Twee jongens, Bakal en Ahmed, kwamen in de bus achter mij zitten. Het waren vrienden van elkaar en onderweg naar het centrum. Ahmed zat bij het raam en kauwde luid smakkend op zijn kauwgom. Bakal daarentegen zat wat mee te neuriën op de muziek die uit zijn telefoon kwam.
Een halte verder stapte een derde jongen in: Cenk. Cenk, Bakal en Ahmed begroetten elkaar als oude vrienden en Cenk ging schuin tegenover Bakal en Ahmed zitten:
“Hai. Wat gaan jullie doen?”
“Wij gaan naar de stad,” zei Bakal. “Jij?”
“Ik ga even naar het park.”
“Alleen? Wat ga je daar doen, joh?”
Cenk maakt met zijn hand een rokende beweging.
“Wiet of hasj?”
“Hasj.”
Bakal is even stil.
“Lekker. Ga mee. Lekker chillen.”
“Nee. Je bent gek.”
“Echt niet! Jij bent gek dat je niet mee gaat!”
“Nee, ik moet zo werken.”
“Tsss…, je bent echt niet goed bij je hoofd.”
“Jij wel dan?! Ik ben echt niet gek. Ik moet zo naar mijn werk.”
Cenk haalt zijn schouders op.
In mijn oor klinkt nu des te luider het gesmak van Ahmed. Irritant, ook voor Bakal:
“Hey, joh, smak ‘ns niet zo luid. De hele bus kan je horen, joh!”
“Huh???”
“Ik hoor je zelfs smakken door mijn muziek heen, joh. Kijk eens naar die andere mensen hier. Iedereen in de bus kan je gesmak horen. Dat is echt niet tof hoor.”
“O”
“Tsss.”
Welkom in de wereld van de probleemwijk en haar jongeren. “Wiet of hasj?” Die vraag zou nimmer in mijn hoofd opkomen bij een rokende beweging. Ik zou eerder vragen: “Sigaret of joint?” Hasj is voor mij een andere wereld. Maar ja, ik groeide dan ook op in een dorp, ging naar een categoraal gymnasium en had in mijn omgeving vele voorbeelden van mensen die door werk en studie een mooie plek in de samenleving hebben verkregen. Drugs en alcoholmisbruik kende ik van de zwervers in de stad. Mijn moeder maakte een praatje met ze als ze van hen de Straatkrant kocht.
Hoe anders is het voor Ahmed, Bakal en Cenk? Armoede, achterstand, criminaliteit, drugs; voor hen is dit de dagelijkse realiteit. Voorbeelden van geslaagde mensen? Ja, de drugsdealer met een vette auto. En een paar mensen die na eindeloos solliciteren uiteindelijk toch een baan hebben gevonden.
Waar het voor mij appeltje eitje is om ‘nee’ tegen Cenk te zeggen, is dat voor Bakal een grote, moedige en dappere opmerking. Daarom is hij in mijn ogen een held. Want opstaan tegen je vrienden, kiezen voor de moeilijke weg, ook al weet je dat dit de goede weg is, is niet makkelijk.
De held, de loser en de aso gaven mij een interessant kijkje in de duistere wereld van de multicultiwijk. Tegelijkertijd zie ik dat er licht in deze duisternis schijnt. Studeren, stage, een baan; het zijn de ladders om van de onderwereld naar de bovenwereld te klimmen. Maar daarbij hebben ze wel de steun van de bovenwereld nodig. Laten wij ze een kans geven, een kans op een stageplaats, een kans op een baan. Een kans die even groot is als de kans die ikzelf heb gekregen.
De namen in dit artikel zijn fictief.
Maar als ze het nou over bier of wijn hadden gehad in die bus? Alcoholgebruik is zwaarder verslavend en wordt nauwelijks geassocieerd met wel of niet een loser zijn.
Het is denk ik vooral een perceptieverschil die voortkomt uit cultuurverschillen tussen stad en provincie. Maar wel mooi beschreven en fijn om te lezen, zo’n plattelandsperceptie van canabisgebruik.
Er is ongetwijfeld een verschil tussen het ‘platteland’ en ‘de grote stad’ als het gaat om drugsgebruik. Op het platteland vind je drankketen en wordt veel xtc gebruikt.
Drank is meer geaccepteerd, maar ook dat wordt als probleem gezien als je een jongere ’s middags, of ongeacht het tijdstip, alleen, ziet drinken.
Wie is volgens u de loser en wie is de aso? De loser is in mijn ogen niet de persoon die drugs gebruikt. Die noem ik de aso. Niet omdat hij drugs gebruikt, maar omdat hij iemand probeert te overtuigen het slechte te doen. De loser is de persoon die geen stelling neemt, maar onverschillig is.