Toen ik aan mijn boek over moslims in Nederland bezig was (Cafe Mogadishu, 2010) heb ik een tijd lang op de vrijdag koranles gevolgd in de strenge As-Sunnah moskee in Den Haag. Leraar was Abu Ismail, die aan de Universteit van Medina had gestudeerd. We kropen door de Korantekst. Soms kwamen tijdens een les niet meer dan twee of drie verzen aan bod. Maar saai was het nooit en die lessen bij Abu Ismail waren voor mij de allermooiste, sereenste uren van de week. Via de As-Sunnah moskee ben ik de islam gaan zien als een paleis van Versailles, waarin je eindeloos kunt ronddolen. Iedere hoek die je om gaat, biedt uitzicht op een nieuwe enfilade schitterende zalen. De afmetingen van de Kaaba in Mekka, de lengte van de ideale islamitische baard, de tien ‘Grote Voortekenen’ en de dozijnen ‘Kleine Voortekenen’ van de Dag des Oordeels – je kunt het zo gek niet bedenken of er schuilt een curieus, vaak prachtig, verhaal achter. ‘Gewone’ moslims plegen zich in dit soort zaken niet te verdiepen, maar voor de salafist houdt de zoektocht nimmer op. Het is een neiging tot ‘levenslang leren’ die hij deelt met orthodoxe Joden.

De a-politieke salafist kan zijn leven tot een Gesamtkunstwerk kneden. Alles klopt en houdt verband met elkaar. Hij slaapt in met het gelaat richting Mekka. Bij het opstaan reinigt hij zijn tanden, a la de Profeet, met een twijgje van de miswakstruik. Vrije uren worden gebruikt voor studie – niet alleen van de Koran maar ook van de dikke bundels ‘hadith’, de gecanoniseerde verzameling van  tienduizend overleveringen rond het begin van de islam. De hele dag door beoefent hij ‘dhikr’ – een verhoogde staat van Godsbewustzijn. Zowel de per definitie stille ‘dhikr van het hart’ als de via een eindeloze stroom insh’allah’s, alhamdoelilla’s en geprevelde gebeden voor omstanders hoorbare ‘dhikr van de tong’. Het salafisme heeft zelfs een verrukkelijke eigen geur. Na de les van Abu Ismail was er altijd wel een medeleerling die met een flesje muskus-extract rondliep. Iedereen kreeg met een borstelje een uitstrijkje op de hand. Muskus was de lievelingsparfum van de Boodschapper. Lang hing er dan rond je hand een rijke, erotische walm.

Den Haag wil iets doen aan het salafisme. Dat wordt roeien tegen de stroom in. De afgelopen decennia is de islamitische gemeenschap wereldwijd steeds strenger, steeds orthodoxer geworden. Daarmee schuifelen steeds meer gelovigen ook de niche van het salafisme binnen. Dit is een megatrend waaraan ons land zich niet kan onttrekken. De AIVD schetste onlangs van het salafisme een nogal duister, grimmig beeld. En dat klopt ook wel – zeker voor wat betreft de jihadistische vertakkingen. Maar met geen woord werd gerept over al het moois dat deze strenge geloofsrichting te bieden heeft. Terwijl dat volgens mij juist haar echte aantrekkingskracht is. Een onderdompeling in het salafisme kan een feest zijn van intellectueel en esthetisch genot.

Robbert van Lanschot

Robbert van Lanschot

Freelance journalist

Robbert van Lanschot is oud-diplomaat in Zuid-Soedan, Ethiopië en Oost-Congo (Goma). Momenteel werkt hij aan een boek over relieken van de …
Profiel-pagina
Al 22 reacties — praat mee.