In de pauze van de les Grieks vertelde een klasgenote (verlegen, rood haar, actief in de Pacifistisch Socialistische Partij) dat ze met een paar anderen had gesproken over het oprichten van een antifascistisch comité. Er verschenen in die tijd in Den Helder her en der leuzen tegen buitenlanders op de muren. Ook was er vlak bij school een terrein waar de nationaal-socialistische Viking-Jeugd bijeen scheen te komen. Het comité zou posters over de graffiti gaan plakken om te waarschuwen tegen dit dreigende gevaar.
Dat leek me wel een sympathieke actie. Ik discussieerde in die tijd graag met mijn klasgenoten, al had ik niet zo’n vastomlijnde ideologie. Progressief, evangelisch, en vooral veel schermen met feiten. Zoiets. Fascistische propaganda bestrijden leek me een goede zaak, al had ik ook mijn bedenkingen. ‘Antifascisme’ als program kwam voor mij te dicht in de buurt van fascisme zelf: een tegenbeweging met een absoluut geloof in het eigen gelijk.
Mijn bezwaren waren kennelijk minder goed overgekomen dan mijn bijval, want een vriend (zelfbewust, principieel op klompen, actief in de PSP) vertelde dat ik ter vergadering was genoemd als geïnteresseerde. Enfin, ik heb me buiten het comité gehouden. Wel vond ook ik de opkomst van de Centrumpartij zorgelijk en ik vrees dat ik in discussies met hiermee sympathiserende medeleerlingen en rechtse ooms alerter ben geweest op ongeoorloofde generalisaties dan op hun visie op immigratie.
Sadettin Kirmiziyüz won vorig jaar een prijs voor theatermakers en startte een drieluik over de Nederlandse samenleving: Hollandse Luchten. Met Marjolein van Heemstra componeerde hij het eerste deel hiervan rond de gewelddadig verlopen demonstratie tegen de Centrumpartij en de daarvan afgescheiden Centrumdemocraten in 1984. Bij wijze van vooronderzoek zochten ze enkele nog levende hoofdrolspelers op: demonstrante Godelieve, haar toenmalige kompaan Sefi en oud-politica Wil Schuurman, weduwe van Hans Janmaat, destijds zijn secretaresse. In de voorstelling worden zij als personages ten tonele gevoerd, naast een agressieve twitteraar, een klagerige buurvrouw en vooral de acteurs zelf.
Overrompelend theater levert dat niet op, maar met vakkundige inzet van vertel- en speltechnieken wordt de bezoeker wel mooi in verwarring gebracht. Het is er inderdaad in al die jaren niet gezelliger op geworden in Nederland. Het uitschelden van bevolkingsgroepen is na een politiek correct intermezzo weer terug van geweest. Janmaat werd nog juridisch veroordeeld om zijn pleidooien voor afschaffing van de multiculturele samenleving. Helaas is de lijn van zero tolerance losgelaten, zou een linkse die hard als Godelieve zeggen.
Nee, Nederland heeft inderdaad teveel immigranten toegelaten en aan hun lot overlaten, suggereert Sadettin. Janmaat had in veel opzichten gelijk. Zoveel veranderingen kan een samenleving niet aan.
Nou, we zijn toen te weinig in gesprek gegaan met de mensen die zich niet senang voelden bij de komst van buitenlandse werknemers en hun gezinnen. Vindt Marjolein. En dat gesprek durft ze eigenlijk nog steeds niet aan te gaan, bekent ze.
Vandaar wellicht dat de politieke visie van Wil Schuurman en de huidige reaguurders niet uit de verf komt. Toen was ze het object van haat en spot, nu krijgt ze een menselijk gezicht. Maar haar kijk op de multiculturele samenleving vernemen we niet.
In een discussie horen ideeën te tellen, niet gevoelens van sympathie of antipathie. In menselijke betrekkingen hoort het om de persoon te gaan, niet om de bevolkingsgroep waar hij of zij toe kan worden gerekend. Maar in de praktijk klutsen we het inhoudelijk en het sociale al gauw door elkaar. We gaan niet in gesprek, maar vragen ons of aan welke kant de ander staat. Which side are you on? zoals een oud vakbondslied vraagt. Of zoals Frank Boeijen zong: “Denk goed na aan welke kant je staat.” Eigenlijk een heel foute vraag en een slechte raad. Over zwart-witdenken gesproken.
Gezien op 19 februari in Theater aan het Spui, Den Haag.