In de vervolging van de bahá’ís van Iran zien we dat de Iraanse overheid vervolgingstactieken nu vooral richt op vrouwen en ouderen. Zo zijn de laatste tijd bahá’í-woningen binnengevallen waarbij met veel mankracht en met gebruik van fysiek en verbaal geweld mensen gearresteerd zijn en hun spullen in beslag genomen. Hierbij werden onevenredig veel vrouwen en ouderen getroffen, wat een nieuwe ontwikkeling is. Waar tot nu toe de cultuur van Iran gewaarborgd werd, waarbij respect voor ouderen centraal staat, lijkt dit nu geheel losgelaten.

Op 10 december hebben we in de Grote Kerk in Den Haag het 75-jarige bestaan van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens gevierd. Samen met diverse maatschappelijke organisaties en religieuze gemeenschappen hebben we stilgestaan bij het recht om te geloven wat je wil, en heeft de Nederlandse bahá’í-gemeenschap betekenisvolle gesprekken gevoerd met allerlei mensen over de moeite die bahá’ís en hun vrienden nemen om bij te dragen aan wereldvrede en niet alleen in het groot, maar op klein niveau om ons heen. Zo gaf Gwendolyn Philbrow, een bahá’í-student uit de Faeröer eilanden, een bijdrage over een jeugdgroep die zij elke week in Den Haag organiseert, en waar jeugd tussen de 11 en 15 jaar oud, vanuit verschillende achtergronden (religieus en etnisch) samenwerken en leren om dienstbaar te zijn aan hun lokale buurt om zo de wereld om hen heen te verbeteren.

Dit is wat de bahá’ís en hun vrienden wereldwijd willen, krachtige en bloeiende gemeenschappen bouwen waarbij elk mens telt met zijn of haar unieke eigenschappen en capaciteiten, om zodoende de wereld een impuls te geven richting wereldvrede, waarvan de bahá’ís denken dat deze onvermijdelijk is in de toekomst.

Afbeelding1
Fariba Kamalabadi Beeld door: BWNS

En dit is precies wat de bahá’ís in Iran ook willen doen, en waar zij door de overheid van weerhouden worden. Ik kan deze bijdrage niet schrijven zonder te verwijzen naar Fariba Kamalabadi en Mahvash Sabet, twee bahá’í-vrouwen die tussen 2008 en 2018 tien jaar in gevangenschap hebben doorgebracht, en die sinds vorig jaar, voor de tweede keer, een tienjarige gevangenisstraf uitzitten, puur vanwege het feit dat zij bahá’í zijn. In november hebben zij allebei een brief vanuit de Evin-gevangenis naar buiten weten te brengen. Fariba Kamalabadi beschrijft in haar brief van 13 november alle vervolgingen die zij in haar leven heeft moeten ondergaan ten gevolge van haar religie, en zij eindigt haar relaas met de volgende woorden:

“En voor alle kinderen van Iran en de mensen van mijn geliefde land die zo van rechtvaardigheid houden, die hun dierbaren en jonge mensen hebben verloren door wreedheid. Want ‘ons verhaal is één’, ‘our story is one’. Misschien zorgt het horen van deze pijnlijke maar waargebeurde verhalen ervoor dat we harder ons best gaan doen, zodat gerechtigheid in de plaats komt van onrechtvaardigheid en licht in de plaats komt van duisternis.”

1561717680294

Karlijn van der Voort

Karlijn van der Voort is advocaat gespecialiseerd in internationaal strafrecht en mensenrechten. Ze is werkzaam op het bureau public …
Profiel-pagina
Al één reactie — praat mee.