Er is ook een verhaal dat ik wat interessanter vind. Dat van de Samaritaanse vrouw die hij tegenkomt bij de bron (Joh. 4, 1-42). Zij hangt, zit, noch ligt, maar staat in ieder geval rechtop met hem te praten. En ik moet zeggen: hij is niet moralistisch over het feit dat zij vijf mannen heeft gehad en dat de man die ze nu heeft, haar man niet is. Hun gesprek is ook een serieus gesprek over de omgang van twee elkaar uitsluitende culturen, de aard van God en wie hij zelf is. Zij stelt de vragen, hij antwoordt. Dat is niet helemaal geëmancipeerd, maar moet kunnen. Zij is leerling, hij leermeester. Nou ja, dat kan gebeuren. Dat Jezus hier best wel geëmancipeerd is, voor zijn tijd, terwijl hij eigenlijk iets doodnormaals doet, blijkt uit het feit dat zijn leerlingen verbaasd zijn dat hij praat met een vrouw en dat hij met haar over zichzelf praat. Wat hij over zichzelf zegt, is overigens irritant. De man zegt dat hij de Christus is, de gezalfde, de Messias. Wie zegt dat van zichzelf? Ik wantrouw deze tekst: die vrouw wordt gebruikt, omdat de schrijver een boodschap wil meegeven. Hij wil ons, vrouwen, met die tekst verleiden om met hem mee te gaan in deze boodschap. Die schrijver is niet Jezus. Wat zou Jezus daar zelf van vinden? We komen daar nooit meer achter. Maar ik geloof veel meer in het beeld van Jezus in de film van Monty Python, The life of Brian. Daar probeert Jezus te ontsnappen aan de engerds die van hem Zoon van God willen maken. Hij probeert te ontsnappen aan zijn belagers. “Nee, ik ben het niet”, zegt hij. Hij is geen redder die de zonden van de wereld op zich neemt. Hij moet juist gered worden. Eigenlijk geloof ik door alle teksten en schrijvers heen lezend, dat Jezus best wel okay was. Hij is iets te veel een masochist. Hij moet ook zelf nog uit het schema redder en gered worden stappen. Maar het meeste dat niet aan hem deugt –en dat is veel- is hem vooral aangedaan en in de mond gelegd door enge volgelingen.

Vreemd dat ik dit denk, want er is niets waarop ik dit baseren kan dan op intuïtie, achter de teksten lezen. Langs die weg weet ik zeker dat wat zijn volgelingen van hem hebben gemaakt, niet deugt. Ik weet zeker dat Jezus zich in zijn graf – o, nee in de hemel – omdraait bij de gedachte dat vrouwen in de rooms-katholieke kerk worden uitgesloten van het priesterschap op grond van zijn man-zijn. Immers deze kerk zegt dat vrouwen geen priester kunnen worden, omdat priesters Jezus vertegenwoordigen. Jezus was een man. Vrouwen zijn geen mannen. Dus vrouwen kunnen geen priester worden, omdat Jezus een man was. Jezus was geëmancipeerder dan dit. Dat weet ik zeker.

Freda-Dröes-Twitter

Freda Dröes

theologe

Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.