Een van mijn favoriete teksten om met studenten te bespreken, is John Miltons epische gedicht Paradise Lost, dat hij in 1667 publiceerde. Paradise Lost is een hervertelling van de zondeval, met een bijzondere rol voor de gevallen engel Satan. Hoewel Satan natuurlijk het ultieme kwaad vertegenwoordigt, beschrijft Milton hem bij tijd en wijle als een aandoenlijke, hulpeloze stumper, bijvoorbeeld wanneer hij Eva voor het eerst ziet in het Paradijs. Ze is zo oogverblindend mooi dat Satan een tijdelijke transformatie ondergaat tot een volledig goedaardig schepsel. Hij wordt een soort cartoon-figuur waarbij z’n tong uit zijn mond rolt en zijn ogen uit de oogkassen springen. Maar het meest intrigerende voorbeeld speelt zich hiervóór af, met een wolkje in de hoofdrol.
Satan is op weg naar het paradijs om wraak te nemen op God omdat die hem uit de hemel heeft gegooid. Hij wil dat doen door Gods nieuwste project, de mens, te corrumperen. Al vliegend raakt hij plotseling in een soort luchtzak waardoor hij hulpeloos naar beneden tuimelt. Heftig fladderen helpt niet (“flutt’ring is pennons vain plumb down he drops”) en het ziet ernaar uit dat de stakker tot het einde der tijden zal blijven vallen. Maar dan komt er, puur toevallig, een “tumultuous cloud” voorbij die Satan opvangt en zo op weg helpt naar het paradijs. Even denk je, oh gelukkig, hij is gered, maar dan realiseer je je dat het vanwege dit onverwachte wolkje is dat Satan de kans krijgt Eva te verleiden, met de zondeval tot gevolg, die, zoals Milton zegt, ons leven tot op de dag van vandaag zuur maakt.
Dit moment doet denken aan het moment van de verleiding zelf. Satan wringt zich, pagina’s lang, in allerlei bochten en trekt alle retorische registers open om Eva ertoe te zetten een hap te nemen uit de verboden vrucht. Maar wat uiteindelijk de doorslag geeft, is het toevallige gegeven dat het tegen lunchtijd loopt en Eva wel erge trek begint te krijgen: “Meanwhile the hour of noon drew on, and waked / An eager appetite”. Het ogenblik dat ze daadwerkelijk begint te eten, toch wel het narratieve hoogtepunt van het gedicht, wordt zo kort en simpel beschreven “she plucked, she eat” dat het een bijna komisch contrast vormt met de ellenlange zinnen vol homerische vergelijkingen, die het gedicht zo karakteriseren; de eerste zin beslaat niet minder dan 26 regels.
Had Milton gevoel voor humor? Moesten Miltons lezers lachen om wat hij schreef? De eerste vraagt om een uitgebreide definitie van humor; het antwoord op de tweede vraag zullen we nooit precies weten (de kans is groot dat het is: “sommigen wel, sommigen niet”). Maar wat we wel leren is dat Paradise Lost ruimte geeft aan het toeval in het scheppingsverhaal en daarmee het geloof. Hoewel het toeval niet per definitie grappig is, bevat het twee belangrijke ingrediënten van humor: ongerijmdheid en een verrassingselement. Volgens de Søren Kierkegaard is zeker die eerste een hoofdkenmerk van het Christelijk geloof. Er is geen bewijs dat de Deense filosoof Milton heeft gelezen, maar zijn ideeën hadden een verrassende literaire voorloper.