles zijn definitieve dood sterft, een dood die onvermijdelijk zou zijn en alleen maar tijdelijk kan worden uitgesteld. Volgens de religieuze visie is het niets de plaats waar de verrijzenis, de wedergeboorte van het leven te verwachten is.

Erik Borgman

Erik Borgman

Hoogleraar

Erik Borgman is een Nederlandse lekendominicaan en hoogleraar theologie van de religie, in het bijzonder het christendom, aan de …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.