God als een hoeder in gevaren, een persoon die van zich laat horen. Iemand zegt daaraan te hechten, ondanks het gegeven dat God nogal eens zwijgt bij gevaren. Ik denk stilletjes, een tikje dwarsig: tja, een almachtige vader die niet voorkomt dat zijn zoon wordt gekruisigd…

Een andere deelnemer treft het goddelijke aan in onszelf. God is een kracht in ieder mens. Die kunnen we delen met elkaar. Zo hoeden we elkaar bij gevaar. Iemand vult aan dat God liefde is en zichtbaar wordt in ons.

Dialoogje 63

Zo verschijnt in ons gesprek het beeld van een God die op een of andere manier deel van ons uitmaakt. Die verhuizing van God naar de mens toe maakt het wel gemakkelijker om diens zwijgen en afwezigheid een plek te geven. Want als God niet buiten maar eerder binnenin ons is, treft een mogelijk verwijt van afwezigheid de zwijgende mens zelf.

Mijn inbreng in het gesprek is het ernstige spel met deze – en andere – godsbegrippen. Ze lijken elkaar onderling uit te sluiten, maar ze kunnen evengoed ons speelgoed zijn, tegelijk en naast elkaar. Met de meervoudgod tast je af wat zou kunnen. Bovendien: de goddelijke en menselijke werkelijkheden sluiten zo op elkaar aan, ook op Goede Vrijdag.

Die menselijke werkelijkheid kampt met lastige, ons overstijgende ervaringen: tijd, ruimte, kwaad, ziekte, dood, en zelfs ons eigen zelf. De God van wat voor godsbeeld dan ook overstijgt ons eveneens. Maar diens overstijgen is anders. God blijft weliswaar groter dan de mensen, maar is een bondgenoot in de omgang met al die andere fenomenen die ons overstijgen.

In het spel met de meervoudgod lijkt de goddelijke werkelijkheid de betere wederhelft van onze moeizame werkelijkheid.

droogers

André Droogers

Antropoloog

André Droogers is emeritus-hoogleraar culturele antropologie, in het bijzonder religieuze en symbolische antropologie, van de Vrije …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.