Woorden zijn bepalend voor de manier waarop wij de wereld zien. In 2015 waarschuwden we al dat de taal die toen door het Westen werd gebruikt om de Russische gewapende interventie in Oekraïne te beschrijven een mengeling was van een eufemisme en een understatement die het algemeen belang niet diende.

Dat probleem is niet verdwenen. Tegenwoordig wordt er in het Westen misschien afgerekend met de manier waarop politieke en zakelijke belangen lange tijd de barbaarsheid van het regime van Vladimir Poetin hebben geaccommodeerd voor winst op de korte termijn. Maar er is één vorm van verzoening die we nog onder ogen moeten zien: onze woordkeuze.

Check de krantenkoppen over Oekraïne maar eens. Hoeveel van de koppen wringen zich in bochten om toch maar te zwijgen over Rusland? In plaats daarvan spreken ze over de “Oorlog in Oekraïne” of “Conflict in Oekraïne”. We zagen koppen als “Oekraïne in oorlog” of “De situatie in Oekraïne”.

Zelfs publieke gebaren blijven merkwaardig neutraal, denk maar aan het moment van stilte en de solidariteitsverklaring voor het Oekraïense volk tijdens de Academy Awards 2022, waarbij de staat die verantwoordelijk is voor het ontketenen van dood en verderf in het hart van Europa niet werd genoemd.

Zo’n ‘verbale verzoening’ gebeurt vluchtig, bijna onbewust, maar is tegelijk ook gevaarlijk. Het geeft niet enkel een verkeerde voorstelling van wat er vandaag gebeurt, maar ondermijnt ook ons vermogen om ons voor te stellen en ons voor te bereiden op wat er morgen kan volgen. Het is belangrijk voor de toekomst van Oekraïne en voor onze eigen veiligheid dat de wereld helder en duidelijk over deze oorlog gaat spreken.

Benoem de Russische agressie

Dit is een oorlog van Rusland tegen Oekraïne. Rusland koos ervoor om in 2014 de oorlog te ontketenen tegen Oekraïne en heeft ervoor gekozen om die oorlog in 2022 te laten escaleren. Onze krantenkoppen en rapporten mogen niet schuwen dat Rusland het enige land is dat het conflict op dit moment kan beëindigen.

Dat falen om Ruslands aandeel te benoemen, biedt ook dekking voor Poetins giftige en klagende retoriek die de verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag van Rusland ontkent en elke actie duidt als een “kijk naar wat je me hebt laten doen”-reactie waarbij het slachtoffer telkens de schuld krijgt.

Maar praten over “Poetins oorlog” is ook duister. Volgens recente peilingen steunen de meeste Russen de oorlog en geniet Poetin de goedkeuring van de overgrote meerderheid van de Russen. Vergis je niet: wijdverbreid Russisch neo-imperialisme is een bedreiging voor de veiligheid van de hele wereld.

De oorlog van Rusland tegen Oekraïne is een agressieoorlog. Op 21 februari viel Poetin expliciet het concept van de soevereiniteit van Oekraïne aan en beweerde hij dat het geen “echte staat” is. Drie dagen later begon hij Oekraïne te bombarderen en diens burgers te doden. Op 2 maart verklaarde de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties dienovereenkomstig de Russische invasie een daad van “agressie tegen Oekraïne” met een overweldigende marge van 141-5.

Het vermijden van de term “agressie” in de berichtgeving over de oorlog is niet alleen voorbij Poetins acties kijken, maar verwerpt ook het oordeel van de overgrote meerderheid van de soevereine staten van de wereld.

Oekraïne vecht uit zelfverdediging, wat een recht is van alle staten op grond van het VN-Handvest. Dit een “Oorlog tussen Rusland en Oekraïne” noemen, wat soms kortweg wordt gedaan, impliceert gelijkheid tussen de partijen en vertroebelt de belangrijkste verschillen tussen agressor en verdediger. Geloof ons niet zomaar op ons woord: op 16 maart vestigde het Internationaal Gerechtshof (ICJ) de aandacht op de gewapende aanval van Rusland op Oekraïne en riep het alleen Rusland op om zijn operaties op te schorten.

Het Kremlin heeft dat bevel van het ICJ genegeerd en de Russische aanwezigheid in Oekraïne is nu het onderwerp van actief onderzoek door het Internationaal Strafhof. Ziekenhuizen beschieten, clusterbommen inzetten, de omsingelde burgerbevolking uithongeren – dergelijke acties lijken de standaard Russische militaire operatieprocedures in Oekraïne te zijn geworden. En de schrijnende berichten over massamoord in de nasleep van de terugtrekking van Rusland uit Kiev laten zien dat misdaden tegen burgers niet enkel een systematische Russische praktijk zijn, maar ook een strategisch doel dienen.

Vooral wanneer we deze misdaden kaderen tegen de achtergrond van de ontmenselijkende Russische propaganda over Oekraïne en de Oekraïners, verschijnt er een opzettelijke en moorddadige agenda. Poetin en zijn vertrouwelingen in de Russische staatsmedia ontkennen het bestaansrecht van een soeverein Oekraïne, roepen openlijk op tot een “de-Oekraïnisering” van het land en de brutale “liquidatie” van zijn politieke elite. Ze omarmen zelfs ongegeneerd het idee van genocide in primetime op televisie.

Deze samenzwering van woord en daad, waaruit blijkt dat het de bedoeling is om de Oekraïense natie “geheel of gedeeltelijk” te vernietigen, mag geen twijfel laten bestaan dat Rusland een genocide in Oekraïne nastreeft. Pogingen tot diplomatieke oplossingen en politieke compromissen moeten die realiteit in het achterhoofd houden.

Leer van de fouten uit het verleden

Met deze massale militaire invasie van Oekraïne verschuilt Poetin zich niet meer achter troepen zonder insignes, zoals hij deed in 2014 op de Krim. Hij verstopt zich niet meer achter het scherm van een verzonnen burgeroorlog in Oekraïne, zoals hij sinds 2014 in Donbas heeft gedaan.

Poetin heeft het masker afgegooid. Dus telkens als we verwijzen naar gebeurtenissen vóór deze brutale escalatie, hoeven we dat masker niet weer voor hem op te zetten. Dit betekent dat voor eens en voor altijd de term ‘referendum’ moet worden afgeschaft om de gedwongen en haastig gearrangeerde uitvoering van een stemming te beschrijven die volgde op de gedwongen annexatie van de Oekraïense Autonome Republiek van de Krim door Rusland in 2014. Het betekent dat we termen als ‘rebellen’ of ‘separatisten’ in de Donbas niet meer gebruiken en zeggen wat ze duidelijk al altijd zijn geweest: Russische vertrouwelingen in het door Rusland bezette Oost-Oekraïne.

Woorden vormen onze wereld, en vrede lijdt eronder als we holle termen gebruiken, valse gelijkheden opwerpen of nalaten de staat op de voorgrond te plaatsen die verantwoordelijk is voor een oorlog waarbij wij allemaal betrokken zijn. Het is tijd om te stoppen met het sussen van Poetins Rusland met onze bewoordingen.

Rory Finnin is professor Oekraïense Studies aan de universiteit van Cambridge; Thomas D. Grant is als expert Internationaal Recht en Veiligheid verbonden aan dezelfde universiteit. Deze opinie is eerder verschenen bij IPS-partner The Conversation.

Schermafbeelding 2022-02-22 002500

Inter Press Service

IPS Vlaanderen is een nieuwsagentschap dat dagelijks persklare artikelen levert aan Vlaamse en Nederlandse nieuwsmedia. De focus ligt …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.