De demonstranten in Hongkong tonen zich ongevoelig voor intimiderende filmpjes van het Chinese Volksbevrijdingsleger en ongevoelig voor geweld, zowel van de zijde van de politie als van een kleine kern binnen de eigen gelederen. Of de demonstranten wél gevoelig blijken voor de reeks aanhoudingen van de afgelopen dagen is nog maar de vraag. Evenals het de vraag is of werknemers gevoelig zijn voor waarschuwingen, zoals van de luchtvaartmaatschappij Cathay Pacific, die zijn 74.000 werknemers heeft laten weten dat er ontslag dreigt als men meedoet aan stakingen en protesten.
Inmiddels duren de protesten van deze zomer langer dan die van de Paraplubeweging. Die begonnen op 31 augustus 2014 en hielden 79 dagen later op, toen er geen steun meer was voor de studenten die het financiële en economische hart van de stad bezet hielden. De reden van de afbrokkelende steun was dat de economie eronder leed. Er was geen verkeer door het centrum, winkels en restaurants zagen hun verkoop dalen.
De economische gevolgen voor Hongkong van de protesten nu, vijf jaar later, zijn veel groter en ronduit desastreus. De grote beurzen die gebruikelijk in het najaar plaats vinden dreigen afgelast te worden. Dat betekent tienduizenden hotelkamers die leeg blijven, halflege vliegtuigen en het voor Hongkong ongekende beeld van lege winkelcentra. Toch lijkt het erop dat de demonstranten van nu ook ongevoelig zijn voor deze economische malaise. Een groot verschil met 2014 en zeer opmerkelijk voor Hongkong waar alles draait om economie en geld verdienen. Reden voor deze opmerkelijke vasthoudendheid kan gevonden worden in de drijfveer achter de demonstraties. Die wordt algemeen geduid als een strijd tussen de inwoners van Hongkong en het gezag in Beijing, een opstand tegen de toenemende invloed van China. Er is echter meer aan de hand.
Wie goed kijkt naar de eisen van de demonstranten ziet dat geen enkele daarvan gaat over concessies van Beijing. Ze gaan over veranderingen van lokale instituties: de regering en de politie.
De werkelijke motivatie achter de protesten is het falen van het bestuur. Dat wordt verhuld door het superefficiënt functioneren van de stad. Iedere bezoeker zal het opvallen: snelle afhandeling op het vliegveld, stipt op tijd en frequent openbaar vervoer, duidelijke regelgeving en het vrijwel afwezig zijn van geweld en criminaliteit. Maar dit alles maskeert een aantal diepe maatschappelijke problemen waar een groot deel van de bevolking van Hongkong dagelijks mee geconfronteerd wordt.
Terwijl de stad één van de rijkste ter wereld is, is het ook één van de duurste. Na lange werkdagen keert men terug naar woningen die niet veel meer zijn dan een hok. Jonge mensen, ook de hoogopgeleide, hebben geen vooruitzicht op fatsoenlijke woonruimte, of een goed betaalde baan. Er is geen perspectief op verbetering en daar zit de pijn en het ongenoegen, dát is de veenbrand die tot uitbarsting is gekomen. Niet een probleem dat door China is veroorzaakt, maar door falend lokaal bestuur.
En daarmee is wat er gebeurt in Hongkong niet zozeer te vergelijken met Hongarije 1956, Praag 1968 of Oekraïne 2013, maar veel eerder met Parijs, Bangkok, Seoul en Puerto Rico: welvarende economieën waar frustraties om diepe maatschappelijke problemen vroeg of laat naar buiten barsten.
Hongkong is een waarschuwing voor alle welvarende economieën, ook die in Europa. Het niet serieus nemen van maatschappelijk ongenoegen en het niet aanpakken van de diepgewortelde problemen die daaraan ten grondslag liggen, kan evenzeer tot grootschalige onrust leiden in de Verenigde Staten, in het Verenigd Koninkrijk, waar Brexit het pijnlijk bewijs levert van falend bestuur, en andere landen in Europa. Ook in Nederland.
Het is daarom te hopen dat de waarschuwing van Hongkong ook hier opgepakt wordt en dat die leidt tot het besef dat voor het behoud van democratie en de waarden die daarbij horen, er meer nodig is dan een festival van een paar dagen. Dat vraagt om permanente aandacht en om lef, om maatschappelijke problemen te benoemen en effectief aan te pakken.
Maar Kathleen, fatsoenlijke woonruimte, wat stel je je daarbij voor? Een mooi huis met gazon voor en tuintje achter, zoals in de US en in NL? Kun je de gemeente daar kwalijk nemen dat dat er niet in zit op een klein rotsig eilandje met 8 miljoen? En is dat anders in Peking en Shanghai? Dacht het niet, al kunnen de hardwerkende jongeren daar tenminste met nieuwjaar nog uitwijken naar pa en moe in het achterland, die nog een leuk boerderijtje runnen met 1 varken, 3 fruitbomen, de moestuin en wat vrijlopende eenden. Helaas, zelfs dat zit er voor de Hongkongers niet in. Het blijft pinaren daar dus, ben ik bang. Peking grijpt niet in wacht af tot de brand zichzelf uitdooft. East is East, and West is West. Geldt nog steeds, ook na 100 jaar!