Een informatief paradijs en een hel tegelijkertijd, dat is het internet. Het brengt een grenzeloze schat aan informatie van hoge kwaliteit binnen handbereik, maar ook een onophoudelijke stortvloed van afleidende, valse en manipulatieve informatie.

De platformen die ons op het internet begeleiden in onze zoektocht, zijn van nature zondig. Hun bedrijfsmodel marchandeert immers met onze meest waardevolle en beperkte cognitieve kracht: aandacht. De platformen doen er dus alles aan om die aandacht te kapen, met informatie die nieuwsgierigheid, verontwaardiging of woede opwekt. Hoe langer onze ogen aan het scherm gekluisterd blijven, hoe meer advertenties ze ons kunnen laten zien, en hoe groter de winst voor hun aandeelhouders.

Die aanpak eist een tol van onze collectieve aandacht. Uit een analyse in Nature van Twitter-hashtags, Google-zoektochten en Reddit-opmerkingen blijkt dat de populariteit van items steeds sneller stijgt en daalt. Een hashtag op Twitter was in 2013 nog gemiddeld 17,5 uur populair – in 2016 was dat nog maar 11,9 uur. Meer concurrentie leidt tot kortere collectieve aandachtsintervallen, en zo tot nog meer concurrentie om onze aandacht – een vicieuze cirkel.

Om de controle terug te krijgen, hebben we nood aan cognitieve strategieën die ons helpen om op zijn minst wat autonomie terug te winnen, en ons te beschermen tegen de excessen, valstrikken en informatiestoornissen van de huidige ‘aandachtseconomie’.

Kritisch denken volstaat niet

De standaard aanpak om geldige informatie te helpen identificeren is ‘kritisch denken’: een intellectueel gedisciplineerd, zelf gestuurd en inspannend proces. Op school leren kinderen informatie nauwkeurig en zorgvuldig te lezen en te beoordelen, om de beweringen en argumenten die ze zien, horen of lezen te evalueren. Daar hebben we helemaal geen bezwaren tegen: kritisch leren nadenken is enorm belangrijk.

Maar is het genoeg in een wereld van information overload en gutsende bronnen van desinformatie? Het antwoord is neen, en wel om ten minste twee redenen.

Ten eerste bevat de digitale wereld veel meer informatie dan alle bibliotheken van de wereld samen. Veel van die informatie mist betrouwbare indicatoren van geloofwaardigheid en is afkomstig van niet-doorgelichte bronnen. 

Kritisch nadenken over al die informatie en bronnen zou ons volkomen verlammen. We zouden nooit tijd over hebben om de waardevolle informatie die we nauwgezet hebben geïdentificeerd ook daadwerkelijk te lezen.

Ten tweede betekent die aanpak dat we energie verspillen aan bronnen die we beter meteen links hadden laten liggen, en dus de aandachtshandelaars en kwaadwillige actoren geven wat ze willen: onze aandacht. 

Kritisch negeren

Dus, welke andere tools hebben we dan nog? In ons recente onderzoek betogen wij – een filosoof, twee cognitieve wetenschappers en een onderwijswetenschapper – dat we niet alleen kritisch moeten denken, maar ook moeten leren om “kritisch te negeren”.

Kritisch negeren is het vermogen om te bepalen wat je meteen links laat liggen, en te kiezen waar je je schaarse aandachtsvermogen wel in investeert. Kritisch negeren is meer dan gewoon niet opletten: het gaat om het trainen van bewuste en gezonde gewoonten om met een overvloed aan informatie om te gaan.

We zien het als een kerncompetentie voor alle burgers in een digitale wereld.

Zonder die competentie verdrinken we in een zee van informatie die in het beste geval afleidend is, en in het slechtste geval misleidend en schadelijk.

Hulpmiddelen

Er zijn drie hoofdstrategieën voor kritisch negeren. Elk van die strategieën reageert op een ander soort schadelijke informatie.

Self-nudging” heeft tot doel om van mensen “keuze-architecten” te maken van hun eigen informatie-omgeving, die hun activiteit op een goede manier beperkt. We kunnen bijvoorbeeld al die onweerstaanbare maar afleidende meldingen uitschakelen. Of specifieke tijdstippen instellen waarop de boodschappen mogen toekomen, en tijdsblokken afbakenen voor geconcentreerd werken en voor sociale interactie. Self-nudging kan ons ook helpen om onze digitale instellingen beter te controleren, zoals het gebruik van onze persoonlijke data voor gerichte advertenties.

“Lateraal lezen” is een tweede strategie, die nabootst hoe professionele factcheckers de geloofwaardigheid van online informatie bepalen. Het gaat erom een nieuw tabblad in je browser te openen en te zoeken naar informatie over de organisatie of persoon achter een site, voordat je in de inhoud zelf duikt. 

Pas na die raadpleging kan de bekwame zoeker inschatten of een site de moeite waard is om aandacht aan te besteden. Vooraleer je kritisch begint te denken, moet dus eerst aan de van de inhoud weerstaan worden, en even gecontroleerd worden wat anderen over de bron te zeggen hebben. Kortom: de kracht van het web gebruiken om het web te controleren. 

De meeste studenten slagen trouwens niet in die taak. Uit studies blijkt dat studenten (en ook hun professoren) doen wat hen is aangeleerd om te beslissen of een bron betrouwbaar is: ze lezen aandachtig en zorgvuldig. Aandachtsverkopers en kwaadwillige actoren wrijven zich in de handen.

En schijn kan bedriegen, zeker online. Zonder uitgebreide ervaring is het vaak erg moeilijk te zien of een site, opgesmukt met de attributen van serieus onderzoek, valse informatie verspreidt over bijvoorbeeld de klimaatverandering, vaccinaties of historische onderwerpen als de Holocaust. In plaats van verstrikt te raken in rapporten of het professionele ontwerp van de site, kiezen factcheckers voor kritisch negeren. Ze evalueren de site door die te verlaten en in plaats daarvan lateraal te lezen.

pexels-andrea-piacquadio-826349
Beeld door: Pexels

De “voed de trollen niet”-methode is de derde strategie: omgaan met online trollen en andere kwaadwillende actoren die lastigvallen, cyberpesten of antisociale tactieken gebruiken. 

Trollen gedijen op aandacht, en opzettelijke verspreiders van gevaarlijke desinformatie nemen vaak hun toevlucht tot trollen. Trollen gedijen in aandacht, en verspreiders van desinformatie gebruiken vaak dezelfde tactieken. 

Een van de belangrijkste strategieën van wetenschapsontkenners bijvoorbeeld om de schijn te wekken van een debat dat er niet is. De “voed de trollen niet”-methode raadt af om direct te reageren. Weersta de discussie of vergelding. 

Natuurlijk is die strategie van kritisch negeren maar een eerste verdedigingslinie. Het blijft cruciaal om trollen te rapporteren en te blokkeren, platforminhoud te modereren en valse bronnen te ontmaskeren.

Kritisch negeren in het onderwijs

Die drie strategieën vormen geen elitaire skillset: iedereen kan er gebruik van maken, en het is belangrijk ze bij het brede publiek aan te leren.

Volgens filosoof Michael Lynch is het internet “zowel ’s werelds beste factchecker als ’s werelds beste bevestiger van bias – vaak tegelijkertijd.” Om daar met succes doorheen te navigeren, zijn nieuwe vaardigheden nodig, en die moeten op school aangeleerd worden.  Want als we niet competent zelf kunnen kiezen wat we negeren en wat onze schaarse aandacht wel verdient, dan laten we anderen de controle over onze ogen en geest overnemen. Het belang van kritisch negeren is niet nieuw, maar het is in de digitale wereld nog groter geworden.

Filosoof en psycholoog William James merkte het zelfs aan het begin van de vorige eeuw al scherp op: “De kunst van wijs zijn, is de kunst om te weten wat te negeren.”

Over de auteurs: Ralph Hertwig is directeur van het Center for Adaptive Rationality en Anastasia Kozyreva is cognitief wetenschapper, beiden aan het Max Planck Institute for Human Development. Sam Wineburg is hoogleraar Onderwijswetenschappen aan de Universiteit van Stanford. Stephan Lewandowsky is hoofd van de afdeling Cognitieve Psychologie aan de Universiteit van Bristol.

Schermafbeelding 2022-02-22 002500

Inter Press Service

IPS Vlaanderen is een nieuwsagentschap dat dagelijks persklare artikelen levert aan Vlaamse en Nederlandse nieuwsmedia. De focus ligt …
Profiel-pagina
Nog geen reactie — begin het gesprek.