Zoals wel vaker het geval is bij de Nederlandse aanpak van vervreemding, radicalisering en terrorisme, is mijn primaire reactie: wéér een aanpak die ongrondwettelijk en visieloos is met betrekking tot de islamitische gemeenschap.
Politiek en overheid bewegen al jarenlang als een olifant binnen een islamitische porseleinen kast. Veelal hebben zij (on-)bewust geen oog voor schade die zij met hun aanpak aanrichten. Niet alleen groeit het wantrouwen naar de overheid onder Islamitische-Nederlanders en organisaties, ook de polarisatie tussen bevolkingsgroepen groeit. Zowel politiek als overheid werken helaas de vervreemding van de islamitische gemeenschappen eerder in de hand dan dat zij een vruchtbare en wederkerige relatie met hen opbouwt.
Zelfkritiek
Er zit echter ook een andere kant aan het verhaal, namelijk die van de islamitische gemeenschappen zelf. Hoe denken zij zelf over hun eigen positie in de Nederlandse samenleving en worteling in de Nederlandse maatschappij? Hoe hebben zij hun eigen zelfkritisch- en reinigend vermogen georganiseerd?
In mijn optiek was het de afgelopen jaren kenmerkend dat de islamitische gemeenschappen, en de daarbij behorende organisaties en instellingen, te vaak reactief zijn geweest op actualiteiten en ontwikkelingen binnen hun eigen gemeenschappen. Daarom zijn ze keer op keer geconfronteerd met overheidsbemoeienis.
De tijd van enkel bezig willen zijn met het uitoefen van religie is al lange tijd voorbij. De worteling van de islam, Islamitische-Nederlanders en organisaties is nu reeds decennia gaande.
Bij deze worteling horen maatschappelijke thema’s als rituele slacht, godsdienstonderwijs, imamopleidingen, moskeeonderwijs, islamitische huwelijk, besnijdenis, hoofdoek- en niqab-verbod, moslimdiscriminatie, moslimhaat en islamofobie, veiligheid moskeeën, vervreemding en radicalisering van Islamitische-Nederlanders, extremistische predikers, ongewenste buitenlandfinanciering, salafismeverbod, maatschappelijke spanningen en sociale stabiliteit, transnationale samenwerking en kennisuitwisseling met islamitische landen (van herkomst), interreligieus en intercultureel samenwerken- en leven en beeldvorming in de maatschappij en media.
Kwaliteitsmanagement
Op al deze thema’s worden de islamitische gemeenschappen bevraagd: door de politiek, door de overheid, door de media en door de gewone burger op straat. In welke mate bevraagt de gemeenschap zichzelf? Ja er zijn goed georganiseerde koepelorganisaties, maar er is nog geen eenduidigheid. Er is heel veel diversiteit binnen de georganiseerde verbanden en overal wordt op een andere manier gekeken naar kwaliteit en zijn de ‘checks en balances’ anders vormgegeven. Het zou kunnen helpen om te kijken hoe het bedrijfsleven en andere beroepsgroepen als advocaten en artsen dit hebben vormgegeven.
Ook zijn er verschillende ‘good practices’ binnen de religieuze gemeenschappen over hoe zij tot goed bestuur komen. Zo ook in de islamitische gemeenschappen. Denk hierbij aan de ANBI-status van de SICN (Suleymanci-beweging) of de manier waarop ISN hun interne audits georganiseerd heeft met betrekking tot het toetsen van aangesloten moskeeorganisaties op het gebied van kwalitatief en verantwoord besturen.
Door bestaande kennis en kunde binnen de religieuze en islamitische gemeenschappen en uit het bedrijfsleven te combineren, zien wij grote mogelijkheden op gebied van Religieus Verantwoord Besturen. Belangrijke voorwaarde hierin is de bereidheid kennis te delen, tot zich te nemen en zich onderling aan zo’n keurmerk te conformeren.
Vanuit IZI Solutions pleiten wij voor een kwaliteitsmanagementsysteem en/of normering gericht op Religieus Verantwoord Besturen. De religieuze organisaties, dus ook de islamitische koepelorganisaties, formuleren dan onderling een visie op de manier waarop zij hun organisaties inrichten, besturen benoemen, zichzelf financieren, transparant zijn naar hun achterban, kwantitatief en kwalitatief bedrijfsvoeren, hoe zij hun opleidingen vormgeven, et cetera.
Verantwoord besturen
Hierbij past dus ook een register voor religieuze professionals – met daarbij behorende criteria waar imams in Nederland nu en over 10 jaar aan moeten voldoen, inclusief een ethische en professionele gedragscode.
Kwaliteitsmanagement en het verder professionaliseren van de eigen achterban, bestaande uit moskeeorganisaties en burgers, stimuleert het zelfkritisch- en reinigend vermogen van de islamitische gemeenschappen en versterkt hun maatschappelijke positie.
In onze utopische wereld geldt dit natuurlijk voor alle religieuze gemeenschappen van Nederland. Ik ben voor een register voor ‘religieuze professionals’ vanuit alle geloven. Daar kan ook een specifieke ‘code of conduct’ (gedragscode) bij horen met bijbehorende kwaliteitseisen voor de religieuze professionals. Net zoals voor artsen en advocaten geldt.
Men kan ook eisen stellen aan religieuze organisaties in het algemeen, om zo professionalisering en meer interne kritiek te stimuleren. Denk aan eisen over de manier waarop die organisaties bestuurd en gefinancierd worden bijvoorbeeld en over kwalitatieve criteria waar ze aan moeten voldoen. Het zorgt voor duidelijkheid en transparantie en vanuit dat vertrekpunt is het gesprek met politici, beleidsmakers en burgers nuchter en neutraal te voeren.
Het is natuurlijk een goed begin: kwaliteitseisen stellen aan de genoten opleiding en vorming van de predikers m/v voor de diverse godsdiensten. (Heeft men op indringende academische wijze kennis gemaakt met de Verlichting, en haar idealen echt geïnternaliseerd?) Of het hier beoogde echter veel zal helpen, blijft de vraag. Radicalisering en indoctrinatie geschiedt nauwelijks in publieke ruimten, maar in de beslotenheid van de privésfeer: in ‘vriendenkringen’ en in kleine ‘huiskamer’ groepjes. Op de belangrijkste bronnen die daar tot radicalisering en terrorisme aanzetten (de sociale groepsdruk, maar vooral op cassettebandjes en internetkanalen met vrij toegankelijke salafistische Koran- en Hadithuitleg plus haatpreken enz.) krijgt men zo immers nog steeds geen greep! En dan zwijg ik nog maar over de in isolement levende jonge, gefrustreerde en getraumatiseerde m.n. mannelijke vluchtelingen enz. waar niemand zicht heeft op de wanhoop die daar ongezien wanstaltige vormen kan gaan aannemen met vreselijke gevolgen voor het individu zelf én de samenleving. Met de registratie van imams enz. moet men dus niet denken alle problemen te voorkomen of op te lossen rond radicalisering. Sociale integratie (wegblijven uit zinloosheid en isolement) en participatie in de arbeid lijken me minstens zo belangrijk voor een gezond geestelijk/intellectueel en of religieus geaard leven.
Het begint heel ongelukkig, door gelijk de eventuele toegang van de AIVD aan de orde te stellen.
Ook al omdat zo’n register toch gewoon openbaar moet zijn.
Het voorstel maakt alleen kans als er geen overbodig wantrouwen richting moslims in zit
De positieve draai die Yilmaz aan het voorstel geeft, is verfrissend.
De details van z’n artikel kan ik niet overzien.
Ik wil alleen benadrukken dat hij veel te bescheiden is als hij stelt “In onze utopische wereld geldt dit natuurlijk voor alle religieuze gemeenschappen van Nederland. Ik ben voor een register voor ‘religieuze professionals’ vanuit alle geloven. Daar kan ook een specifieke ‘code of conduct’ (gedragscode) bij horen met bijbehorende kwaliteitseisen voor de religieuze professionals. Net zoals voor artsen en advocaten geldt. ..”
Niks geen ‘utopische wereld’, gewoon ‘gelijke monniken gelijke kappen’ (wel een bijzondere beeldspraak in dit geval).
Natuurlijk moet zo’n register er dan ook voor bv boeddhistische leraren komen.
“Ja er zijn goed georganiseerde koepelorganisaties”
Het is absoluut een fout om deze functies toe te bedelen anders dan het optreden als belangenbehartiging van (clubs van) moskeebesturen. Dit zijn géén autoriteiten op religieus gebied. Het zijn mensen met een hobby in het verenigingsleven die zich met liefde inzetten voor het goed beheren van het moskeegebouw en de eventueel daaraan gekoppelde socio-culturele vereniging en haar actviteiten. Deze mensen zijndie te prijzen voor hun goede inzet op díe gebieden. …We moeten niet zomaar meer vaardigheden van ze verlangen en andere verantwoordelijkheden bij ze leggen.
Helemaal mee eens. Ik kan misstanden en organisatorische en ideologische problemen aangeven, die daarmee gecreëerd (of verergerd) zijn in België, maar een koster in een katholieke kerk heeft ook alleen een administratieve functie in organisatorische aangelegenheden. Dat heeft redenen.
Scheidt het kaf van het koren en richt liever los hiervan een onafhankelijke vereniging van nederlandse imams op met hoofdzakelijk administratieve verplichtingen wat eventueel ook registratie van gastsprekers inhoudt. Naar de moskeeverenigingen zou die eventueel ook als vorm van uitzendbureau kunnen fungeren. Vraag deze imamvereniging om overzichten van islamitische adviezen in diverse aangelegenheden en maak daar een spreekbuis van, eventueel een soort vakbond.
Koppel dit los van de socio-culturele verenigingen en de moskeebesturen. Die kunnen van dezelfde imams, onderwijzers en gastsprekers gebruik maken als ze gewend zijn, maar de overheid kan rechtstreeks overleggen met het orgaan van nederlandse predikanten. Dat is de groep wiens religieuze oordeel enige waarde heeft (of zou moeten hebben). Verwacht geen religieus verantwoord beleid van kosters, verenigingvoorzitters, gebouwbeheerders, penningmeesters en concierges. Ook zij zullen daarvoor bij een imam te rade moeten gaan. Hun kwaliteiten liggen op andere terreinen. Wie hun het beheer van de religie in handen geeft, vraagt om problemen. Islam is geen religie met lokaal kerkbeleid. Het zijn ook geen religieus onderlegde mensen die die functie wel willen hebben. Overleg met de imams zelf. Dat is te organiseren. Moslims nemen hun adviezen ook van deze mensen en niet van het moskeebestuur. Die bepalen alleen huisregels (en dienen zich ook aan religieuze voorschriften te houden).
Een nationale (en onafhankelijke) raad van nederlandse imams zou beter in staat zijn om de overheid (en moslims en hun imams) te adviseren. Het leeuwendeel van de interne en externe administratie daarvan kan openbaar toegankelijk zijn. Zij hoeven het niet op elk punt eens te zijn, maar samen moeten ze de grenzen van de mogelijkheden en een overzicht van onder hen levende meningen kunnen aangeven.
In België lijkt me dat ook beter. Zo’n onafhankelijke vereniging/vakbond zou zelf ook niet moeten gaan over wie er wel of niet toe behoort. Waar mogelijk moet de functie tot administratie beperkt worden. Extra regels en wetten buiten de islamitische zijn aan de overheid. Wederzijdse informatievoorziening kan via dit orgaan. Zo werk je met professionals en niet met hobbyisten.
Maar misschien is dat gewoon naïef gedacht van mij.
En, last but not least:
Eid Mubarak !!!
Misschien ben ik te laat, maar toch …
“Eid Mubarrak!”, Abeer, Abdu’r en alle anderen!
Over de organisatie van het hele islamitische gebeuren kan ik beter mijn eigenwijze mond houden. Dat is aan de moslims zelf.
Ik neem maar aan dat er achter de schermen hevig beraadslaagd wordt. Polarisatie werkt averechts,maar is nu kennelijk de tendens overal in de wereld.
Laat er ajb ook wat meer mensen –met enig aanzien binnen de islam- in het openbaar wat positieve geluiden laten horen.
Abeer, ja, misschien ben je naïef, maar ik word blij van je ideeën.
Beste Cemil,
Wat een goed en verfrissend artikel! Alle groei begint bij zelfonderzoek en ruimte voor interne kritiek. De grootste successen varen wel bij pro-activiteit in tegenstelling tot reactiviteit. En inderdaad, een bepaalde ‘ code of conduct’ in lijn met onze democratische principes en grondwet, geldend voor alle gemeenschappen en met behoud van autonomie mits deze principes worden gewaarborgd, is een prima idee! Het zorgt voor transparantie en maait hardnekkige haters het gras voor de voeten weg. Ik zou inderdaad ook te rade gaan bij andere beroepsgroepen voor professionalisering, zonder teveel in bureaucratie te vervallen overigens. Dan kun je met recht de gevleugelde uitspraak van Michelle Obama “When they go low, we go high” aanhalen. Kritiek zal er altijd blijven en dat is ook prima. Dat houdt ons scherp.
Complimenten Cemil en vriendelijke groet.
Chantal
Registers en organisaties , de ideale manier om een gemeenschap te ossificeren .. want er word wel gedaan alsof dat een oplossing is voor de Takfiri Imams, maar deze gaan gewoon in huiskamers verder ..
De realiteit zal waarschijnlijk zijn dat er een soort Nederlandse versie van de Dinayet zal ontstaan waar bij de Imams hun preken te goedkeuring moeten voorleggen ..
Aangezien dat dan een organistie zal zijn die de grootste gemeenschappelijke deler vertegenwoordigd zal deze niet alleen de Salafi ” afwijking ” muilkorven , maar alles wat niet binnen de 13 in een dozijn opvatting van de Sunnie Islam valt. Sufi-Khutbas over Iskh ?? Een Shiah Imam die wil preken over de mishandeling van zijn geloofsgenoten in “Saudi-” Arabië en daarbij het huis van Saud zou willen vervloeken ?? een Imam die de hypocritie van de Nederlandse regering in Internationale zaken wil aankaarten ?? Weinig kans dat die door de screening komen..
Ik begrijp deze zorgen, maar ik deel ze niet, omdat de kans op zo’n regeling niet groot is. Als iets dergelijks in leven geroepen wordt, zou het onmogelijk kunnen werken en van korte duur zijn. Het is niet mogelijk om een zo grote controle en beheersing te bereiken. Ik vrees dat er wel vrijwilligers zijn om zo’n orgaan op te zetten, maar die zullen aantoonbaar geen goede vertegenwoordigers van de religie in zijn geheel zijn. Dat zou al snel blijken als het echt geprobeerd werd.