Wat zegt dat over een samenleving waarin de handhaver van de wet, diezelfde wet in de meest extreme vorm overtreedt? Hoe heeft het zo ver kunnen komen? Vraag je jezelf dat wel eens af? Bij een ernstig geval van hoogmoed, zoals in dit geval, moet ik vaak denken aan dit fragment uit de Koran:
“God zeide: ,, O Iblies, wat heeft u verhinderd te buigen voor hem, die Ik met Mijn Hand heb geschapen? Zijt gij te trots of behoort gij tot de (hoog)verhevenen?”
Hij zeide: ,,Ik ben beter dan hij, Gij hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen,’’
God zeide: ,, Ga dan hier vandaan, voorzeker gij zijt de verworpene.
En Mijn vloek zal op u rusten tot de Dag des Oordeels.”(Koran, 38: 76-79)
Iblies (satan), die hier anders dan in de Bijbel geen gevallen engel is, maar een djinn, wordt door zijn weigering om neer te knielen voor Adam, verbannen uit het paradijs. Hij vraagt God om uitstel van bestraffing en zweert vervolgens bij Hem, daar waar hij kan, mensen mee te trekken in zijn val, met uitzondering van de rechtvaardigen onder hen. Uitstel wordt hem verleend. De mensheid wordt in de Koran dan ook in zijn eigen belang gewaarschuwd om geen vriendschap te sluiten met Iblies.
Heel simpel gezegd is de moraal van het verhaal dat uit hoogmoedig handelen, ellende voortkomt. Niet alleen voor een ander maar ook voor jezelf, daar ieder mens, hoewel van nature goed, de potentie heeft om in mindere of meerdere mate arrogant te worden, tegen beter weten in.
De geschiedenis staat bol van verhalen over stammen en volkeren die elkaar naar het leven staan. Onze tijd is niet veel anders. Oorlogsretoriek wordt ingezet om groepen mensen te criminaliseren, buiten te sluiten of tegen elkaar op te zetten. Woorden doen er wel degelijk toe. Als het maar vaak genoeg wordt herhaald ga je er ten kwade in geloven en erger nog naar handelen ook. Als het systematisch gebeurt kan het geleidelijk uitmonden in een misdaad tegen de menselijkheid.
De tragiek van de ander beschouwen en behandelen als een onmens, is dat je zelf als een overtreffende onmens kunt gaan gedragen, waarmee je niet alleen de ander enorm onrecht aandoet, maar ook jezelf.
Voor de een is de duivel de zwarte man in een hoody, voor de ander de witte man in een politie-uniform. De duivel neemt daarmee diverse gedaanten aan en lacht in zijn vuistje. Dat is een hard gelag. De grootste duivel zit namelijk niet in de ander, maar in jezelf. Daar heb je een levenstaak aan. Om met jezelf in het reine te komen moet je een ander het licht in de ogen gunnen.
Die ander, dat ben jij, dat ben ik. Dat besef begint met woorden.
Woorden kunnen ook ten goede ingezet en herhaald worden. Net zolang tot we in die geest geloven, handelen, verontschuldigen, vergeven en ademen.
#blacklivesmatter
Sorry mevrouw Bouanani, maar bij het lezen van uw stukje moest ik direct denken aan de verzen 5 en 123 van soera 9.
Wanneer ik de Tora open sla word ik vrijwel direct met een mensbeeld geconfronteerd waar ik als gelovige Jood niet aan kan en niet wil tornen. De mens geschapen naar het beeld van God. Er was toen nog geen Jood, christen, of moslim te bekennen. Er was toen nog geen sprake van zwarte, witte, mensen. Dat betekent dat vanaf het begin elke mens uniek is en dat vandaag al die miljarden mensen niet een mens gelijk, hetzelfde, is als de ander. Wat is er met ons gebeurd dat wij bekend zijn geworden met racisme, bekend zijn met minderheden, dat de man belangrijker is dan een vrouw, hetero zijn goed is, homo zijn niet, en ga zo maar door. Er staat alleen dat de mens geschapen is naar zijn beeld. Er staat verder dat we elkaar dienen te hoeden, het verbod dus op aanvallen. Wij dienen elkaar te bevestigen wie we zijn als unieke mensen, niet een van ons is hetzelfde als die ander, beelddrager van God. Wat is er met ons gebeurd?