Vandaag, de dag voor de heiligste joodse dag Yom Kippoer (Grote Verzoendag), maak ik de balans op. Wat heeft het afgelopen jaar mij opgeleverd in positieve zin en wat moet er absoluut veranderen? De oorlog in Gaza beheerste ook in mijn geval een aantal maanden mijn gedachten. Ik ontpopte mij van iemand, die hooguit per week misschien twee uur op Facebook doorbracht, tot iemand die per dag makkelijk aan hetzelfde aantal uren kwam. Soms meer. Stellingen werden ingenomen, nuances verdwenen. Rustige, weldenkende dialoogpartners ontpopten zich soms tot activistische ongenuanceerde zwart-wit denkende hyena’s. En ook in mijn eigen kring las en zag ik af en toe posts waar de honden geen brood van lustten. Iedereen had wel een mening en het gevaar van “als je niet voor ons bent, ben je tegen ons” lag overal op de loer. Mensen die het voor juli 2014 prima met elkaar konden vinden, ontvriendden elkaar ineens bij bosjes. Mijn grootste verlangen was een vorm van redelijkheid, menselijke waardigheid, je kunnen uiten zonder direct be- of veroordeeld te worden.
Als je je zoals ik begeeft in de wereld van joods-islamitische dialoog is dit extra uitdagend. Daarnaast voelde ik me als adviseur en trainer op dit gebied, bestuurslid van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam en lid van diens Commissie Dialoog extra verantwoordelijk voor ieder woord dat ik uitte. Ik heb mezelf twee beloftes gedaan in die maanden en die heb ik ook gehouden. 1. Ik zou in deze bizarre tijd niemand ontvrienden, hoe heftig, pijnlijk of confronterend de uitlatingen ook waren. 2. Ik zou blijven zoeken naar de pro-actieve initiatieven aan beide kanten van het conflict en deze wereldkundig maken, zodat ikzelf en hopelijk ook anderen de hoop niet zouden opgeven. Beide beloftes heb ik gehouden. Soms met pijn en moeite. Het eerste had als voordeel dat ik alles van iedereen bleef horen en mezelf dus niet afsloot voor geluiden die mij niet welgevallig waren. Dit hield mijn eigen geest scherp en ik wist zo goed wat er speelde bij grote groepen mensen. Het tweede zorgde ervoor dat ikzelf en naar ik begreep ook een aantal anderen, de moed niet totaal verloren. Ook heb ik geen blad voor de mond genomen wanneer ik zag dat de waarheid in mijn ogen teveel geweld werd aangedaan of wanneer mensen zich racistisch of discriminerend uitlieten.
Het hielp dat ik via Facebook mijn vriendschap met een Palestijn uit Ramallah, die actief is in de vredesbeweging, levend hield. We kennen elkaar van een conferentie over conflictbemiddeling. Af en toe maakten we grapjes tegen elkaar. Ondanks alles. We liketen elkaars posts en staken elkaar waar nodig publiekelijk of privé een hart onder de riem. En hij liet zich vaak een stuk genuanceerder uit dan een deel van mijn (islamitische) vrienden hier, die een sterke lotsverbondenheid voelden met de Palestijnen en daardoor soms kritiekloos zaken goedkeurden waar zelfs hij enorme moeite mee had. Souli en ik kunnen overigens ook met elkaar lachen! Ja hoor, humor in tijden van oorlog. Echt waar. We hebben samen het volgende grapje: bij alles wat mij niet zint roep ik ‘Antisemitisme’ en bij alles wat hem niet zint geeft hij de schuld aan ‘De bezetting’. Ook en vooral juist wanneer dat nergens op slaat, zoals bij het stuklopen van een relatie of een te koud geserveerde pizza.
Over humor gesproken… die heb ik afgelopen zomer weleens gemist. Soms zag ik zulke ridicule zaken voorbij komen, dat ik besloot dat er maar één ding opzat en dat was te reageren met humor. Het meest trieste geval was een circulerende complottheorie waarin werd geroepen dat de grote leider van ISIS eigenlijk een Mossad-agent zou zijn. Daarop reageerde ik met het feit dat ik deze man inderdaad was tegengekomen op de grote joodse wereld-samenzweringsconferentie in Tel-Aviv, alwaar ik ook Rutte en Louis van Gaal had gespot. Zelf kon ik daar wel om lachen. De meesten van mijn vrienden overigens ook. Behalve een man, die mij erop wees dat deze theorie in zijn ogen werd bevestigd in de autobiografie van Hillary Clinton op pagina zoveel… Ongelooflijk!
Wanneer de joodse school van je kinderen ineens door gewapende Marechaussee moet worden bewaakt, relaties kapot gaan en vertrouwen verdwijnt, karaktermoorden worden gepleegd en je in sommige dialooginitiatieven het gevoel hebt opnieuw te moeten beginnen, wat blijft er dan over?
Degenen die ondanks alles voor elkaar blijven vechten! Elkaars hand blijven vasthouden. Mijn meest ontroerende moment van afgelopen zomer was de email van een bevriende imam. Hij vroeg mij hoe het met mij en mijn familie ging. Of ik me met zoveel oplaaiend antisemitisme wel veilig voelde? Of er iets was dat hij voor me kon doen? En dat hij hoopte dat Allah mij veiligheid en zegen zou geven. En die email bezorgde me kippenvel… En een paar tranen. En het vertrouwen dat het toch weer goed zou komen. Kan ik persoonlijk nog iets voor je doen? Ik antwoordde dat hij al meer had gedaan met die mail dat hij zich waarschijnlijk realiseerde. Maar misschien was het een idee om in de moskee een oproep tegen jodenhaat te doen in deze gespannen tijd? Toeval of niet… diezelfde vrijdag was er een landelijke actie van Marokkaanse moskeeën die in hun vrijdagpreek een oproep deden tegen jodenhaat.
Daarnaast hebben wij een geweldige burgemeester in Amsterdam, die zich persoonlijk intensief inzet voor de veiligheid en samenwerking tussen de joodse en islamitische gemeenschap. Hij leidt gesprekken waarbij mensen aan tafel zitten, die goed samenwerken, maar ook mensen die elkaar zonder zijn bemiddeling waarschijnlijk nooit vrijwillig op zouden zoeken. We hebben een vice-premier die zich actief bemoeit met het organiseren van Ronde Tafels tegen Antisemitisme en Islamofobie of Moslimhaat zo je wilt.
De rabbijn van mijn gemeente roemde tijdens een van zijn toespraken van deze Hoge Feestdagen in een met honderden leden gevulde synagoge, de inspanningen van Van der Laan en het feit dat wij ook ons best moeten doen om de ander te horen en in gesprek te blijven, want op macro niveau is het volgende een feit: “Vrede sluit je niet met je vrienden…” Zelf werk ik momenteel heel hard aan een project voor jonge joodse en islamitische leiders uit Amsterdam gericht op het aanleren en verbeteren van leiderschapsvaardigheden, het samen bestrijden van antisemitisme en islamofobie, het samen optrekken en voor elkaar opkomen. Mijn persoonlijke les van deze zomer is dat het vaak waardevoller is om in gesprek te blijven en de ander echt te horen, dan je gelijk te behalen. Wat overigens niet betekent dat je geen persoonlijke grenzen mag aangeven.
De dag voor Yom Kippoer maak ik de balans op voor Amsterdam. Voor Nederland. Het schuurt en het wringt. Het doet soms pijn. Maar er zijn ook zoveel kansen… Kansen die liggen te wachten om gegrepen te worden. Met onze beider handen. Het is dan ook geen toeval dat de Hamsa (ook bekend als hand van Fatima) het symbool is van mijn eerder genoemde project.
Ik wens iedereen joods en niet-joods een vredig, gelukkig, gezond en vruchtbaar 5775 toe. En de Israeli’s en Palestijnen wens ik betere rechtvaardige leiders toe met grote harten en kleine ego’s.
Wat een mooi stuk. Het is mooi, dat je je hier voor in wilt zetten. We zijn allemaal mensen, met onze frustraties, maar ook met onze hoop, op een betere wereld, en die wereld is groter, dan onze stad en ons land. Inderdaad Vrede hoef je niet met je vrienden te sluiten, want je bent vrienden, maar we kunnen wel die Vredesboodschap zijn, daar waar we komen en werken, daar waar we zijn Laten wij Vrede-werkers mogen zijn, zodat de generaties , die na ons komen, waar dan ook, op een mooiere wereld zullen leven. Ik wens u veel succes, maar ook de kracht, om dit werk te doen. Met mijn warme groet
Irene Brand