Ergens voelt het nu pijnlijk om naar dat lied te luisteren. Ik heb steeds vaker het idee dat mensen hun buik vol hebben van die verdraagzaamheid. De trots waarover gezongen wordt in de regel “groepen van protesten”, zie ik amper nog terug.

Sterker nog, er ligt een wet in de maak die het demonstratierecht inperkt. Die het uiten van je stem tot een risico maakt. Waarbij niet alleen de overheid je gezicht kan zien — maar de hele wereld zoals China, (Oeigoeren), Tibet en Iran. Ik denk dan aan mensen die veiligheid zochten, en in een land belandden waar machthebbers hen niet eens een moment gunnen om even te vergeten.

We weten inmiddels dat protesteren tegen de genocide in Gaza kan leiden tot een thuisbezoek. Ik huiver bij het idee dat we terechtkomen in een systeem van voortdurende registratie en controle. Wat is er gebeurd met het oer-Hollandse “leven en laten leven”?

Die uitdrukking wordt nog schrijnender als je bedenkt wie we eigenlijk wél het recht geven om te leven. Of om te overleven. Bij wie het geen probleem is dat hun leven wordt verscheurd. Dat de kwaliteit van leven voorwaardelijk is geworden — afhankelijk van de mate waarin je financieel bijdraagt aan dit land.

De grote vraag is al lang niet meer: “Waar betaalt-ie nou z’n huur van?” Maar eerder: “Hoe komt hij eigenlijk aan een huis?”

Ik voel verdriet. Soms voel ik me verloren. En vaak ben ik boos en dan weer verdrietig.
De fundamenten waarop ik – en velen met mij-  op bouwde, lijken te wankelen. Vroeger riep ik samen met de rest van het land dat het bij “ons” anders was dan in de rest van Europa.

Ik herinner me hoe ik over de corniche aan zee in Marokko liep, tijdens de zomervakantie. Hoe ik andere Europeanen bekeek, en altijd weer trots was dat ik — tussen Fransen, Duitsers, Belgen en Spanjaarden — hoorde bij de Nederlandse Marokkanen. En telkens kwam ik tot dezelfde conclusie: bij “ons” was het beter.

Ik zei vol trots tegen Belgische hijabi’s dat je in Nederland wel met een hoofddoek in elke functie kunt werken. Dat hier vooral wordt gekeken naar wat je kunt.
Wist ik veel dat we in 2025 een debat zouden voeren over mijn normen en waarden. En dat het niet meer zou gaan over ons, maar over zij en hullie. Over mij en de ander.

Ik heb liefdesverdriet. Voor Nederland. “Het land dat zorgt voor iedereen.”

Maar zorgt het ook voor wie wordt uitgesloten?
Zorgt het ook voor wie anders is? Zorgt het ook voor wie tegen is? Zorgt het ook voor mensen die hun zorg niet kunnen betalen?

Misschien verlang ik naar een tijd die er niet meer is. Naar een land “wars van betutteling.”
Naar leiders die kiezen voor visie van een mooier Nederland, niet voor persoonlijk of kortetermijngewin. Die niet denken dat je de wereld kunt regeren via Twitter.

Leiders die de mensen op dat “hele kleine stukje aarde” serieus nemen. Die denken:
“Die moeten niet ’t keurslijf in, die laat je in hun waarde.”

https://www.youtube.com/watch?v=Uc2CeJe8v7k&ab_channel=taxi1108
Bron: www.youtube.com
Halima-kl-VoorWebgebruik-10 – kopie

Halima el Hajoui-Özen

Halima el Hajoui-Özen is oprichter van de Inclusiefabriek en een ervaren journalist, trainer en diversiteitsadviseur. Met haar werk richt …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.