Ook die andere partij, terroristen die zichzelf liever vrijheidsstrijders noemen, is bij geen staakt-het-vuren gebaat. Hun autoriteit is gebaseerd op heilige strijd. Niet op lijdzaam toezien hoe het leefgebied tot de omvang van een postzegel wordt teruggebracht. Meer dan Israël terroriseren ze hun eigen radeloze bevolking, die niet over land noch over water, zelfs niet in die gewraakte ondergrondse tunnels een vluchtweg vinden kan.

Niemand die de stem van de moeders hoort, niet voor of achter de dikke muur, die moet voorkomen dat broers elkaar in de ogen kijken. Niemand die het gegil van de spelende kinderen hoort, door enkele korte vuursalvo’s snel het zwijgen opgelegd, nu nog slechts een fluisterende aanklacht in de harten van verweesde ouders.

Terwijl de bommen regenen op Gaza, regent het virtueel kanonvoer in mijn inbox. Vanuit de stellingen worden salvo’s op mijn Facebookpagina afgevuurd. Twitter wordt bestookt met virtuele molotovcocktails. Het is opvallend hoe vaak de moeder aller conflicten verweven blijft met de grote Oorlog hier in beschaafd Europa.

Op de Palestijnen zou een genocide plaatsvinden. Israël zou een fascistische staat zijn die de Palestijnen in zee zou drijven. Maar daar liggen de fregatten al klaar. Andersom zouden de Israëli’s een nieuwe holocaust proberen te voorkomen. Dappere David tegen de goddeloze Goliath blijft een immer populair verhaal. Op Linkedin krijg ik een privébericht: “Heel erg inderdaad ja die bombardementen op Dresden, vooral als je bedenkt dat daarmee het Nazi-regime werd uitgeschakeld.”

Nee natuurlijk niet. In een tot mythische proporties opgeblazen doodsstrijd maken honderden kinderen meer of minder echt niets uit. Of misschien ook wel. De grootste strijd die op heilige grond wordt uitgevochten vindt via het besneden wapen plaats. Wil je binnenlopen? Krijg een licentie voor Prenetal. Het bedrijf heeft weliswaar bloed aan de handen, maar wie heeft dat niet op Gods eigen heilige strijdtoneel?

Ik blijf me maar verbazen. Terwijl de bommen vallen en raketten worden afgeschoten, graaft ook het Nederlandse volk zich in de loopgraven in. De ene groep pantsert zich met de theorie van menselijke schilden, de andere groep schiet visuele kogels af – dode kinderen op elke Facebookpagina. Maar er is ook een derde groep. Zij graaft zich niet in, maar duikt evengoed onder. In muurdikke schuilkelders zit zij met de ogen stijf dicht, vingers in de oren, biddend tot een voor haar niet-bestaande God dat deze volgende bladzijde in het menselijke inktzwarte geschiedenisboek snel weer om zal slaan.

Interessant ook hoe zelfs onze eigen premier iedere burgerdode afdoet als het trieste bijproduct van ‘menselijke schilden’. Ooit formuleerde Keizer Marcus Aurelius een heilig principe: “de beste wraak is om niet te zijn als je vijand”. Maar vandaag de dag legt deze klassieke wijsheid het af tegen het gouden principe dat je je vooral moet verlagen tot het niveau van je vijand en hem de maat moet meten die je jezelf niet oplegt. Iedere dode is geen gevolg van menselijke schilden, maar het bijproduct van een vieze PR-oorlog.

Ik besluit  mee te lopen in een demonstratie. Me te laten horen, ook al heeft iedere partij zich allang verschanst. En ook om een menselijke plicht te verrichten. Want disproportioneel illegitiem geweld is disproportioneel illegitiem geweld, ook al wordt zij vergezeld door de blauwwitte Davidsvlag. Ik demonstreer tegen een staat die mensen onderdrukt, tot tweede- of derderangsstaatsburgers reduceert, illegalen naar Oeganda deporteert, land inpikt en illegale nederzettingen bouwt, kinderen zonder enige vorm van proces gerust een jaar vasthoudt, zonder enig onderscheid urbane gebieden bombardeert, olijvenbomen vernietigd en mensen van voedsel, medicijnen en brandstof berooft, een land ook dat mij herhaaldelijk arresteerde, beschimpte en vernederde, vasthield en zelfs beschoot om geen andere reden dan mijn naam, zoals die door de Nederlandse overheid in mijn paspoort is opgetekend.

Maar ik protesteerde niet tegen een volk, of het bestaansrecht van een land dat ik zonder blikken of blozen slechts sjalom en mazaltov toewens. Een natie waar ik respect voor heb, met een religie waar de mijne in geworteld is, een bevolkingsgroep ook waar ik een paar van de bijzonderste uniekste inspirerende zielsverwanten onder gevonden heb.

Ik bid Israël hetzelfde als Palestina toe: om in vrede te zijn en te leven, om niet alleen naast elkaar te bestaan maar ook gezamenlijk op te staan, het bloed van de handen te wassen en samen op te trekken. Ik bid dat en nog veel meer, maar in de demonstratie klinken slechts slechte slogans als “zionisten terroristen” en “Israël  moordenaar”. En dat is nog maar het begin. De leuzen worden steeds agressiever. Sla terug naar de hand die je geslagen heeft. Ik dring door de zee aan mensen heen en tik de organisatie op de schouder: “is het niet mogelijk om vreedzamere teksten te roepen? Zoals vrede nu?”
“Waarom?” reageert de vrouw van de organisatie als door een wesp gestoken.
“Nou gewoon om de mensen aan de kant mee te krijgen, om een hand te reiken ook.”
“Een hand te reiken? Naar wie wil jij een hand reiken? Naar wie?”
“Nou… naar zij aan de andere kant die ook vrede willen, als we een oplossing willen zullen we ons uit de stellingen moeten begeven en voorbij de haat moeten treden…”
Ik kom amper uit m’n woorden. vanaf het moment dat ik begin te spreken besef ik me dat iedere rationaliteit het bij deze volkswoede aflegt.

“Jij wilt een hand reiken naar hen? Wij zullen hen nooit een hand reiken. Niet tot we hen hebben laten boeten voor alles wat ze hebben gedaan. Dat je dit zelfs maar durft te zeggen! Dat je dat nu tijdens deze demonstratie durft te zeggen! Niet te geloven.” En ze priemt met haar vinger in mijn richting. “Ik ben nog niet klaar met jou. Ik ben nog lang niet klaar met jou. Ik ga nu niet met je in de discussie maar ik zoek je straks op. Want ik moet een heel hartig woordje met je wisselen.”

De woede in haar ogen doet niet onder voor die van haar grootste vijand.

Eenmaal thuis lees ik emotieloos mijn mail door. Ik ben een antisemiet die zich laat ophitsen door terroristische propaganda, een jood in vermomming die doet alsof ze Arabisch is, een spion van de Mossad zelfs, een vijand van Israël, het westen, de mensheid.

Wie in deze wereld geen vijanden kiest, heeft geen vrienden. De planeet wordt gekaapt door terroristen terwijl de gewone stem zichzelf een zwijggebod oplegt, niet uit de zelfverkozen schuilkelders en ondergrondse bunkers treden wil. Zij zijn de echte menselijke schilden. Gevoelloos. Emotieloos. Spraakloos. Als een lege huls.
Ondertussen sterven er iedere dag weer mensen, blazen hun laatste adem uit in de koude armen, van de grootste vijand in hunzelf genaamd: haat.

Mounir C.T. Samuel

Publicist en auteur

Mounir Samuel, voorheen bekend als Monique Samuel, is politicoloog, opiniemaker, publicist en auteur van Egyptisch-Nederlandse afkomst.
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.