Nu is het voor de meeste van ons een zware opgave om zich te verdiepen in zijn twee hoofdwerken: de Ethica met de kern van de menselijke ethiek, en het Theologisch-politiek traktaat waarin hij de sociale samenleving tegen het licht houdt. Maar er is sinds kort een goede en aangename manier om kennis te nemen van de grote lijnen en de essentie van Spinoza’s ideeën. Dat is het lezen van het onlangs verschenen boek Het Raadsel Spinoza van de Amerikaanse psychiater Irvin D. Yalom. Het antwoord van Spinoza op de problemen tussen kerk en staat, en tussen gelovigen, andersgelovigen en niet-gelovigen wordt door Yalom op voortreffelijke en eenvoudige wijze in deze
roman weergegeven.
Na het lezen van dit boek zou ik een ieder adviseren om vervolgens op het terras van grand café Amstelhoeck een kopje koffie te drinken en gedurende een kwartier de blik te laten rusten op het beeld van Spinoza met de woorden: “Het doel van de staat is de vrijheid”. Een werkelijk goed antwoord op de vraag relatie kerk-staat en hoe de vrijheid van de individuele burger te beschermen. Tot slot is het aan te bevelen de uitstekende korte samenvattende tekst bij het standbeeld te lezen. Soms is het allemaal heel eenvoudig en duidelijk.
Spinoza als ingang bij eerdergenoemde discussie is mede een goede ingang omdat Spinoza functioneert op de scheiding tussen gelovigen en atheïsten. Door veel van zijn tijdgenoten en zeker door zijn geloofsgenoten werd hij als atheïst beschouwd. Door veel atheïsten – ik spreek hier in ieder geval voor mezelf – werd en wordt hij juist gezien als een zeer gelovig mens. Deze unieke positie is gebaseerd op Spinoza’s beroep op de rede en de logica zowel in wereldse zaken als religieuze vragen.
Terug naar zijn uitspraak “Het doel van de staat is de vrijheid”. Vrijheid om te geloven of niet te geloven, vrijheid om je geloofsovertuiging te kunnen invullen in het dagelijkse leven, vrijheid als gevolg van het feit dat andersdenkenden niet belaagd of bedreigd worden, maar ook de vrijheid van gelijke kansen en rechten, en vrijheid van keuze. Spinoza’s ontwerp van de democratische staat draagt zorg voor het ontwikkelen en handhaven van deze vrijheden.
Als atheïst heb ik er geen problemen mee dat – in algemene zin – gelovigen in de publieke ruimte hun geloof belijden of de daarbij behorende rituelen uitvoeren. Ik kan me voorstellen dat als je gelooft je daar ook incidenteel in de publieke ruimte uiting aan wilt geven. En het niet wilt wegstoppen of ‘opsparen’ tot je thuis bent. Voor mij hoeft geloof in die zin niet achter de voordeur. Dit geloof moet echter geen opdringerig of hinderlijk karakter vertonen en moet niet Kijk eens hoe wij geloven en hoe de rest het spoor bijster is uitstralen of Wij willen u bekeren want ons geloof is het ware geloof. Vrijheid houdt in dat anderen niet uitmaken hoe jij moet denken of leven. Vrijheid houdt in dat gelovigen ook tegenspraak moeten dulden, dat homo’s erbij horen, dat het gebruik van anticonceptiemiddelen vrij is en dat vrouwen niet gediscrimineerd worden. Vooral dit laatste is bij alle geloven, historisch gezien en ook helaas nu nog, een zwakke stede. Vrijheid houdt in dat rituelen, nu eenmaal een sociaal belangrijk en te waarderen onderdeel van ieder geloof, niet mogen leiden tot lichaamsverminking bij jongens en meisjes in de vorm van besnijdenissen.
Vaak wordt door gelovigen onderscheid gemaakt tussen religie en het instituut kerk. Hierbij worden veel dubieuze aspecten van het geloof door gelovigen “over de schutting gegooid” in de tuin van het instituut kerk. Ik beschouw dat als een uiterst twijfelachtige en te gemakkelijke houding. Het is een onaanvaardbare vluchtweg uit de discussie en daarom contraproductief. Het instituut kerk is wel degelijk een essentieel onderdeel van het geloof, en speelt een bepalende rol in het indoctrinerende karakter van het geloof. Scheiding van kerk en staat is daarom voor mij een voorwaarde voor het handhaven van de vrijheid in de publieke ruimte. Maar nogmaals: dat betekent niet het verwijzen van geloofsuitingen naar ‘achter de voordeur’, maar wel een religieus gedrag in de openbare ruimte dat getuigt van respect voor andersdenkenden en een gedrag zonder uitdagend of dwingend karakter.
Nu ben ik toch al weer midden in de discussie gesprongen. Terug naar Spinoza. Laten we eerst trachten zijn ideeën tot gemeengoed te maken voor iedere deelnemer van de publieke ruimte.
Nou, de Remonstranten waren eerder in het erkennen van relaties van homo’s dan de burgerlijke overheid. Religie heeft ook een positieve rol gehad bij zorg voor armen en zieken. taken die later grotendeels door de overheid werden overgenomen. Kortom, religie kan de vrijheid en emancipatie ook bevorderen. Dit even ter nuancering van uw beeld van religie dat u hier schetst.
Verder ben ik het in grote lijnen met u eens, maar dit wilde ik wel even kwijt.
Wellicht heb ik Piet Joustra niet goed begrepen, maar als hij beargumenteert dat Spinoza schreef over vrijheden van meningsuiting en religie, dan valt daar wat voor te zeggen. Maar hij Spinoza neerzet als warme betoger voor deze dingen, dan gaat er iets bij mij jeuken.
Als ik Spinoza goed begrepen heb, was één van zijn voorstellen in het Theologisch-Politiek Traktaat om religie in te zetten om goede burgers te kweken. Immers, zo redeneerde hij, de meeste mensen zijn niet redelijk genoeg om puur middels hun eigen oordeelsvermogen zo te leven dat de hele samenleving profiteert van hun handelen. Dit betekent niet dat de kerk de macht moet hebben, want dat zou mis gaan – neen, de macht hoort te liggen bij één soeverein.
Uiteindelijk is de vrijheid waar Spinoza op uitkomt – ofwel het ‘doel van de staat’ – niet meer dan een puur praktisch onontkoombare vrijheid: mensen zijn nu eenmaal vrij in hun gedachten en wie deze gedachten probeert te reguleren vraagt om revolutie en opstand. Zo beschouwd is Spinoza een typische ‘realpolitikus’: dat wat werkt, is goed. Scheiding van kerk en staat, vrijheid van meningsuiting en meer van zulke liberale stokpaardjes zijn misschien terug te vinden in Spinoza’s werk, maar ze zijn altijd doordrenkt van realistische argumentatie – niet ideologische.
Ja, vrijheid is het doel van de staat. Ja, Spinoza kan ons veel leren. Maar Spinoza leert ons niet dat tolerantie goed is omdat het goed is, noch leert hij ons dat we democratisch moeten zijn (waar haalt u dat eigenlijk vandaan?). Evenmin is dat beeld van Spinoza aan de Amstel om aan te zien – maar dat zal een kwesite van smaak zijn. Ik vrees dat Spinoza selectief lezen met een al te hedendaagse, liberale kijk op de dingen alleen maar datgene wat hij ons wel kan leren (basale psychologie, bijvoorbeeld) vertroebelt. Wie op zoek wil naar filosofen die de ‘vrijheid achter de voordeur’-mentaliteit voorstaan en die niet al te moeilijk te lezen is, kan beter te raden gaan bij John Locke.
Misschien heb ik Joustra’s betoog niet helemaal begrepen, of heeft hij een andere interpretatie van Spinoza dan ik. Hoe het ook zij, ik had graag een wat duidelijkere terugkoppeling aan Spinoza en diens daadwerkelijke filosofie gezien.
Liever een gedachte open door verwondering dan gesloten door geloof.
vrijheidillusie.nl
Het is inmiddels 2018 en het valt op dat uw betoog geschreven is in de naïeve stijl van de mensen die geloofden dat ze niet gelovig waren. En dat het niet-geloven een hogere synthese zou zijn dan het achterlijke geloof.
Dit type geloof hou ik voor onwaar en ongezond. Er gaat een enorme zendingsdrang van uit en de deelnemers aan deze kerk lijden vaak aan een groot gebrek aan zelfinzicht. Ook het liberaal-humanistisch gedachtegoed is alleen prettig, zolang de deelnemers niet die grote broek aan trekken.